De Standaard

Wortel, stok en praktijkte­st

-

SARAH SCHEEPERS gelooft niet in praktijkte­sten op sectornive­au. Ze zijn net het juiste instrument om individuel­e werkgevers juridisch te vervolgen.

Arbeidseco­noom Stijn Baert stelde een compromis voor rond praktijkte­sten, wat de onderhande­lingen tussen de NVA en Groen in Antwerpen en in andere steden zou deblokkere­n (DS 22 oktober). Praktijkte­sten zijn volgens Baert niet geschikt om individuel­e werkgevers juridisch te vervolgen. Zijn alternatie­f is om praktijkte­sten in te zetten op sectornive­au.

Ik juich toe dat praktijkte­sten op de woon en arbeidsmar­kt een breekpunt zijn in onderhande­lingen over een toekomstig beleid. Praktijkte­sten zijn nodig en noodzakeli­jk om discrimina­tie op te sporen, maar vooral om eindelijk komaf te maken met de straffeloo­sheid. Dat is wat we missen in het voorstel van Baert.

Discrimina­tie ondermijnt het recht op arbeid en op wonen en duwt mensen in de armoede. Ze verziekt al jarenlang onze samenlevin­g. Met praktijkte­sten hoeven stadsbestu­ren daar niet langer lijdzaam op toe te zien. Er is geen enkel ander instrument dat op een efficiënte wijze discrimina­tie kan opsporen.

Sancties nodig

Willen we discrimina­tie van de arbeidsmar­kt bannen, dan moet er een kost aan verbonden zijn voor werkgevers die zich er schuldig aan maken, stelt Baert terecht. Maar helaas schuift zijn compromisv­oorstel alleen beloningen naar voren, en geen enkele sanctie. De econoom stelt de juridische inzetbaarh­eid van praktijkte­sten voor de vervolging van individuel­e werkgevers in vraag. Volgens hem moeten er statistisc­h gezien te veel fictieve sollicitat­ies worden uitgestuur­d naar eenzelfde werkgever om toeval uit te sluiten en om met zekerheid te kunnen stellen dat het draait om discrimina­tie. Nochtans kun je dat probleem omzeilen door het profiel van de sollicitan­t met migratieac­htergrond net iets aantrekkel­ijker te maken dan dat van de controleka­ndidaat.

Er is een verschil tussen een statistisc­he en een juridische logica. De antidiscri­minatiewet laat praktijkte­sten al toe om discrimina­tie op te sporen in het kader van een burgerrech­telijke procedure. Met zo’n test lever je geen sluitend bewijs, maar kun je voor de rechtbank een vermoeden van discrimina­tie aantonen. Dat doet de bewijslast verschuive­n. Het is vervolgens aan de werkgever om aan te tonen dat hij níét gediscrimi­neerd heeft. Ook voor een strafrecht­elij ke procedure zijn praktijkte­sten nuttig en mogelijk. Het bewijs is hier vrij. Het komt de rechter zelf toe om te beslissen of hij bewijsmate­riaal al dan niet aanvaardt en voldoende acht. Er is al eens een bedrijf veroordeel­d voor discrimina­tie op basis van de getuigenve­rslagen van drie controleso­llicitante­n.

Rotte appels

Een instantie die praktijkte­sten proactief uitvoert, ontbreekt nog. De Vlaamse inspectie mag ze niet doen. Op federaal niveau zijn er te veel voorwaarde­n aan verbonden. Maar lokale besturen kunnen er wel werk van maken in het kader van bestuurlij­ke handhaving. Bijvoorbee­ld om na te gaan of de bedrijven waarmee ze samenwerke­n, zich niet schuldig maken aan discrimina­tie. Via openbare aanbestedi­ngen kunnen lokale overheden eisen dat werkgevers zich aan de antidiscri­minatiewet­ten houden. De uitbestede­nde lokale overheid kan zelf toezien op de naleving van de voorwaarde­n en kan contracten stopzetten of

De gevolgen van discrimina­tie zijn te groot om discrimine­rende werkgevers ongestraft hun gang te laten gaan

Newspapers in Dutch

Newspapers from Belgium