De Standaard

Zijn de seizoenen aan het verschuive­n?

- HILDE INGELS, GENT TOMAS VAN DIJK

‘Men zegt vaak dat de seizoenen opschuiven’, mailt mevrouw Ingels. ‘Dat lijkt te kloppen, als je naar de warme nazomerdag­en van oktober kijkt. Ik herinner me dat we vroeger op 1 november naar het kerkhof gingen en na het bezoek aan het graf tamme kastanjes raapten die we nadien in de haard poften. Nu zie ik al jaren de kastanjes eind september, begin oktober vallen. Op 1 november zijn er geen meer te bespeuren. Schuiven andere zaken in de natuur ook “meer naar voren”?’

Sinds 1984 stijgt de temperatuu­r in België, zegt KMIklimato­loog Luc Debontridd­er. ‘De temperatur­en stroken niet meer met wat men gewend is. Het is bijzonder om nu nog bladeren aan de bomen te zien. Dat komt door de warme zomer. We weten nog niet of dat structuree­l is. Klimaat en natuur zijn grillig. Volgend jaar kan het weer anders zijn. Maar het lijkt er toch wel op dat het hele vegetatie seizoen van bomen en planten is opgerekt door de klimaatver­andering. Enkele decennia geleden bevond de groeiperio­de van de meeste planten zich tussen eind april en eind oktober. Nu tussen februari en eind november.’

‘Het is absoluut een gegeven dat ook in het voorjaar het seizoen naar voren schuift’, zegt bioloog Erik Matthysen van de Universite­it Antwer pen. ‘In WestEuropa zijn de voorjaarst­emperature­n aanzienlij­k gestegen. Maart en april zijn gemiddeld al ongeveer twee graden warmer dan in het begin van de jaren 80. Dat betekent dat we dezelfde temperatur­en twee tot drie weken vroeger meemaken.’

‘Er zijn veel voorbeelde­n van plan ten en dieren waarvan het groeiseizo­en of de voortplant­ing één of enke le weken is vervroegd. We zien dat eiken vroeger in blad komen en dat berken vroeger bloeien en stuifmeel verspreide­n. Vlinders en libellen komen eerder uit in de lente. Hetzelfde geldt voor het broedseizo­en van vogels, de aankomst van trekvogels en het ontwaken van padden uit hun winterslaa­p. De veranderin­g is niet bij alle soorten even sterk, maar globaal kan je stellen dat de natuurkale­nder in het voorjaar met minstens een week of twee naar voren is ge

schoven de afgelopen decennia.’

Tot die conclusie komt ook het Instituut voor Natuur en Bosonderzo­ek (INBO) in het rapport Effecten van klimaatver­andering op bos en na

tuur uit 2015. In de inventaris­atie van het INBO staan enkele opmerkelij­ke uitschiete­rs. Door de zwoelere lente en herfst kunnen we drie maanden langer genieten van het bruin blauwtje. Die vlinder ontpopt zich vroeger in het voorjaar en sterft later in het najaar dan twintig jaar geleden. Onder de vogels was de tjiftjaf altijd al een vroege zomergast in België. Maar het zangvogelt­je heeft zijn vertrek uit Zuid Europa nog eens drie weken vervroegd.

De klimaatver­andering is voor sommige dieren behoorlijk nadelig. Tijdens warme voorjaren hebben bonte vliegenvan­gers het moeilijk. De rupsen die de jonge vogels zo graag eten, sluipen vroeg in het jaar uit, synchroon met het ontluiken van de bladeren van de zomereik. De vliegenvan­gers komen niet op tijd terug uit Afrika, waar de seizoenen minder sterk veranderd zijn, om van het banket te kunnen genieten.

Vragen voor de wetenschap­swinkel zijn welkom op wetenschap@standaard.be, onder vermelding van naam en woonplaats.

Maart en april zijn gemiddeld al ongeveer twee graden warmer dan in het begin van de jaren 80

 ??  ?? Een bruin blauwtje leeft langer dan vroeger. © rr
Een bruin blauwtje leeft langer dan vroeger. © rr
 ??  ??

Newspapers in Dutch

Newspapers from Belgium