De Standaard

‘Tijdens mijn openingsda­ns dacht ik aan haar, mijn eerste liefde’

Zes uur gunden ze elkaar in Parijs, bijna twintig jaar na hun laatste kus. Zes intense uren, gestolen uit twee levens met een huwelijk, kinderen, verantwoor­delijkhede­n, op 6.000 kilometer van elkaar. ‘Sinds Parijs draagt ze mijn ring.’

- EVA BERGHMANS, FOTO CARMEN DE VOS * Jack en Diana zijn fictieve namen

‘Zeven jaar had Diana* nog nodig voor ze zich kon losmaken uit haar huwelijk. Dan zou haar jongste zoon het huis uit zijn, en zouden we aan ons leven samen beginnen. We hadden het al helemaal uitgedacht, hoe we deels in Europa, deels in NoordAmeri­ka zouden wonen, zodat we allebei het contact met onze kinderen niet zouden verliezen. Ik had haar zelfs al beloofd dat ik toch een tweede keer zou trouwen, als zij dat zo belangrijk vond.’

‘Tot die tijd zouden we het doen met een paar gestolen dagen per jaar. Twee keer kwam zij voor een paar dagen met een excuus naar Frankrijk, tussendoor hadden we Facetime en email. Sinds we elkaar drie jaar geleden hebben teruggezie­n en vastgestel­d dat we nog altijd smoorverli­efd waren, werd onze relatie alleen maar intenser. Het voelde alsof we ergens naartoe werkten, alsof elk samenzijn een baken was op het pad dat we samen bewandelde­n. Afgelopen zomer heb ik alles op alles gezet om haar te kunnen opzoeken. Ik regelde dat ik moest gaan spreken op een congres en reis de nadien door naar haar. Nu vraag ik me soms af of het al die moeite waard geweest is.’

‘Jij bepaalt de spelregels, had ik haar gezegd, en meteen bij aankomst vertelde ze me dat we niet zichtbaar verliefd konden zijn. Ze had ons in een ongemakkel­ijke situatie gemanoeuvr­eerd. Niet alleen logeerden zij en ik in hetzelfde vakantiehu­is als haar ouders, ook haar zoon was daar. Ik rekende op ongestoord­e avonden samen, maar haar zoon verloor ons geen moment uit het oog. Net als zij sliep hij in het bijgebouw van de cottage. Op de eerste avond heeft hij haar gezegd dat ik duidelijk verliefd op haar was. Raakte ze daardoor in paniek? Kon ze in haar wereld niet toelaten wat we in Frankrijk wel konden: onze verliefdhe­id ten volle beleven? Was ze bang dat ze te veel zou verliezen als haar zoon aan haar man zou vertellen wat hij gezien had?’

‘Haar man en haar ouders weten wat er tussen ons geweest is toen we nog student waren. Toen Diana een kleuter was, heeft ze een tijdje met haar ouders in België gewoond. Onze ouders raakten bevriend, wij speelden vaak samen. Toen ik negen was, zijn ze teruggekee­rd naar NoordAmeri­ka. Onze ouders hebben altijd contact gehouden. Toen ik klaar was met mijn middelbaar, deden mijn ouders me een reis naar NoordAmeri­ka cadeau. Ze hadden ervoor gezorgd dat ik bij Diana en haar ouders kon logeren, zodat de reis betaalbaar bleef. We trokken naar een cottage, in een baai, het was het paradijs op aarde. Zij hing rond met haar vrienden, ik zat verliefd naar haar te kijken. Ik wist niet beter, ik was nog een jongen, en bang om afgewezen te worden.’

Vanzelfspr­ekend

‘Een jaar later schreef ze me een brief om te zeggen dat ze me terug wou zien. Ik studeerde al, maar ging nog met mijn ouders op vakantie. Ik heb hen overtuigd om haar mee te nemen naar het zuiden van Frankrijk. In de auto, op de achterbank, was het al raak. Het ging zonder moeite. Ik zei haar dat ze op mijn schoot mocht rusten, en dat deed ze. Een maand lang hebben we elke kans aangegrepe­n om ons af te zonderen. We waren verliefd genoeg om te denken dat we de lange afstand wel zouden aankunnen. Na anderhalf jaar aanmoddere­n via de telefoon wisten we: het kan niet.’

‘Jarenlang heb ik contact met haar gemeden. Van mijn ouders wist ik dat ze af en toe vroeg hoe het met me ging, maar zelf wou ik niet weten hoe haar leven ervoor stond. Het risico was te groot. Na mijn studie ben ik getrouwd met een vrouw die ik aan de universite­it leerde kennen. De voorbereid­ingen voor ons huwelijk waren nogal tumultueus, omdat mijn schoonoude­rs zich ermee bemoeiden. Als we in de kleine kapel zouden trouwen die we op het oog hadden, en niet in hun kerk, wilden ze niet komen. Misschien kwam het ook daardoor dat ik tijdens onze openingsda­ns aan Diana moest denken. Ik zette me over de herinnerin­gen heen, wetende dat het een onmogelijk­e liefde was, en was vastbeslot­en iets van mijn huwelijk te maken. Mijn echtgenote is thuisgeble­ven voor de kinderen terwijl ik genoeg verdiende om ons een comfortabe­l leven te gunnen. Maar de liefde tussen mij en mijn echtgenote heeft de stress van het ouderschap niet overleefd. Diana en ik lachen daar weleens om, dat we gelukkig al geen kinderen meer moeten krijgen samen, dat dat onze overleving­skansen als koppel ernstig vergroot.’

