Reizen door de ruimte herschikt je hersenvocht
Ruimtevaarders kunnen hun ogen dan wel de kost geven, ze worden na een trip in de ruimte vaak verziend.
‘Herschikt hersenvocht kan druk uitoefenen op de oogbollen van ruimtevaarders, waardoor ze verziend worden’
ANGELIQUE VAN OMBERGEN Onderzoeker Universiteit Antwerpen
Een studie door onderzoekers van de Universiteit Antwerpen toont aan dat reizen door de ruimte het vocht in de hersenen langdurig herverdeelt. Om hun hersenen in kaart te brengen, werden tien kosmonauten kort voor hun ruimtemissie onder een MRIscanner gelegd. Vlak na terugkomst en zeven maanden later werd dat herhaald. ‘We wilden nagaan of de hersenen veranderden na een ruimtereis, en of eventuele veranderingen maanden later nog zichtbaar zijn’, zegt onderzoekster Angelique Van Ombergen in een persbericht. ‘We keken specifiek naar de anatomie van het brein en nog niet naar veranderingen in de werking ervan’.
Dankzij de zwaartekracht blijven vloeistoffen in het lichaam op aarde waar ze horen. Maar door de gewichtloosheid in de ruimte raken die vloeistoffen ontregeld en stijgen ze ruimtereizigers naar het hoofd. Dat effect bleek ook uit deze studie: het hersenvocht van ruimtevaarders, dat een rol speelt in de afvoer van afvalstoffen en het brein beschermt, was na terugkomst herverdeeld. Bovendien was dat effect langdurig: zeven maanden na landing op aarde was de verdeling nog steeds verstoord.
Ook het volume van de grijze stof in het brein, dat de hersenzenuwcellen bevat, wijzigde en was na landing op aarde kleiner dan voor vertrek. Maar dat effect was tijdelijk en zeven maanden na terugkomst was de hoeveelheid grijze stof terug op peil.
Toekomstige reizen
Eerder onderzoek toonde al aan dat ruimtevaarders vaak permanente oogproblemen krijgen. Er zou een verband kunnen zijn met de langdurige verdeling van hersenvloeistof. ‘Ruimtevaarders krijgen vaak afgevlakte oogbollen, waardoor ze niet meer scherp zien en verziend worden’, zegt Van Ombergen. ‘Dat zou kunnen komen doordat herschikt hersenvocht druk uitoefent op de oogzenuw en de achterzijde van de oogbol. Toekomstig onderzoek moet dat verder bevestigen, zeker als we ruimtevaarders op verdere en langere missies willen sturen’.