‘Aan meertaligheid begin je best voor het zesde levensjaar’
EXPERT MEERTALIGHEID ALEX HOUSEN (VUB) OP HET BRUSSELSE NIEUWSPLATFORM BRUZZ
BRUSSEL I Volgens VUBprofessor Alex Housen zien meer en meer ouders er vandaag het belang van in om hun kinderen meertalig op te voeden. Woensdag benadrukte hij op BRUZZ de voordelen van plus de languages im Kopf. ‘Meertalige kinderen zouden beter kunnen redeneren, probleemoplossend denken en ze staan ook meer open voor andere culturen en volkeren. Mensen die al vroeg meertalig zijn, zouden later bovendien beter beschermd zijn tegen dementie gerelateerde ziekten zoals parkinson en alzheimer.’ Housen raadt aan om ten laatste rond de leeftijd van vijf à zes jaar te starten met het leren van een nieuwe taal.
Met die leeftijdsgrens is niet elke taalwetenschapper het eens. ‘Vroeg beginnen met het leren van een vreemde taal wordt meestal gepromoot door enthousiaste idealisten’, schrijft Wilfried Decoo in zijn boek Mijn kind leert een andere taal (2008). Decoo, emeritus hoogleraar aan UAntwerpen, deed onderzoek naar taalleren en taalverwerving. ‘Ik wil daar geen domper op zetten, maar het zou wetenschappelijk niet eerlijk zijn om niet te wijzen op schaduwzijden.’ Want elke leeftijd om eraan te beginnen, stelt hij, heeft behalve voor ook nadelen. Zo kan een ondoordacht taalbad ook erg verwarrend zijn voor een kind.
We bellen Decoo op: staat hij tien jaar na verschijningsdatum nog altijd achter zijn uitspraken? Ja. En het liefst zou hij ze zwart op wit laten herdrukken, want het boek is uitverkocht. ‘Je hebt verschillende strekkingen onder wetenschappers: sommigen vinden dat vooral het taalonderwijs een stevige basis moet leggen, anderen zeggen dat je er als ouder niet vroeg genoeg aan kunt beginnen. Om nog maar te zwijgen van de wetenschappers die ergens tussen de twee schipperen. Waar iedereen het wel over eens is, is dat een kind tot de leeftijd van tien jaar een tweede taal als vanzelf leert, als het intens gebeurt. Over hoe je dat dan precies doet, is er dan weer discussie.’ en intens.
Ma petite chérie
‘Elk gezin is anders,’ zegt Decoo, ‘maar wel bepalend: maak je zelf veel taalfouten en geef je die ook door? Ben je er intens genoeg mee bezig, namelijk minstens een uur per dag? Doe je het visueel genoeg, zodat het niet louter gekakel is, maar duidelijk wat een woord betekent?’ Decoo raadt aan om het speels te doen, met liedjes in de auto, een anderstalige gpsstem, troetelwoordjes … En intens, via een taalbad op zeven à achtjarige leeftijd. ‘Een maand van gezin ruilen blijft een van de beste manieren.’
Tot slot, omdat we alzheimer en parkinson later geen koffie willen uitschenken: houdt meertaligheid de boot af? Wilfried Decoo: ‘Waarom je parkinson of alzheimer krijgt, is zo complex dat je dat nooit kunt afwenden met zoiets eenvoudigs als een nieuwe taal leren. Dat zo één op één stellen, neigt naar propaganda.’
Conclusie: tot de leeftijd van tien jaar verwerven kinderen een vreemde taal ‘als vanzelf’. Doe dit wel doordacht, zodat het kind niet gedemotiveerd raakt. Tips vind je onder meer op de website van Kind en Gezin. Zes jaar is echter geen sleutelleeftijd. Daarom beoordelen we de stelling als ‘eerder wel waar’.