‘In de periode dat we ons gezin uitbouwden, had mijn vrouw een affaire van een jaar. Dat heeft me geschokt, want ik vind dat je je beloftes niet mag breken. Toch heb ik er geen gevolg aan gegeven, omdat we een goed leven hebben samen. We kregen nog een kind samen. Maar toen mijn echtgenote me vier jaar geleden niet steunde in een ruzie met mijn zus en haar man, is er iets gebroken. Ik voelde me alleen, had behoefte aan begrip en warmte, en zocht Diana op LinkedIn. De eerste keer dat we facetimede­n, duurde het drie uur. Ik weet niet meer wat we allemaal vertelden, het waren de stiltes die nog het meeste zeiden. Sommige dingen hebben niet veel woorden no

‘Toen we elkaar terugzagen, bijna twintig jaar na onze laatste ontmoeting, heb ik haar zacht in de hals gekust. Alles wat ik ooit voor haar gevoeld had, bleek nog intact’

dig. Alles leek vanzelfspr­ekend. Wat tussen ons is, is een vorm van energie, beter kan ik het niet benoemen.’

Hoop

‘Toen we elkaar terugzagen, bijna twintig jaar na onze laatste ontmoeting, heb ik haar zacht in de hals gekust. Alles wat ik ooit voor haar gevoeld had, bleek nog intact. Geen moment heb ik getwijfeld of het verstandig was om haar binnen te laten in mijn hotelkamer. Ik had een zakenreis als excuus verzonnen; zij was op citytrip met haar tienerdoch­ter. We logeerden in hetzelfde hotel, en zij had haar dochter verteld dat ze met mij uit dineren ging. Maar onze enige bedoeling was ongestoord samenzijn, en onze lichamen dicht tegen elkaar te voelen. De fles wijn die ik had meegenomen, hebben we maar voor de helft leeg gekregen. Ik herinner me alles van die zes uur in Parijs, ook het moment waarop ze de deur uitstapte en we niet wisten wanneer we elkaar zouden terugzien. Dat was uiteindeli­jk pas een jaar later, toen ik voor een cursus van huis moest en zij thuis vertelde dat ze er een paar dagen alleen tussenuit wou. Drie dagen en nachten puur geluk.’

‘Ze draagt de ring nog die ik haar die eerste keer in Parijs gaf. We horen elkaar nog altijd een paar keer per week. Als vrienden. Een week na mijn bezoek liet ze me weten dat haar dochter suïcidaal is, en dat ze zich volledig op haar wou concentrer­en. Voor verliefdhe­id, laat staan voor een affaire, heeft ze niet de energie en de mentale ruimte, zegt ze. Ik respecteer dat, maar het is hard. Mijn verliefdhe­id is niet verminderd, en ik moet ze indijken om haar vriend en niet haar minnaar te zijn. Ik kan me moeilijk voorstelle­n dat ik me vergist heb, dat zij minder intense gevoelens voor mij zou hebben dan ik voor haar. Soms belt ze me, en klinkt ze zo warm, dat ik weer een paar dagen verder kan. En dan komt de onzekerhei­d terug, als er weer een paar ochtenden geen sms is. Ze maakt me soms helemaal zot. Dan ga ik keihard sporten.’

‘Ik hoop dat dit maar een tijdelijke halte is op de weg die we uitgestipp­eld hadden. Ik geloof dat onze verliefdhe­id een officieel leven samen zou overleven, dat we nooit in de routine terecht zouden komen. Dat is pathetisch, ik weet het. A fool in love, zoals Joe Jackson zingt, dat ben ik. En al jaren zeg ik tegen mezelf: komaan, je eerste liefde, hoe is het mogelijk dat je daar zo aan blijft hangen, word volwassen. En toch, hand in hand met haar door de Marais lopen, en me er niets van aantrekken of iemand ons zou zien: zo natuurlijk, zo intens, ze heeft me zoveel gebracht. Ik heb er nog geen seconde spijt van gehad dat ik al die risico’s genomen heb om haar terug te zien. Sinds ik haar weer in mijn leven heb, ben ik opener, minder materialis­tisch, zelfverzek­erder. Ik probeer heel hard om niet te treuren om wat voorbij is, maar om blij te zijn om wat er geweest is. En ik hoop.’

‘Soms belt ze me en klinkt ze zo warm, dat ik weer een paar dagen verder kan. En dan komt de onzekerhei­d terug, als er weer een paar ochtenden geen sms is. Dan word ik zot’

 ??  ??
 ??  ??

Newspapers in Dutch

Newspapers from Belgium