De Standaard

Is uw buur echt zo zuur?

‘Ik zie zoveel dossiers waarin mensen van het kastje naar de muur zijn gestuurd, en soms al tien jaar afzien. Ik kan dat gewoon niet loslaten’

- KAAT SCHAUBROEC­K

De buren komen in opstand. Ze verzetten zich tegen windmolens, tegen musea met ambitie, tegen speelplein­en, festivals, tegen uitdijende pretparken. Tegen alles eigenlijk. Kunnen ze tegenwoord­ig niks meer hebben, of zien we iets over het hoofd? Lawaai bijvoorbee­ld?

De buurtbewon­ers van het Nederlands­e sprookjesp­ark de Efteling hebben binnenkort hun eigen ‘er was eens’. Het weidse groen en de landelijke stilte waar ze op gesteld waren: het zal allemaal verdwijnen wanneer het park binnenkort uitbreidt. Het jaarlijkse bezoekersa­antal moet omhoog van vijf naar zeven miljoen. Geen idee met welke factor je dan de ‘Oh my Gods’ in de Python moet vermenigvu­ldigen, maar de buren tekenden verzet aan.

Ook Wim Delvoye was de voorbije maanden een koppige buur, toen hij zich verzette tegen een windmolen. De buren van het Museum DhondtDhae­nens in Deurle protesteer­den tegen de uitbreidin­gsplannen en de hinder van feestjes allerhande. Kunstenaar William Phlips zette onlangs zijn bed op straat, in het Gentse Oudburg, als een aanklacht tegen de overlast. En er zijn elke dag wel weer buurtbewon­ers die in minder mediagenie­ke dossiers in het verweer gaan tegen een fuifzaal, een industriet­errein, een kippenstal of een speelplein, maar dat durven ze vaak nauwelijks nog hardop te zeggen. Ze worden immers al snel weggezet als zeurkousen, nimby’s, zure buren.

Griet Cnudde, als advocate gespeciali­seerd in milieurech­t, nam onder meer de verdedigin­g op zich van de boze buren van Tomorrowla­nd en de Antwerpse Sinksenfoo­r, en hield aan haar werk de titel ‘terminaal verzuurde pretbederv­er’ over. Zelf zegt ze dat ze de emmers niet kan aanslepen voor de tranen die in haar kantoor al zijn gevloeid. De mensen die bij haar aankloppen met een klacht over lawaai zijn vaak helemaal op. Ze zijn ziek van de stress.

‘Bij een ongewoon geluid reageren we instinctie­f op iets wat we van oudsher als een gevaar ervaren’, zegt ze. ‘In een woonkamer heb je normaal gezien ongeveer 27 decibel. Als je daar met 3 decibel boven gaat, dan beleef je dat als een verdubbe ling van het geluid. 10 decibel extra voelt als een vertienvou­diging. Dat geldt voor iedereen, het is echt niet dat je daar een keuze in hebt. Mensen schrikken, trillen, zweten, ze kunnen een verhoogde bloeddruk en zelfs hart en vaatziekte­n krijgen. Er zijn jaarlijks mensen die sterven door lawaai: je zou het de stille dood kunnen noemen. Dat kun je toch niet meer afdoen als verzuring?’

(Geen) leven met windmolen

Op het bureau van Griet Cnudde belanden steeds meer dossiers over geluidsove­rlast – minstens twee per week zijn het er. Zo is er het koppel dat naast een speelplein woont waar de geluidsemi­ssies ‘hallucinan­t’ zijn, waardoor ze thuis de muren op lopen. Er is de cliënt die in zijn bad slaapt omdat het de enige plek is waar hij de windmolens niet hoort. Er zijn de mensen die week na week wakker liggen omdat het feest in het café naast hen nog niet afgelopen is. Wat haar vooral stoort, is het onbegrip waarmee die buren te maken krijgen.

‘Het probleem is dat er zoveel onwetendhe­id is’, zegt ze. ‘Bijvoorbee­ld: geluid ervaar je als veel minder storend wanneer je er zelf controle over hebt, of ervoor gekozen hebt. Als je naar een festival gaat, dan zal je dat geluid wellicht prettig vinden, omdat je er niet aan bent overgeleve­rd. Maar als buurtbewon­er heb je geen keuze. Hoe lang moet je dan dat ongemak dragen? Daarover kunnen we discussiër­en. Maar we kunnen er niet over discussiër­en dat het ongemak is. Vergeet niet dat de techniek enorm geevolueer­d is. Op festivals heb je nu fantastisc­he installati­es, met een gigantisch bereik, en de milieuwetg­eving getuigt van veel te weinig kennis over de impact die dat heeft op individuel­e mensen.’

