Zelfs Natuurpunt heeft nu last van everzwijnen
In Lommel heeft het Natuurhulpcentrum van Opglabbeek gisteren zeven everzwijnen gevangen. De dieren zijn het onderwerp van een woelige discussie.
BERINGEN I De stad Lommel ontving de voorbije dagen meerdere meldingen van een kudde everzwijnen dicht bij het centrum van de stad. Eerst werd beslist dat twee jagers de dieren zouden ‘neutraliseren’, maar dat bleek uiteindelijk niet nodig. Het Natuurhulpcentrum van Opglabbeek ving de dieren een voor een met een schepnet. ‘De everzwijnen zitten nu in ons centrum’, zegt Sil Janssens van het Natuurhulpcentrum. ‘We gaan nu bekijken wat er met de dieren mag, moet en kan.’ Volgens Janssens gaat het niet om wilde dieren. ‘Het zijn halftamme beesten die iemand heeft uitgezet of die ontsnapt zijn. Ze zijn sowieso illegaal, want ze hebben geen oorlabels aan.’
Het everzwijn is dezer dagen de kop van Jut. Niet alleen voor landbouwers die vrezen dat de dieren hun varkens zullen besmetten met de Afrikaanse varkenspest, maar ook voor bewoners die hun kostbare gazon omgewoeld zien worden door de wilde dieren. Zelfs voor Natuurpunt, de organisatie die nochtans pleit voor natuur en dier, gaan de everzwijnen niet volledig vrijuit. De jongste jaren groeit de populatie ferm aan in België. ‘Als je een weiland jarenlang beheert om orchideeën te krijgen en vervolgens komt zo’n bende everzwijnen het weiland omploegen, is dat uiteraard niet fijn’, zegt Jan Kenens. De gids werkt achttien jaar voor Natuurpunt in de Vallei van de Zwarte Beek in Beringen, het grootste natuurgebied van de organisatie.
Elektrische draad
Kenens leidt ons naar een veld dat is omgewoeld door de everzwijnen. De grassen zijn veranderd in diepe putten en talrijke hoopjes aarde. ‘Everzwijnen zoeken hier naar eten in de strooisel laag. Daar is genoeg vocht en zuurstof, zodat er kleine insecten, zwammen en schimmels in kunnen gedijen. Met hun stevige snuit woelen ze die grassen om.’ Aan de overkant ligt een voetbalveld dat er maagdelijk ongeschonden bijligt. Om de everzwijnen tegen te houden investeerde de lokale voetbalploeg in kniehoge schrikdraad, waarmee heel het terrein intussen is omringd.
Don Quichot
‘Je mag in mijn voortuin ook foto's maken’, roept een misnoegde man naar onze fotograaf. ‘Daar is het nog erger gesteld dan op dit veld. Tegenwoordig moet je heel je gazon beveiligen met elektriciteit. En wie gaat dat betalen? Pas op, ik heb niets tegen die dieren, maar het is niet meer onder controle. We voelen ons net Don Quichot, maar dan met varkens om tegen te strijden in plaats van windmolens.’
Jan Kenens erkent de problemen die de everzwijnen veroorzaken, maar gaat niet in discussie met de man. ‘Mensen trekken almaar verder de natuur in, want ze wonen daar graag. Maar dan is hun tuin natuurlijk het eerste waarmee dieren in contact komen als ze uit het bos komen. Vroeger leerden mensen te leven met de natuur. Nu zou de natuur zich moeten aanpassen aan de mens.’
Everzwijncoördinator
Natuurpunt ijvert voor een everzwijncoördinator die het probleem onderzoekt, acties op het terrein coördineert en daarvoor ook over de landsgrenzen kijkt. De dieren afschieten om de Afrikaanse varkenspest in te dijken, heeft volgens de organisatie geen zin. ‘Je kan everzwijnen niet volledig uitroeien. Dat zou bovendien heel slecht zijn, want het everzwijn heeft een plaats in de keten. Om de problematiek aan te pakken moeten de dieren eerst en vooral grotere gebieden krijgen.’ Daarna kunnen preventieve maatregelen, zoals de schrikdraad, ook een oplossing bieden. ‘Pas in laatste instantie wil Natuurpunt de populatie indijken door erop te jagen of ze te vangen en ze ergens anders neer te zetten.’
Kenens geeft wel toe dat het daarna slechts een kwestie van tijd is vooraleer de everzwijnen hun weg terugvinden naar onze contreien.
‘Vroeger leerden mensen leven met de natuur. Nu zou de natuur zich moeten aanpassen aan de mens’
JAN KENENS
Gids bij Natuurpunt