Magische, tragische speelvogel
Door zijn magnum opus ‘Ravens’ geldt de Japanse fotograaf Masahisa Fukase als een ‘master of darkness’. Maar zijn genialiteit nam ook andere gedaanten aan.
Zowat zijn hele bewuste leven lang zwalpte Masahisa Fukase (19342012) tussen stralende lichtheid en duisternis. Maar in 1992, na een val van de trap, werd het voorgoed donker. Tot zijn dood, twintig jaar later, zou hij in een coma blijven. Daardoor bleef ook zijn levenswerk al die tijd ontoegankelijk. Sinds 2014 werkt het Masahisa Fukase Archief in Tokio gestaag aan de ontsluiting. Het is een gigantisch karwei, de schatkist is enorm.
Eén hoofdrol is er voor Yoko Wanibe, zijn grote liefde. Van de dag waarop hij haar ontmoette, in 1963, tot lang nadat ze hem dertien jaar later had verlaten, was ze zijn muze en voornaamste onderwerp. Voor de serie From window fotografeerde hij haar een tijdlang dagelijks vanuit het raam toen ze hun appartementsblok verliet om te gaan werken. Soms roept ze hem iets toe, soms trekt ze een gek gezicht, soms lacht ze prachtig, soms kijkt ze helemaal verloren. Er spreekt speelsheid en levenslust uit, maar ook diepe melancholie en, zeker in retrospect, gedoemde obsessie. Obsessie voor haar, maar ook voor de fotografie. Met de camera continu in het spel, als een alziend oog, was het op den duur alsof de enige bestaansreden van hun relatie lag in fotograferen en gefotografeerd worden. Verliefdheid werd ver stikkend rollenspel werd uiteindelijk vervreemding.
Wellicht speelde dezelfde dynamiek in de relatie met zijn eerste geliefde, Yukiyo. Ook zij werd constant vereeuwigd, en zodoende tegelijk geofferd aan de fotografie. Op zijn allereerste expo, Kill the pig (1961), werden reportagefoto’s van een slachthuis gecombineerd met beelden van hun verstrengelde lichamen, en een foto van hun doodgeboren kind. Een even eigenzinnige als morbide reflectie op liefde, leven en dood. Vlak daarna verdween Yukiyo met de noorderzon, zonder een woord uitleg.
Onheilbrenger
Verteerd door verdriet na de breuk met Yoko reisde Fukase in 1976 per trein vanuit Tokio naar zijn geboortestreek Hokkaido, helemaal in het noorden. Een paar jaar voordien had hij een vergelijkbare reis gemaakt in een vlaag van hevige nostalgie naar zijn roots, naar de bloedverwanten die hij ruim tien jaar niet gezien had en naar de fotostudio waar hij opgegroeid was. In die studio was hij toen begonnen met wat een langlopende serie familieportretten zou worden, nu eens geestig en guitig, dan weer met een boventoon van verlies en verval. En met een prachtige reeks over zijn vader, die hij tot voorbij de dood zou blijven fotograferen.
Zijn tweede Hokkaidotrip, nu met gebroken hart, voerde hem uiteindelijk naar Kaap Erimo, waar zwarte raven thuis zijn. Ze bleken de perfecte vehikels om zijn pijn en isolement te verbeelden. En zijn zelfhaat, zijn gevoel een onheilbrenger te zijn. Via de fotografie had hij vooral homma ge willen brengen aan Yoko, aan Yukio, maar uiteindelijk had zijn monomanie hen gewoon weggejaagd.
Artistiek loonde zijn tocht door het donker. In 1986 verscheen het boek Ravens. Fukase was toen al een gevestigde naam, vooral dankzij de expo New Japanese photography (1974) in het Moma in New York, waar hij en onder meer ook Daido Moriyama, Nobuyoshi Araki en Shomei Tomatsu voor het eerst aan een westers publiek getoond werden. Ravens deed zijn ster nog veel feller schijnen. Als een witte raaf die, soms in één beeld, bruggen sloeg tussen realisme, symbolisme en surrealisme; tussen documentaire, autobiografie en performance. En ook als een soort meester van de duisternis. Het was duurzaam succes: in 2010 werd Ravens door het British Journal of Photography uitgeroepen tot beste fotoboek van de voorbije kwarteeuw.
Selfiepionier
Al die aandacht voor Fukases magnum opus doet wel eens vergeten dat zijn zwaarmoedigheid altijd hand in hand ging met tomeloze speeldrift en experimenteerdrang. Precies die combinatie maakt zijn kunstenaarschap zo rijk en apart. ‘Mijn brein heeft niet genoeg aan wat mijn ogen kunnen zien’, zei Fukase aan het begin van zijn carrière. Kijk naar Color approach, gemaakt in op
Alle aandacht voor Fukases magnum opus ‘Ravens’ doet wel eens vergeten dat zijn zwaarmoedigheid altijd hand in hand ging met tomeloze speeldrift en experimenteerdrang