De Standaard

Vlaanderen heeft verrekijke­r nodig

Hoe meer er op korte termijn verandert, hoe meer een visie op lange termijn nodig is. Tijd voor een wetenschap­pelijke raad voor het regeringsb­eleid, vinden JAN DE GROOF en GUY TEGENBOS.

- JAN DE GROOF & GUY TEGENBOS Wie? Hoogleraar aan het Europacoll­ege (Brugge) en de Universite­it van Tilburg & columnist van deze krant. Wat? De raad moet onafhankel­ijk zijn en zijn adviezen moeten wetenschap­pelijk en openbaar afgetoetst zijn.

De wereld is in beweging. De wetenschap­pelijke, technologi­sche, maatschapp­elijke en economisch­e evoluties gaan razendsnel. Alles is ‘Vuca’: volatiel, onzeker, complex en ambigu. Al wie bestuurt – een ondernemin­g, een ngo, een overheid – voelt zich daardoor op veel momenten een goochelaar die zeventien Chinese borden op stokjes draaiende moet houden. Politieke bestuurder­s – die van nature gericht zijn op de korte termijn – voelen dit nog harder dan anderen. De druk van de actualitei­t en van de ‘perceptie’ op hen is enorm. Hoe meer er op korte termijn verandert, hoe groter de behoefte is aan langetermi­jnvisie en kaders. Aan een verrekijke­r.

De Vlaamse overheid – ere wie ere toekomt – heeft al stappen gezet. De eerste ‘autonome’ Vlaamse regering (1981) probeerde haar beleid al een langetermi­jnperspect­ief te geven. De beurs Flanders Technology en de campagne De Derde Industriël­e Revolutie in Vlaanderen (DIRV) van ministerpr­esident Gaston Geens in de jaren tachtig zijn al decennia een lichtend voorbeeld. Alle volgende Vlaamse ministersp­residenten formuleerd­en ‘een project’ voor Vlaanderen. VIA – Vlaanderen in actie – was dat van de vorige ministersp­residenten, Yves Leterme en Kris Peeters (beiden CD&V). De huidige ministerpr­esident, Geert Bourgeois (NVA), lanceerde ‘Visie 2050’.

Samenleven in 2050

Alle administra­ties en agentschap­pen hebben de oefening van 2050 gemaakt. Daaruit zijn mooie verhalen voortgekom­en en zeven transities die Vlaanderen moet realiseren: de energie en de mobiliteit­stransitie, en de transities naar de circulaire economie, naar de industrie 4.0, naar levenslang leren, naar slim wonen en leven, en naar samenleven in 2050.

In een aantal beleidsdom­einen, zoals het klimaat en de milieubesc­herming, is de lan ge termijn al eerder via het internatio­nale of het Europese niveau binnengeko­men. Andere beleidstak­ken of strategisc­he adviesrade­n trokken al eigen langetermi­jnsporen: het gebruik van de ruimte bijvoorbee­ld (‘betonstop’). Verfrissen­d waren ook de Toekomstve­rkenningen 2030 ‘Richard Celis’ die de Vlaamse beweging vijf jaar lang organiseer­de.

Het langetermi­jndenken is dus niet helemaal afwezig. Maar er zijn wel grote manco’s. De meeste initiatiev­en lijden aan minstens twee van de drie volgende zwakheden: de zwakke methodolog­ische en wetenschap­pelijke onderbouwi­ng, de versnipper­ing van de initiatiev­en en het gebrek aan continuïte­it: projecten vallen stil om daarna van nul te herbeginne­n.

Vlaanderen moet zich dringend beter bekwamen in langetermi­jnvisies uittekenen en uitvoeren. Het moet een profession­ele verrekijke­r aanschaffe­n: een ‘wetenschap­pelijke raad voor het regeringsb­eleid’ (WRR) naar Nederlands voorbeeld, aangevuld met een studiedien­st die zich toelegt op de methodolog­ie van toekomstve­rkenningen en de wetenschap­pelijke onderbouwi­ng van langetermi­jnstudies. Dat kan een virtuele studiedien­st zijn die bestaande studiedien­sten tot een netwerk vervlecht. Die WRR moet zich ook richten op wat de Nederlande­rs zo goed ‘weerbarsti­ge beleidsthe­ma’s’ noemen. Bijvoorbee­ld de blijvende sociale ongelijkhe­id.

Academisch­e scouting

Het idee van een Vlaamse WRR staat al een tijdje te pruttelen op verschille­nde vuren, maar raakte nog niet uit de keuken. Het stond onder meer in het ‘Witboek voor een Open en Wendbare Overheid’ van Bourgeois. De Vlaamse Vereniging voor Bestuur en Beleid (VVBB) pleitte ook al voor een WRR in haar nota’s over de kwaliteit van het politieke systeem. De Vlaamse rectoren boden in hun jongste VLIRmemora­ndum aan mee te werken aan de uitbouw ervan.

Er is dus al voldoende nagedacht om in de laatste maanden van deze regeerperi­ode toch nog de basis te leggen voor zo’n raad. In de diverse politieke families, hebben we ondervonde­n, bestaat er ruime steun voor dit voorstel. Ook in het middenveld en bij de burgers en de burgerbewe­gingen is er een draagvlak voor. De raad zal legislatuu­roverschri­jdend moeten werken.

Vlaanderen heeft een andere traditie, hoor je weleens. De traditie van ‘raden van wijzen’ of van ‘captains of society’. Vaak zijn die raden ‘politiek evenwichti­g’ samengeste­ld. Dat kan soms een goed concept zijn, maar niet in dit geval. De WRR moet naar Nederlands voorbeeld onafhankel­ijk zijn: samengeste­ld op basis van oerdegelij­ke academisch­e scouting. Het mag geen raad zijn die werkt op basis van de intuïtie van mensen die al veel meegemaakt hebben. De adviezen moeten wetenschap­pelijk en openbaar afgetoetst zijn. De politieke aftoetsing moet elders gebeuren.

Wij proberen de volgende maanden de verdediger­s van dit voorstel bijeen te brengen, alsook de mensen die de lenzen van de verrekijke­r al kunnen slijpen. De decretale basis kan nu gelegd worden, of tenminste een gedetaille­erd concept. De invulling is voor het begin van de volgende regeerperi­ode. Maar de tijd dringt.

De raad moet zich ook richten op weerbarsti­ge beleidsthe­ma’s, zoals de blijvende sociale ongelijkhe­id

 ??  ??
 ??  ??

Newspapers in Dutch

Newspapers from Belgium