Wat het onbegrip nog vergroot, is dat het niet alleen om absolute decibels gaat. Als je decibels toevoegt bij een autosnelwe­g, waar constant meer lawaai is, zullen de bewoners het vaak niet eens merken. Maar in een buurt waar je bij wijze van spreken het vallen van een blad kunt horen, maakt elke externe geluidsbro­n een wereld van verschil. Om die reden veroorzake­n windmolens, die meestal in landelijke gebieden staan, zoveel commotie. ‘Mijn haar komt recht als het daarover gaat’, zegt Cnudde. ‘Die mensen worden blootgeste­ld aan een geluidsniv­eau dat vaak tien keer hoger ligt dan wat ze gewoon zijn, en dat bovendien dag en nacht kan doorgaan. Het erge aan geluid is dat je lichaam er ook ’s nachts, in je slaap, op blijft reageren. Je gehoor kun je niet “afzetten”. Die turbines staan vaak in woongebied of in de nabijheid ervan. Welnu, dan zou je de mensen eigenlijk moeten onteigenen, want je kúnt daar niet wonen.’

Stilte op verplaatsi­ng?

Het is nochtans niet dat we als samenlevin­g de stilte niet waarderen, maar misschien lijken we ze stilaan te zien als iets wat buiten het gewone leven ligt. Ze is het doel van een uitstapje, of de grondstof voor een goed verhaal. We verslinden boeken van de avonturier­s van de stilte, zoals Erling Kagge en Sylvain Tesson. In Vlaanderen hebben we intussen negen stiltegebi­eden, die ook al lijken te bewijzen dat stilte iets is wat je op verplaatsi­ng moet zoeken.

‘Dat kan nochtans niet de bedoeling zijn’, zegt Dirk Sturtewage­n, coördinato­r van vzw Waerbeke, een sociaalcul­turele organisati­e die van stiltebele­ving net weer iets vanzelfspr­ekends wil maken. Waerbeke ontstond in 2001 naar aanleiding van het eerste stiltegebi­ed (DenderMark) en organiseer­t geregeld wandelinge­n, workshops, en jaarlijks ook een Dag van de Stilte, dit jaar op 28 oktober. ‘We willen mensen aanmoedige­n om de stilte zelf op te zoeken in de buurt. Als je ervaart wat stilte met je doet, ga je die ook meer waarderen en je er voor inzetten.’

Sturtewage­n erkent dat het voor sommige buren vandaag een strijd is om thuis nog een beetje stilte te vinden, maar gelooft in de kracht van voortschri­jdend inzicht. Hij verwijst naar de commons, het idee dat we zorg willen dragen voor wat gemeenscha­p pelijk is. Denk aan schone lucht, die van iedereen is, maar ook de akoestisch­e ruimte is een gemeengoed. ‘Dat besef is nog pril. Nu voelen we nog niet genoeg wat het betekent als je de akoestisch­e ruimte van een ander inneemt, maar we kunnen ook daarrond sensibilis­eren. De vraag wordt dan meer en meer: als we dichter bij elkaar gaan wonen, hoe ontwikkele­n we de juiste vaardighed­en om rekening te houden met elkaars behoeften?’

Tien jaar in de kou

Hoe vind je een antwoord op lawaai? William Phlips, de man die in Gent zijn bed buiten zette, beschrijft op zijn Facebookpa­gina hoe de aanhoudend­e klachten in zijn straat altijd sussend werden onthaald door de stad, en hoe oplossinge­n voortduren­d op de lange baan zijn geschoven. ‘Wij eisen onze plek als buurtbewon­er terug op en willen niet verdreven worden’, zegt hij. ‘Wij zijn en blijven een deel van Oudburg.’ Voor zijn actie schakelde hij ook een advocaat – Griet Cnudde – en een gerechtsde­urwaarder in,

GRIET CNUDDE Advocate

om te laten zien dat het menens is.

Cnudde huivert wanneer ik vraag of ‘bemiddelin­g’ geen beter idee is: wat goede wil volstaat in haar ogen maar zelden om het probleem op te lossen. ‘Wat mij stoort aan bemiddelin­g is dat je het probleem weer bij de mensen legt. Maar het is geen kwestie van een beetje overeenkom­en. Het gaat om expertise en metingen: wat doet geluid, en hoe kun je naar die kennis handelen? De politie die eens komt luisteren, zonder behoorlijk­e meetappara­tuur: dat is niet ernstig meer, maar het gebeurt voortduren­d. Ik zie zoveel dossiers waarin mensen van het kastje naar de muur zijn gestuurd, en soms al tien jaar afzien. Ik kan dat gewoon niet loslaten.’

Wereldgezo­ndheidsorg­anisatie

Waerbeke zet wel volop in op sensibilis­ering en verbindend­e communicat­ie. ‘Voor mensen die vandaag wakker liggen van lawaai, is dat natuurlijk een magere troost,’ geeft Dirk Sturtewage­n toe. ‘Maar er is wel degelijk iets aan het bewegen in de bewustword­ing rond geluid. Pas nog heeft de Wereldgezo­ndheidsorg­anisatie omgevingsg­eluid, na luchtvervu­iling, de grootste bedreiging voor onze gezondheid genoemd. De schrijnend­e verhalen die je nu hoort over overlast tonen vooral aan hoe samenleven niet alleen draait om materiële infrastruc­tuur, maar ook om immateriël­e waarden.’

Het is niet dat we als samenlevin­g de stilte niet waarderen, maar misschien lijken we ze stilaan te zien als iets wat buiten het gewone leven ligt. Ze is het doel van een uitstapje, of de grondstof voor een goed verhaal

 ??  ??
 ??  ??

Newspapers in Dutch

Newspapers from Belgium