Mails aan spijtoptant nekten Bruyneel
Het sportarbitragehof TAS verlengde deze week de schorsing van Johan Bruyneel (54) van tien jaar tot levenslang. Het deed dat op basis van een bijzondere getuigenis van Luis Garcia Del Moral, de voormalige ploegarts van US Postal.
Uit het vonnis van het TAS blijkt dat Bruyneel zelf uitvoerig getuigde over
BRUSSEL I ‘Het laatste hoofdstuk in de geschiedenis van het US Postalteam’, zo omschrijft het arbitragehof TAS haar recente vonnis tegen Johan Bruyneel. Het was in ieder geval het laatste losse eindje in de zaak die begon in oktober 2012. Toen kwam het zogenaamde Usadarapport uit, dat het wijdverspreide dopinggebruik binnen het Postalteam openbaarde. Kopman Lance Armstrong kreeg voor die feiten een levenslange schorsing, manager Bruyneel kwam er toen vanaf met ‘maar’ tien jaar.
Het Wereld AntiDopingagentschap Wada wilde ook voor Bruyneel levenslang en stapte daarom naar het TAS. Na een lange juridische strijd haalde het deze week zijn slag thuis. Bruyneel kwam er woensdag in een open brief op Facebook zelf mee naar buiten. Het vonnis – 104 pagina’s lang – circuleert ondertussen onofficieel op het internet.
Zware procedureslag
Lezing leert dat Bruyneel zich heeft geweerd als een duivel in een wijwatervat. Zijn advocaat Mike Morgan – die ook Chris Froome verdedigde in de Salbutamolzaak – maakte er een zware procedureslag van. Meer dan de helft van het document gaat over verjaringstermijnen en over instanties die wel of geen jurisdictie hadden. Het TAS volgde daarin steeds de kant van de aanklager, tot frustratie van Bruyneel.
Uit het document blijkt ook dat de Belgische exmanager zelf uitvoerig getuigde voor het TAS. En
dat hij daarin best opzienbarende verklaringen aflegde. Zo speelt hij open kaart over zijn dopinggebruik als renner: corticosteroïden vanaf 1988, epo vanaf 1995. Als Oncerenner werkte hij al samen met dokter Michele Ferrari – bijgenaamd dottore epo. In zijn periode bij Rabobank leerde hij bloedtransfusies gebruiken via ploegarts Geert Leinders.
Over zijn periode als manager bij US Postal is hij vager. Hij was ‘op de hoogte van dopinggebruik en woonde in 2000 zelf een bloedtransfusie bij in Valencia’. In grote lijnen zegt Bruyneel ‘doping te hebben aanvaard en toegelaten’.
In dat verhaal is het TAS hem niet gevolgd. ‘Compleet strategisch’, zo zeggen de rechters. Het blijkt het centrale thema in de hele rechtsgang: Bruyneel pleitte dat hij als manager hoogstens medeplichtig was aan dopinggebruik. Het Wada betichtte hem ook van handel, toediening en verzwarende omstandigheden. Juridisch maakt dat het verschil tussen een milde straf en een levenslange schorsing.
Het TAS ondervroeg in deze zaak zeven exrenners van US Postal, die eerder ook al getuigden in het Usadarapport. De rechters probeerden steeds te achterhalen hoever de hand van Bruyneel precies reikte. Zette hij zelf aan tot dopinggebruik of niet? Eén anekdote is veelzeggend: David Zabriskie getuigde dat Bruyneel hem in een gesprek in een café in Girona in 2003 tot zijn grote ontzetting leerde hoe hij epo moest gebruiken. Bruyneel weerlegt dat en getuigt dat Zabriskie zelf vragende partij was. ‘In een hotelkamer in de Vuelta van 2002 klopte hij op zijn arm. Ik wil het spul dat de grote jongens gebruiken.’ Bruyneel benadrukt: ‘Ik heb nooit een renner gevraagd of aangemoedigd om doping te gebruiken.’
De Kat
Het TAS ziet dat dus anders. In de afweging ‘medeplichtig aan’ of ‘verantwoordelijk voor’ blijkt één getuige in het bijzonder Bruyneel de das te hebben omgedaan. Een man die in het Usadarapport nog één van de beschuldigden was: dokter Luis Garcia Del Moral, werkzaam bij US Postal tussen 1999 en 2003. Zijn bijnaam was ‘El Gato’ of ‘de Kat’. Volgens exrenner Christian Vande Velde was hij ‘agressief en altijd gehaast. Als hij in de buurt was, zat er snel een naald in je arm.’
In ruil voor strafvermindering fungeerde hij nu als kroongetuige van het Wada. Hij openbaarde aan het hof mailverkeer met Bruyneel,
Het TAS concludeert: ‘de mails bevestigen duidelijk alle getuigenissen van de renners. Bruyneel stond aan de top van de piramide’