Het gebeurt hier en vandaag
Mensen in een koude cel gooien en hun een dag lang eten, kleren of een toiletbezoek ontzeggen. Hun gsm, geld en medicijnen stelen. De getuigenissen uit een rapport van Dokters van de Wereld brachten van zijn stuk.
Quizvraag: uit welke staatsgevangenis komt de volgende getuigenis, de Irakese, de Saudische of de Mexicaanse? ‘Toen we in het commissariaat aankwamen, moesten we een ruimte binnengaan, waar we werden afgeranseld. Er was een twintigtal politieagenten. Ik kreeg een harde slag tegen mijn oor, het doet nog altijd pijn. Toen ik hun vroeg waarom ze me als een beest behandelden, sloegen ze me nog meer. Daarna moesten we ons volledig uitkleden en achter elkaar gaan staan, zodat ze ons konden fouilleren. Toen ik niet wilde, trokken vier politieagenten hardhandig mijn kleren uit. Ik was daar met vrienden. Wij respecteren elkaar. Het was vreselijk om elkaar zo te zien. Het was erg vernederend. Er waren ook vrouwelijke politieagenten. Zij deden niets, maar lachten ons uit. Daarna werd ik verschillende uren volledig naakt in een cel opgesloten.’
Geraden? Drie keer mis. Het gebeurde onlangs in een Belgisch politiecommissariaat. Aan het woord: een jonge Libiër zonder papieren. Het is slechts een van de vele getuigenissen uit een rapport van Dokters van de Wereld dat deze week verscheen. Ondanks de sobere toon is het de meest onthutsende lectuur die ik in maanden zag.
Marteling
‘Ik was in Zeebrugge, in een park vlak bij de kerk. Er kwamen politieagenten te paard aan. Een van de agenten was heel agressief en dreigde dat hij me zou doden als ik iets zou doen. (…) Hij legde zijn hand op zijn wapen en zei: “Sla mij en we zien wel wat er dan gebeurt.” Ik ben er niet op ingegaan en hij deed me heel strakke handboeien aan. Daarna nam hij me mee naar de politiewagen. Hij zei dat ik eigenlijk zelfs geen kogel verdiende en sloeg mij. Er waren meerdere agenten die me met de vuist in het gezicht sloegen, ter hoogte van mijn mond.’
Het gebeurt hier, het gebeurt vandaag en het is onbekend. Onderzoekers van Dokters van de Wereld ondervroegen van mei tot juli zo’n 440 mensen bij de humanitaire hub in het Brusselse Noordstation. Maar liefst een kwart van hen getuigde over politiegeweld.
‘Vervolgens hielden de twee agenten elk een arm vast en verdraaiden ze aan elke hand een vinger’, vertelde een jonge Soedanees. ‘Dat deed erg veel pijn. Een van de agenten ging zelfs nog verder en verdraaide mijn vinger heel traag, altijd maar verder en verder. De pijn was verschrikkelijk. Ik riep en smeekte hem om te stoppen, maar hij stopte niet.’
Volgens alle internationale verdragen en de eigen wetteksten be staat daar een woord voor: marteling. Een arts stelde een ontwrichting van het vingerkootje vast. Wat ook niet mag volgens Comité P is systematische naaktfouillering. Het gebeurt niettemin.
‘Vijf politieagenten hebben me meegenomen in een bureau en vroegen me om me uit te kleden, waarna ze me overal fouilleerden. Toen ik mijn slip niet wilde uittrekken, gaven ze me een klap en beledigden ze me. Ik begon te huilen en heb uiteindelijk toch mijn slip uitgedaan. Toen ik naakt was, bleven ze me beledigen en maakten ze me uit voor flikker. Ze vroegen me om naakt voor hen rond te draaien als een prostitué en lachten me uit, dat is alles wat ik zal onthouden van België. Nooit zal ik vergeten wat hier gebeurd is.’
Zeg niet dat het verzinsels van een linkse ngo zijn, zoals staatssecretaris voor Asiel en Migratie Theo Francken (NVA) deze week nog tweette. Lees het zelf. De ngo is rigoureus te werk gegaan volgens de richtlijnen van de Wereldgezondheidsorganisatie, het Istanbul Protocol voor het vaststellen van marteling en alle Europese en Belgische wetgeving. Wuif de getuigenissen niet weg, zoals minister Van Binnenlandse Zaken Jan Jambon (NVA) onmiddellijk deed, door ze ‘niet representatief’ te noemen. Neem ze een voor een ernstig. Laat ze tot je doordringen.
Een jongen van zeventien uit Ethiopië werd opgepakt in Brugge: ‘Mijn DAVID
VAN REYBROUCK
Wie? Schrijver van onder meer ‘Tegen verkiezingen’ (De Bezige Bij, 2016). Wat? Politiegeweld gebeurt misschien niet systematisch, maar je moet elk geval ernstig nemen. armen zaten ongeveer 48 uur lang op mijn rug vast. Ze duwden me met geweld de cel in. Omdat ik geboeid was, viel ik op de grond en heb ik mijn arm bezeerd. Ze maakten de handboeien alleen los toen ik naar het toilet moest, maar ik kreeg niets te eten. Ik had het erg koud in de cel, omdat ik alleen een Tshirt en onderbroek droeg, terwijl een ventilator aan stond. Toen ik om mijn kleren vroeg, weigerden ze me die te geven. Ik had ook gevraagd om mijn handen los te maken, omdat ik te veel pijn had, maar ze antwoordden me in het Engels: “Keer gewoon terug naar je land. Vraag daar maar om je los te maken.”’
Lachen met wonde
Slagen met de wapenstok, fysiek overmeesteren, opsluiting: dat mag, onder strikte voorwaarden. Wat niet mag, is mensen in een koude cel gooien en hun een dag lang eten, kleren of een toiletbezoek ontzeggen, hun gsm, geld en sieraden stelen, laat staan hun medicijnen, krukken, aidsremmers of glucosemeters. Het ge beurt nochtans allemaal. Vandaag, in België. Niet overal, niet in elk korps, niet door elke agent, maar vaak. En elke keer is dat een totale schande.
En het ergst van al: een derde van de getuigen is minderjarig. Een jongen van vijftien uit Eritrea vertelt: ‘Ik wilde Engeland bereiken. We zaten in een vrachtwagen. (…) We waren met zeven. Eén agent klom aan boord van de vrachtwagen en doorzocht die met zijn zaklamp. Hij heeft ons toen gevonden, en we moesten uitstappen. Ik sprong er als laatste uit, maar toen ik sprong, vierde de agent de leiband van zijn hond, zodat het dier bij me kon. De hond beet me twee keer, eerst ter hoogte van mijn ribben (dan) wat hoger op mijn rug. (…) De agent moest tussenkomen om de hond van me af te halen. Op dat moment zijn de anderen gevlucht. (…) Ik verloor veel bloed en had erg veel pijn. Ik lag op mijn buik. De agenten duwden me met hun voeten om. Ze hebben mijn Tshirt hardhandig uitgetrokken, en toen ze de wonde zagen, begonnen ze te lachen. Ze aaiden vervolgens de hond en herhaalden “flinke hond”. Ze stonden allemaal rond me te lachen.’
Dit gaat niet over de vraag of men voor of tegen migratie is. Dit gaat over zeer ernstige overtredingen begaan door politieagenten zelf, al dan niet aangemoedigd door de politieke jacht op migranten. Deze getuigenissen schreeuwen om antwoord.
‘Naakt voor de politie moeten dansen, dat is alles wat ik zal onthouden van België’