De mythen en niets dan de mythen
Midas en zijn goud, Narcissus en zijn spiegelvijvertje, spierbundel Hercules: in een mooi kijkboek brengt Phaidon een bloemlezing van mythen in de kunsten, van de oudheid tot nu.
Tracey Emin – u kent haar van de bevuilde beddenlakens uit My bed – fotografeert zichzelf: hoofd naar beneden, benen wijd gespreid terwijl ze lachend een hoop munten en bankbiljetten in haar vagina lijkt te proppen. Of produceert haar geslachtsdeel hopen cash? I’ve got it all is de sarcastische titel van de fotoreeks.
Geld in de schoot geworpen krijgen, het was ook het lot van de mythische Danaë, die bezwangerd werd door Zeus in de gedaante van goudenregen. Zo werd Danaë het zoveelste slachtoffer van de wild om zich heen verkrachtende oppergod. We schrijven pre#MeTootijden, maar net zo goed werd Danaë in de latere beeldende kunst de jonge vrouw die de gouden god zo te zien gewillig ontvangt. De mythe als veilige omweg om onchristelijk gedrag en vrouwelijk naakt te verbeelden. De mythe ook als alibi om vrouwen, met het woord van John Berger, als ‘available’ voor te stellen, gezien door de mannenblik. Dat begon al met Venus.
Zowel het werk van Emin als Titiaans befaamde Danaë is opgenomen in het boek Flying too close to the sun, net als de versies van Artemisia Gentileschi, Gustav Klimt en de hedendaagse Russische conceptuele kunstenaar Vadim Zakharov. Het boek is een becommentarieerde bloemlezing met een dikke 200 voorbeelden van beeldende kunst die is geïnspireerd door 25 antieke mythen, van de oudheid tot 2017. Damien Hirst sluit de chronologische rij. En nu we aan het cijferen zijn: een kleine helft van de selectie is 20ste en 21steeeuws. Dat is een krachtig statement en tegelijk een ferme scheeftrekking. Als je er ook nog eens de veertig vazen, beelden en fresco’s uit de oudheid zelf aftrekt, dan moet de periode tussen de oudheid en 1900 het stellen met een derde van de selectie. Met die keuze willen de samenstelsters laten zien hoe een aantal antieke mythen het goed blijft doen in de beeldende kunsten: Narcissus, Icarus, Oedipus, Orpheus en Eurydice, Ariadne, Prometheus, Actaeon, Danaë en anderen. Het succesvolle collectietje mythen blijft hier behoorlijk beperkt. Dat kon verrassender.
Psychoanalyse
Hoe komt het dat sommige mythen tijdloos lijken? Simpelweg omdat ze met hun vaak larger than life personages zowel over de trivia als over de grote, blijvende mensenthema’s gaan. Niet toevallig sporen psychoanalyse en mythen goed samen. En wanneer de modernisten de traditie afzweren, zijn het de mythen die toch in hun kunst blijven infiltreren – denk aan Picasso en zijn Minotaurussen. Het komt ook omdat de verhalen, episodes daaruit of geïsoleerde beelden zo archetypisch sterk zijn: Sisyphus, zijn berg en zijn steen, Midas en zijn goud, Narcissus en zijn spiegelvijvertje, de uit de lucht vallende jonge Icarus, de eenogige cycloop, spierbundel Hercules ... Bovendien kan je als kunstenaar al sinds de oudheid doen wat je wil met de onschadelijke mythen. Canonieke, heilige versies zijn er niet. De cycloop kan zowel een monster als een deerniswekkend wezen zijn, zoals bij Odilon Redon. De mythen blijven resoneren in de westerse kunst en cultuur. Dat raken we niet meer kwijt.
Even wat namedropping: Anish Kapoor, Anselm Kiefer, Maurizio Cattelan (met zijn gouden Midastoilet Amerika uit 2015),