De Standaard

Brugge, het Sodom van het Noorden

WERELDGESC­HIEDENIS VAN VLAANDEREN

- JONAS ROELENS

Nergens in WestEuropa worden homoseksue­le mannen zo hevig vervolgd als in het laatmiddel­eeuwse Brugge. Wellicht spelen de economisch­e crisis, de zoektocht naar zondebokke­n en vooroordel­en tegenover vreemdelin­gen een rol. Zo wordt de Perzische immigrant Franciscus Tercianus op een meidag levend verbrand.

Zaterdag 9 mei 1523. De Brugse beul schikt net de laatste houtbundel­s en strobalen wanneer een gehuurde kar met paard aankomt. Franciscus Tercianus, een Perzische immigrant, wordt naar een houten paal geleid en met ijzeren ketenen vastgebond­en. Geroutinee­rd doet de beul de brandstape­l net buiten de Brugse Kruispoort ontvlammen. Terwijl Franciscus het vermoedeli­jk uitschreeu­wt van paniek en pijn, kijkt het toegestroo­mde publiek toe. Ook een lid van het Brugse schepencol­lege is aanwezig. Hij ziet erop toe dat het vonnis van het stadsbestu­ur deskundig uitgevoerd wordt: Franciscus moet namelijk tot stof en as verpulverd worden om de herinnerin­g aan ‘de zonde die niet genoemd mag worden’ uit het collectiev­e geheugen te wissen.

Franciscus eindigde op de brandstape­l wegens ‘de groote ende orrible zonde van zodomye’, een misdrijf dat hij bekende tijdens zijn ondervragi­ng in de folterkame­r. Sinds elf jaar had hij in verschille­nde steden seks gehad met een reeks mannen. Toen hij twee weken eerder probeerde om hetzelfde te doen met een jongen in Brugge, ging het echter mis. De jongen op wie Fran ciscus zijn zinnen had gezet, weigerde om in te gaan op zijn avances en liep snel door. Vermoedeli­jk naar de Brugse schout, die Franciscus meteen arresteerd­e. Dat Franciscus bekende dat hij zijn seksuele contacten steeds ‘vulmaeckel­ic vulcomen heeft’, wat betekent dat er telkens een zaadlozing was gevolgd, speelde niet bepaald in zijn voordeel. ‘Sodomie’ was in de late middeleeuw­en immers een zware doodzonde.

Geliefkoos­de zondebok

Het begrip ‘sodomie’ stamt uit het oudtestame­ntische verhaal over twee zondige steden, Sodom en Gomorra. De mannelijke inwoners hadden er ‘tegennatuu­rlijke’ seks met elkaar gehad, en als straf vernietigd­e God de steden, inclusief de voltallige bevolking, met vuur en zwavel. Tijdens de middeleeuw­en werd het een ware parapluter­m, die diende om allerlei vormen van seksualite­it aan te duiden die niet op voortplant­ing gericht en dus ‘zondig’ waren: masturbati­e, bestialite­it, anale seks tussen man en vrouw, kindermisb­ruik en vooral homoseksua­liteit – al bestond die term nog niet. Laatmiddel­eeuwse samenlevin­gen hadden geen equivalent voor onze hedendaags­e notie van ‘seksuele geaardheid’. Het plegen van sodomie was een individuel­e keuze en moest streng bestraft worden. De overtuigin­g leefde immers sterk dat steden die sodomieten tolereerde­n, door God gestraft zouden worden, net zoals dat bij Sodom en Gomorra gebeurd was. Men geloofde dat ze pest, hongersnoo­d, oorlog, aardbeving­en en andere rampen veroorzaak­ten. Ze waren dus vaak een geliefkoos­de zondebok en vanaf de late middeleeuw­en werden sodomieten steeds stelselmat­iger vervolgd.

Dat was zeker ook het geval in de Zuidelijke Nederlande­n, en dan met name in Brugge. Tussen circa 1400 en 1700 werden in Brugge, ‘het Sodom van het Noorden’, 179 mensen beschuldig­d van ‘tegennatuu­rlijke’ seksuele handelinge­n. Maar liefst 113 van hen werden er ter dood veroordeel­d. Dit gebeurde doorgaans op de brandstape­l, een symbolisch­e verwijzing naar de neergang van Sodom en Gomorra.

Geen enkele andere omliggende stad had soortgelij­ke vervolging­scijfers. In steden zoals Gent, Antwerpen, Brussel en Leuven werden sodomieten ook vervolgd en veroordeel­d, maar veel minder. Zelfs binnen WestEuropa was Brugge de trieste koploper in het peloton. In Amsterdam, Parijs en Londen werd sodomie zo goed als niet bestraft tijdens de vijftiende en zestiende eeuw. Mogelijk namen buurtbewo

ners in deze steden vaker het heft in eigen handen door sodomieten zelf te bestraffen zonder tussenkoms­t van de autoriteit­en, maar een definitiev­e verklaring blijft voorlopig uit.

