Eerst rekenen, dan fietsen
Wie geen eigen fiets heeft of er geen wil kopen, kan uit verschillende formules van fietsdelen kiezen om de stad te doorkruisen. Wie niet oplet, wacht een flinke rekening.
Fietsdelen is in snel tempo heel populair aan het worden. Twee cijfers ter illustratie: volgens het Antwerpse stadsbestuur telt Velo, een van de voorlopers van het fietsdelen in ons land, al 60.000 abonnees. En in Gent kunnen studenten geen goedkope fiets meer reserveren bij de Fietsambassade, omdat de vraag er te groot is.
Levert deze vorm van groene mobiliteit u ook een financieel voordeel op? We doen de oefening voor een inwoner van Antwerpenstad, omdat daar verschillende spelers actief zijn. We beginnen de prijsvergelijking met de rode stadsfietsen van Velo.
Velo: 109 euro
Als u van plan bent om regelmatig een Velofiets te gebruiken, neemt u het best een jaarabonnement. Dat kost u 49 euro. Volgens het stadsbestuur maken de Veloabonnees gemiddeld tien ritten per maand. Als die ritjes tussen 30 en 60 minuten duren, dan betaalt u telkens 0,50 euro, of in totaal 5 euro per maand. Op jaarbasis wordt dat 60 euro. Samen met het abonnementsgeld maakt dat 109 euro.
Dat is niet weinig. Voor die prijs kunt u ongetwijfeld een tweedehandse stadsfiets kopen. Op de website 2dehands.be vindt u al exemplaren vanaf 20 euro, al lijkt de kwaliteit daarvan niet altijd even betrouwbaar.
Velo versie 2: 49 euro
Er is een manier om veel goedkoper rond te rijden met Velo. Zorg dat u altijd korte ritten maakt, van minder dan 30 minuten. Het eerste halfuur is namelijk altijd gratis. Als uw bestemming niet binnen die tijd haalbaar is, kunt u een tussenstop maken – uw fiets eventjes inleveren op een van de retourlocaties… om er vijf minuten later opnieuw mee weg te rijden. Het aantal ontleningen per dag is immers onbeperkt en het eerste halfuur is bij elke (her)start gratis.
Als u die aanpak consequent volhoudt, kost rondrijden met Velo u slechts 49 euro voor een heel jaar – een besparing van 60 euro.
Toegegeven, deze aanpak vergt wat rekenwerk en gevoel voor timing. U moet de tijd in de gaten houden en zorgen dat uw route zo loopt, dat u op tijd aan een ‘Velo
station’ kunt stoppen en herbeginnen. Niet voor beginnelingen.
Maar het loont. Pas na tien jaar Velogebruik hebt u evenveel uitgegeven als bij de aankoop van een nieuwe stadsfiets. Bij de keten Fiets.be kost het goedkoopste damesmodel 519 euro, voor een herenfiets is dat 559 euro.
Mobit: 211 euro
Bij de commerciële speler Mobit zijn er geen gratis minuten per rit. Mobit vraagt een waarborg van 49 euro (geen abonnement, u krijgt het bedrag terug bij uitschrijving) en rekent u verder 0,45 euro per blok van twintig minuten aan. Per rit van een uur wordt dat 1,35 euro. In ons voorbeeld van tien ritten per maand, komt u op jaarbasis op 211 euro.
Het mag duidelijk zijn dat Mobit geen formule is voor continu gebruik maar wel voor occasionele korte ritten. Extra gebruikscomfort: u kunt de fiets om het even waar ‘parkeren’ in de stad. Er zijn geen vaste afleverstations of dropzones.
Cloudbike: 200 euro
Bij Cloudbike wordt wel gewerkt met ‘virtuele’ dropzones, aangewezen locaties in de stad waar u de fiets moet achterlaten (zonder echte stalling).
De tarifering bij Cloudbike is behoorlijk complex. Anders dan bij Mobit, kunt u hier een dagpas kopen (voor 6 euro) of een driemaandelijks abonnement (voor 20 euro). Maar er staat een limiet op het aantal abonnementen. U kunt dus op een wachtlijst terechtkomen.
Wie een abonnement heeft, kan ‘ongelimiteerd’ rondrijden. Tenminste: zolang u de ritjes beperkt tot 40 minuten. Als u een uur lang rondrijdt, komt daar een toeslag van 1 euro bij. Ook hier kunt u de ritten ‘pauzeren’, maar in ons voorbeeld geeft dat een totaalprijs van 200 euro.
BlueBike: 192 euro
U kunt ook overwegen om een BlueBike te gebruiken, de huurfietsen van de NMBS en De Lijn. Ideaal voor pendelaars die ’s morgens na aankomst in het treinstation een fiets huren om er mee naar het werk te rijden in de binnenstad. En ’s avonds het omgekeerde. Opgelet: u moet deze fietsen altijd terugbrengen naar de plek van oorsprong. Doet u dat niet, dan moet u 20 euro betalen.
Precies door die verplichte retournering naar hetzelfde punt, is deze formule minder geschikt voor stadsbewoners die korte ritjes willen maken, zoals van thuis naar de winkel.
Boven op het goedkope inschrijvingsgeld (12 euro per jaar) betaalt u bij BlueBike sowieso een dagtarief van 1,15 euro, ongeacht of u er tien minuten mee rondrijdt of drie uur. Wie dat tien keer per maand doet, betaalt dus 15 euro. Op jaarbasis geeft dat 192 euro.
Swapfiets: 210 euro
Is een fiets permanent huren dan geen beter alternatief? Bij Swapfiets betaalt u niet per rit, maar een vast bedrag per maand. Dat levert u de permanente beschikking op over een ‘eigen‘ fiets, thuis, ook al is die niet uw eigendom.
Nog een pluspunt: als uw fiets hersteld moet worden, komt de hersteldienst van Swapfiets gratis bij u langs. Als er geen herstellen meer aan is, krijgt u een andere fiets (daar komt dat swappen vandaan). Maar daar hangt een prijskaartje aan vast. U betaalt 17,50 euro per maand. Op jaarbasis is dat 210 euro.
De kleine lettertjes
Vergeet zeker niet de kleine lettertjes in uw contract te lezen. Zoals de regels over het stilzwijgend verlengen van uw abonnement (en hoe u dat kunt vermijden), of het bedrag van de franchise bij schade aan de fiets, en of u zich daartegen kunt verzekeren.
Kijk vooral goed na hoe u een diefstal van uw deel of huurfiets moet melden. Als u dat niet volgens de regels doet (binnen de 24 uur met een procesverbaal), moet u flink dokken. Bij Velo loopt dat tot 400 euro, bij BlueBike en Swapfiets tot 450 euro, bij Cloudbike wordt u in het ergste geval zelfs 700 euro aangerekend.
Kijk in uw contract vooral goed na hoe u een diefstal van uw deel of huurfiets moet melden
Een van de voorlopers, het Antwerpse Velo, heeft al 60.000 abonnees