Europa pakt Italië verkeerd aan
In theorie was het terecht dat de Europese Commissie de Italiaanse ontwerpbegroting afwees en een herziene versie vroeg (DS 24 oktober). Italië diende een budget in met een tekort van 2,4 procent, dus onder de 3 procentlimiet, maar had volgens de Commissie eerdere afspraken niet nageleefd. Dat toont nog maar eens aan dat de EU moeite heeft om de normen voor overheidsfinanciën te doen naleven, zeker door de huidige Italiaanse regering. Italië heeft al een enorme overheidsschuld van 131 procent van het bbp, die door dit plan verder zou stijgen met 37 miljard euro.
Maar de Italiaanse regering zal de zet van de Commissie tegen de EU gebruiken. Italië betaalt nu al 3,5 procent op de langetermijnschuld (bijna 3 procent meer dan België). De regering werd verkozen met een programma om ‘meer geld te verdelen’ aan de Italianen. Nu fluiten de Europese technocraten haar terug. De reacties op de financiële markten lieten niet op zich wachten. Het spookbeeld van een nieuwe crisis duikt op, een vicieuze cirkel met bezuinigingen, lagere groei en nog meer bezuinigingen.
Italië, en vooral ZuidItalië, lijkt op Griekenland, met hoge werkloosheid, vooral bij de jeugd, lage scholingsgraad, armoede en slecht bestuur. Het voelt zich enorm benadeeld door de EUpolitiek van bezuinigingen van de laatste tien jaar, wat ook te zien is in de Eurobarometer, de halfjaarlijkse peiling over de EU. Waar de meeste Italianen vóór de crisis nog voorstanders waren, zijn ze nu de koelste minnaars van de EU, met uitzondering van de Britten. Ook qua inkomensverschillen is Italië er erg op achteruitgegaan.
De Commissie had daarom wat pragmatischer of constructiever moeten zijn en moeten aanvaarden dat er nood is aan meer herverdeling. Ze had als voorwaarde kunnen stellen dat maatregelen effectief mindergegoeden moeten vooruithelpen. Of de nadruk kunnen leggen op de noodzaak aan meer solidariteit in de EU, tussen het rijke noorden en het armere zuiden.
De Italiaanse zaak benadrukt de noodzaak om naar de overheidsfinancien van de eurozone te kijken vanuit het perspectief van de eurozone. Die is vandaag, in vergelijking met de VS en Japan, zeer gezond, met een beperkt overheidstekort, een groot overschot op de lopende rekeningen, en een vrij lage schuld. Alleen wanneer de EU, of tenminste de eurozone, meer als een geheel wordt bestuurd, zullen alle landen er wel bij varen, met een lagere interest op de staatsschuld voor Italië en afzetmarkten voor de NoordEuropese bedrijven in het zuiden. Duitsland heeft er belang bij dat Italië groeit. Een op de drie wagens is er van Duitse makelij. Maar dat vergt een meer politieke unie in de EU. Daar staan we nog ver van af.