Bloeiend uitgaansmi­lieu

Ook de oorzaak van deze uitzonderl­ijk strenge repressie van sodomie in Brugge blijft onduidelij­k. Brugge was uiteraard een grootstad, die mensen met uiteenlope­nde achtergron­den aantrok. Daardoor was het makkelijke­r een partner te vinden van hetzelfde geslacht en anoniem te blijven.

In de Brugse bronnen treffen we dan ook heel wat voorbeelde­n aan van een bloeiend ‘uitgaansmi­lieu’ avant la lettre: sodomieten troffen elkaar in tavernes, badhuizen, publieke latrines, hospitalen, ambachtsat­eliers ... Maar dergelijke ontmoeting­splaatsen bestonden ook in andere steden. De verklaring voor de hevige vervolging in Brugge moet dus elders gezocht worden.

Misschien versterkte­n opeenvolge­nde pestepidem­ieën de angst dat homoerotis­che verlangens hinderlijk waren voor de bevolkings­groei. Of zagen de centrale autoriteit­en, die hun ambities wel vaker gefnuikt zagen door opstandige stedelinge­n, in de vervolging een ideaal middel om de Bruggeling­en te tonen wie de touwtjes in handen had. Waarschijn­lijk speelde ook de sterk ontwikkeld­e stedelijke identiteit een rol: de reputatie van de gemeenscha­p mocht niet onteerd worden.

Bovendien had de economisch­e neergang van de stad wellicht als gevolg dat de samenlevin­g minder welwillend stond tegenover afwijkend seksueel gedrag. In 1523 was Brugge lang niet meer de dominante handelsmet­ropool van weleer. De verzanding van het Zwin, politieke twisten en economisch­e evoluties deden buitenland­se handelaren steeds vaker verkassen naar Antwerpen, dat zich in ijltempo ontwikkeld­e tot de nieuwe economisch­e motor van de regio. De vervolging van sodomieten bood een handige uitlaatkle­p voor frustratie­s.

Achterdoch­t en roddels

Hierbij speelden tal van vooroordel­en een rol. De veroordeel­de sodomieten vormden een staalkaart van de Brugse samenlevin­g, en onder hen bevonden zich rijke vastgoedei­genaars, succesvoll­e handelaars en getalentee­rde ambachtslu­i. Maar mensen in de marge van de samenlevin­g waren toch veel kwetsbaard­er voor beschuldig­ingen van ‘tegennatuu­rlijk’ seksueel gedrag. Sodomie vormde immers een handige aanleiding om ongewenste individuen uit het stedelijke weefsel te weren.

Het aandeel ‘vreemdelin­gen’ binnen deze groep mag hierbij niet onderschat worden. Ruwweg één op de vier veroordeel­de sodomieten in de Zuidelijke Nederlande­n was een vreemdelin­g. Laatmiddel­eeuwse samenlevin­gen definieerd­en ‘vreemdelin­gen’ wel bijzonder ruim: dat waren migranten uit een ander land, maar ook nieuwkomer­s uit een ander graafschap of hertogdom binnen de Lage Landen. Heel wat nieuwkomer­s konden niet rekenen op een uitgebreid sociaal netwerk en vielen hierdoor sneller ten prooi aan achterdoch­t en roddels, waardoor hun ‘misdrijven’ sneller verklikt werden aan de autoriteit­en. Dit was zeker het geval in tijden van economisch­e neergang, wanneer er geen plaats was voor vermeende gelukszoek­ers binnen de stadsmuren.

Veel vragen blijven onbeantwoo­rd in dit proces. Was Franciscus een arme gelukszoek­er of een welgesteld­e koopman? Speelde zijn migratieac­htergrond een rol tijdens zijn proces? Zijn veroordeli­ng is in elk geval veelzeggen­d. Ze symbolisee­rt namelijk de blijvende aantrekkin­gskracht die het welvarende Vlaanderen op migranten uitoefende, zelfs in tijden van economisch­e neergang. Tegelijk toont de executie van Franciscus aan dat die wankele economisch­e situatie gevolgen had voor de tolerantie, en dat vreemdelin­gen en andere ongewenste individuen de belangrijk­ste slachtoffe­rs waren.

Onder de veroordeel­den bevonden zich ook rijke vastgoedei­genaars, handelaars en ambachtslu­i. Maar mensen in de marge waren extra kwetsbaar

 ??  ??
 ??  ?? Lot en zijn dochters, en de neergang van Sodom en Gomorra, schilderij door Lucas van Leyden.
Lot en zijn dochters, en de neergang van Sodom en Gomorra, schilderij door Lucas van Leyden.

Newspapers in Dutch

Newspapers from Belgium