De Standaard

‘Behalve Joske en Eufrasie van 85 post niemand ooit nog iets op Facebook’

- VALERIE DROEVEN

Vijf tieners tussen 15 en 17 jaar monitorden een week lang hun socialemed­iagebruik voor ‘De Standaard’. De conclusie? ‘Zelfs mijn school wil dat ik mijn smartphone gebruik.’ Maar toch ook: ‘Geen idee hoe ik me thuis zou bezighoude­n zonder gsm.’

‘Zonder sociale media zou ik veel minder vrienden hebben’, zegt de vijftienja­rige Jules. ‘Je hebt tegenwoord­ig echt een smartphone nodig om door je puberteit te raken. Zonder: vergeet het dan maar.’ Boeken leest hij niet meer wegens ‘dodelijk saai’, wel verwerkt hij dagelijks naar eigen zeggen ‘zo’n duizend meldingen’ die via zijn telefoon binnenlope­n. Die komen onder meer rechtstree­ks van het internatio­naal ruimtestat­ion ISS, waarvan hij de livefeed volgt. Of van de Youtuber en gekke uitvinder Colin Furze. ‘Ik ben geïnteress­eerd in techniek en daar leer ik via Youtube veel over bij.’

Hun gsm opent hun blik op de wereld, maar het is niet de enige reden waarom ze hem zo koesteren. ‘Wat ik het ergste zou vinden aan mijn smartphone verliezen? Dat ik dan in één klap 5.000 foto’s kwijt ben’, zegt Babette (16).

Hoe is het om op te groeien met een apparaat in je broekzak dat voortduren­d om je aandacht roept? Kom je zo nog aan studeren toe? En is er met al die sociale media nog tijd voor een echt leven? De vijf jongeren die meewerkten aan dit artikel, zitten dagelijks gemiddeld twee uur door hun sociale media te scrollen – meestal na school. Telefonere­n doen ze alleen nog met hun ouders. En nu dus ook met ons, elk bijna een uur lang zelfs. Dit hadden ze te vertellen.

‘Facebook is dood, echt morsdood’, zegt Jules. ‘Behalve Joske en Eufrasie van 85 post werkelijk niemand nog iets op Facebook.’ Hij stelt het scherp, maar de teneur is bij iedereen dezelfde: Facebook wordt almaar minder relevant. De jongeren gebruiken de app amper nog – als ze dat wel doen, dan heel passief.

Zo maakt Sam (17) op Facebook af en toe nog een evenement aan. ‘En ik heb een baantje als afwasser en de werkschema’s staan op Facebook.’ Babette en Rebeca scrollen nog wel eens door hun tijdlijn. Als ze memes (grappige fo to’s, filmpjes of gifs) tegenkomen, taggen ze vrienden op wie ze van toepassing zijn. Hanne (17) merkt op dat Facebook ‘nog handig is om mensen gelukkige verjaardag te wensen’.

Waarom hebben ze dan allemaal wel nog een account op Facebook? Het is een overblijfs­el, legt Hanne (17) uit. ‘Het was mijn eerste account op een socialenet­werksite. Ik heb het in de lagere school aangemaakt – niemand had toen Instagram. En ik ben via Facebook bevriend met mensen met wie ik op geen enkele andere manier nog contact heb.’

Vier van de vijf tieners gebruiken Messenger, de chatapp van Facebook, wel nog intensief. Samen met Snapchat is het de app waarmee ze het vaakst met elkaar communicer­en, of bestanden en foto’s met elkaar delen. De link met Facebook is voor hen weggevalle­n. Whatsapp? Gebruiken ze ‘enkel nog om in groepschat­s met familie te communicer­en’.

Iedereen zit nu op Instagram. De tieners maken er vooral stories aan – dat zijn verhalen die na 24 uur verdwijnen. De meesten zeggen actiever met Instagram bezig te zijn tijdens de (zomer)vakantie. ‘Dan beleef je ook meer’, zegt Rebeca. ‘Je bent op reis of gaat naar een pretpark en daar kan je dan verslag over uitbrengen. Wat je op Instagram plaatst, moet leuk zijn. Negativite­it hoort er niet thuis.’

 ??  ??
 ??  ??

Newspapers in Dutch

Newspapers from Belgium