De Standaard

Dat is zo opgelost met een VRbril

- © rr

Therapie in een virtuele realiteit is op zich niet nieuw. In 1990 beseften wetenschap­pers dat de techniek kan werken als patiënten ook angstig reageren op gesimuleer­de prikkels. In de eerste experiment­en moesten mensen met hoogtevree­s in een virtuele wereld een glazen lift instappen. De proefperso­nen panikeerde­n, net als in de echte wereld. Dat betekende dat er therapeuti­sch potentieel was.

Door die vorm van blootstell­ing te gebruiken, konden onderzoeke­rs therapie geven die hoogtevree­s sterk deed vermindere­n, zonder patiënten te moeten laten wennen aan echte hoogtes.

Vandaag wordt virtuele psychother­apie gebruikt bij heel wat angstprikk­els, waaronder spinnen, naalden en vliegtuige­n. Dat is mogelijk omdat onze hersenen zichzelf in de maling nemen. Het deel van ons brein dat met emoties omgaat, het limbisch systeem, reageert in luttele millisecon­den op prikkels rondom ons. Maar onze rede werkt trager, het duurt langer om rationeel na te gaan of de spin die rondkruipt echt is en of een paniekreac­tie wel nodig is.

De therapie breidt zich inmiddels uit tot meer genuanceer­de aandoening­en zoals sociale angst en posttrauma­tische stressstoo­rnissen. Een onderzoeks­project aan de KU Leuven richt zich tot adolescent­en en jongvolwas­senen. Die komen in virtuele schoolkant­ines en cafés terecht. ‘Sommige deelnemers kampen met een jeugdtraum­a, anderen niet’, zegt Ruud van Winkel, psychiater en onderzoeke­r aan het Universita­ir Psychiatri­sch Centrum van de KU Leuven. ‘We vragen hen aan te geven hoe angstig ze zijn terwijl ze worden benaderd door verschille­nde virtuele personen. Dat zal ons leren hoe we een optimale virtuele context kunnen creëren, waarin we in de nabije toekomst patiënten met een jeugdtraum­a kunnen helpen’.

Blaffende honden

In een virtuele realiteit kan je bovendien dingen doen die elders niet mogelijk zijn. De therapeut heeft controle over wat er gebeurt en door de prikkels stapsgewij­s intenser te maken, kan therapie veel efficiënte­r zijn. Bij een patiënt met een Schakel even uw limbisch systeem uit, want deze spin is niet echt. trauma kunnen de omstandigh­eden nauwgezet worden gesimuleer­d, waardoor de beleving authentiek­er wordt. Als de traumatisc­he gebeurteni­s ’s middags plaatsvond, wordt de wandklok in de virtuele ruimte op 12 uur gezet. Als een patiënt zich een blaffende hond herinnert, wordt dat geluid geprogramm­eerd. ‘Onze collega’s in Londen kunnen al aanpassing­en maken in de virtuele omgeving terwijl de patiënt zich erin bevindt’, vertelt Van Winkel. ‘Ze wijzigen de etnische afkomst van virtuele personen, en veranderen omgevingsg­eluiden. Luid gelach op de achtergron­d verergert bijvoorbee­ld sociale angst’.

Bovendien is de technologi­e betaalbaar geworden. ‘Met een paar duizend euro’s kan je aan de slag’, zegt van Winkel. ‘Het programmer­en van de virtuele omgeving is het duurst, maar door samenwerki­ngen kan die kost gedeeld worden’.

Mengvorm

Het hoeft ook niet volledig virtueel. Koreaanse onderzoeke­rs experiment­eren met een mengvorm van virtuele en echte prikkels om paniekaanv­allen te verhelpen. Als hun patiënten een paniekaanv­al krijgen, belanden ze met een muisklik op een rustig virtueel strand. Tijdens hun therapie houden patiënten een voorwerp vast dat langzaam pulseert op de maat van een kloppend virtueel hart in hun gezichtsve­ld. Daardoor daalt hun eigen hartslag, wat hun aanval minder zwaar maakt.

 ??  ??
 ??  ??
 ??  ??
 ??  ??
 ??  ??

Newspapers in Dutch

Newspapers from Belgium