De man achter de metamorfosen
De Romeinse dichter Publius Ovidius Naso is een belangrijke leverancier van GrieksRomeinse mythen, vooral dankzij zijn
‘waarschijnlijk na de Bijbel de belangrijkste bron voor motieven in de schilderkunst en beeldhouwkunst’. Latinist Michiel Verweij, alias Michael Pratensis, vertelt ‘het verhaal van de dichter’: hij verzamelt wat we weten over Ovidius’ leven en overloopt netjes diens hele oeuvre. Dat gebeurt op voorzichtige en bescheiden, klassiek filologische wijze, close readend, en in de bijbehorende heldere maar vlakke en enigszins plechtstatige stijl. In zijn gedegen ouwerwetsigheid lijkt dat bijna weer een vernieuwend genre, te midden van ‘hemelbestormende’ en ‘bijna verstikkende’ theorieën, dixit Verweij: Ovidius als postmoderne, ironiserende auteur! Ovidius en gender! Ovidius als subversieve protestdichter tegen Augustus’ restauratiepolitiek! Zo besteedt deze auteur terecht uitgebreid aandacht aan het metrum, voor Romeinse dichters een wezenlijk en arbeidsintensief kenmerk van hun poëzie. Hij gaat ook in op de handschriftelijke overlevering en de daarmee verbonden problemen, een fascinerend maar geen vanzelfsprekend onderwerp. Benieuwd welke lezers de auteur zullen volgen.
Dit fraai met etsen, manuscripten en vroege drukken geïllustreerde boek verschijnt eigenlijk te vroeg: het hoort bij een tentoonstelling met werken uit de Koninklijke Bibliotheek die pas in 2019 in Leuven te zien zal zijn.
Michiel Verweij Ovidius. Het verhaal van een dichter. Amsterdam University Press, 300 blz., 39,99 €