Ferrari op twee benen
Volgens F1journaliste Kate Walker had Ferrari dit jaar de snelste auto van het racecircuit. En is de Ferrari veel liever voor zijn banden dan Mercedes. Maar het mocht niet baten: een week geleden veroverde niet Sebastian Vettel (Ferrari) maar wel Lewis Hamilton (Mercedes) de wereldtitel Formule 1.
De Italiaanse automaker kan zich wel optrekken aan zijn kwartaalcijfers, die hij gisteren publiceerde. In de drie maanden van juli tot september verkocht Ferrari 2.262 auto’s – 216 meer dan een jaar geleden. De Italianen zijn op weg om dit jaar meer dan 9.000 auto’s te verkopen, een historisch record. Dat is meer dan het dubbele van vijftien jaar geleden.
Maar is dat wel een goede zaak voor Ferrari? Het automerk maakte van exclusiviteit zijn handelsmerk. Oprichter en testrijder Enzo Ferrari verkocht met frisse tegenzin zijn eerste wagens voor het grote publiek. Hij deed dat alleen maar om geld in het laatje te brengen voor zijn eigen raceteam.
Serge Marchionne, de ItaliaansCanadese Ferraritopman die in juli onverwacht overleed, had een ambitieus plan met een agressief groeiritme. Hij wilde tegen 2022 de bedrijfswinst opkrikken tot 2 miljard euro, bijna het dubbele van wat voor dit jaar verwacht wordt.
Om dat te bereiken, hinkt Ferrari op twee benen. Enerzijds wil Ferrari een ruimer publiek aanspreken. Daarvoor steken de Italianen zelfs de Rubicon over: in 2022 zullen ze een SUV verkopen. ‘Ik gruwel ervan om
De luxeautobouwer wil het grote publiek bereiken, maar tegelijk exclusiever worden
SUV in dezelfde zin te horen als Ferrari’, gaf zelfs de huidige ceo Louis Camilleri toe. Daarom heeft de exbaas van tabaksbedrijf Philip Morris de SUV herdoopt tot ‘purosangue’ of ‘volbloed’.
Een groter bereik zadelt Ferrari overigens ook met een netelig probleem op: vandaag krijgen de Italianen een uitzondering op de uitstootnormen omdat ze minder dan tienduizend wagens aan de man brengen. Al is ook daar aan gedacht. In september werden vijftien modellen voorgesteld, waaronder heel wat hybrides.
Anderzijds wil Ferrari ook exclusiever worden. Dat doet ze door beperkte, bijzonder prijzige speciale edities uit te brengen. Zoals de in september aangekondigde Monza SP1 en SP2, waarvan er maar 499 verkocht worden. Prijskaartje: 1,6 miljoen euro.
Het nadeel is dat die edities beperkt zijn, zoals uit de huidige kwartaalcijfers blijkt. Doordat de vorige exclusieve reeks afliep, steeg de omzet nagenoeg niet. Reeksen maken de omzet ook volatieler.
Dat weegt kennelijk niet op tegen het voordeel: veel hogere marges. Ferrari heeft vandaag al een winstmarge van 33 procent. De ambitie is om tegen 2022 een marge van 38 procent te bereiken – precies evenveel als het Franse luxemerk Hermès.
Camilleri heeft nog wat werk om beleggers te overtuigen. Sinds hij aan het stuur zit, is het bedrijf bijna 15 procent minder waard. Toch maakt Ferrari ook op de beurs nog steeds zijn status als luxemerk waar: het aandeel noteert tegen een koerswinstverhouding van 30,6 – bijna drie keer duurder dan de grote Italiaanse bedrijven.