Het plan B van Zuckerberg
Mark Zuckerberg had zich 2018 heel anders voorgesteld. Bij de voorstelling van de – teleurstellende – financiële resultaten van Facebook legde hij uit hoe ons gebruik van media aan het veranderen is. We delen minder via sociale media en meer via chatnetwerken, stelt hij vast. En we verkiezen dat te doen op een manier die geen blijvende sporen nalaat.
Zuckerberg had oorspronkelijk een ander plan voor ogen. Hij wist precies hoe de newsfeed van Facebook zou evolueren: we zouden daar steeds meer en steeds ‘rijkere’ inhoud delen, met steeds meer mensen. Het begon met berichten, toen kwamen foto’s, de volgende stap was video posten, vervolgens video live streamen. En de stap daarna lag ook al vast: virtuele realiteit. We zouden onze Facebookvrienden uitnodigen om samen met ons Halloween te vieren in een virtuele versie van onze eigen living. Aan die toekomst werkte Zuckerberg al zeker sinds 2014, toen hij 2 miljard dollar op tafel legde om VRspecialist Oculus op te kopen. Twee jaar later, in 2016, demonstreerde Facebook al hoe dat eruit zou zien, een sociaal netwerk in virtuele realiteit (nogal raar, met houterige cartoonversies van je vrienden).
Sindsdien is het nogal stilletjes over de VRplannen van Facebook. De eerste generatie VRbrillen bleek te duur en te onhandig voor het grote publiek, het is wachten op goedkopere en prak tischer modellen. Als het er al ooit van komt. Want inmiddels lijkt het een an dere kant uit te gaan: we delen niet méér, maar juist mínder op Facebook. Video’s posten doen we maar in beperkte mate, live video streamen is iets voor professionals en influencers gebleven. Waarom houden we het liever bij foto’s? Misschien wel omdat we daar meer controle over hebben. Of Halloween met de kinderen echt geslaagd was of maar half: een paar leuke foto’s kun je er altijd van sharen. Met video is dat al wat moeilijker, en live video wordt al helemaal link.
In plaats van echte video’s (gemonteerd of live) heeft het internet dit jaar gekozen voor het ‘verhaal’, zoals dat heet. Een tijdelijke want zichzelf na 24 uur vernietigende selectie van foto’s en videofragmentjes. Uitgevonden door Snapchat, maar pas doorgebroken toen Zuckerberg het idee pikte en inbouwde in de apps die mensen toch al gebruikten.
Zuckerberg verkondigde deze week trots dat er nu 1 miljard van die ‘verhalen’ per dag worden gedeeld. Mag hij daar trots op zijn? Ach, welja, waarom niet. Het is voor hem maar plan B, maar hij hééft toch maar mooi een plan B. Waarvoor hij bovendien al jaren geleden de basis heeft gelegd, onder meer met de peperdure overname van Whatsapp. Zo niet had het er nu voor hem veel slechter uitgezien.
Facebook is die gebruikers niet kwijt, het moet alleen een nieuwe manier vinden om hun aanwezigheid om te zetten in bergen cash
Uit de cijfers die het bedrijf deze week bekendmaakte, bleken zorgwekkende trends. De stijging van het aantal gebruikers speelt zich nu af op de ‘verkeerde’ plaats: in landen waar de gemiddelde reclameopbrengst per gebruiker lager is. En erger nog: buiten de Facebook‘newsfeed’, de efficiëntste geldmachine die het internet ooit heeft gekend.
Maar betekent dit dat voor Facebook het vet nu van de soep is? Dat zou een voorbarige conclusie zijn. Dat Facebook er überhaupt nog staat en zelfs groeit, is al straf. Als gebruikers het in 2018 gehad hebben met die Facebookfeed, is dat vanwege twee negatieve trends waarvoor Zuckerberg zelf grote verantwoordelijkheid draagt: de groeiende frustratie over zuurheid en fake news in die newsfeed, en de vrees voor onze privacy na schandalen als Cambridge Analytica. De Facebookgebruiker die boos opstapte, week blijkbaar vooral uit naar Instagram, Messenger en Whatsapp. Facebook is die gebruikers dus niet kwijt, het moet alleen een nieuwe manier vinden om hun aanwezigheid om te zetten in bergen cash. Hoe Zuckerberg dat precies wil aanpakken, weten we nog niet. Wel dat hij daar tot nog toe een onvoorstelbaar talent voor heeft getoond.