WAT JONGEREN MOETEN WETEN OVER DE EERSTE WERELDOORLOG
Voor mijn zoon van negentien is de Eerste Wereldoorlog net zo’n ver verleden als het Congres van Berlijn van 1878 voor mij was toen ik negentien was. Voor mijn generatie was de Eerste Wereldoorlog nog niet echt geschiedenis. Mijn grootvader, John Ferguson, was op zijn zeventiende in het leger gegaan en had aan het westelijke front gevochten. Hij was een van de zes miljoenen Britten die in dienst gegaan zijn. Van die zes miljoen hebben 722.785 het niet overleefd. Bijna de helft van die gesneuvelden was tussen 16 en 24 jaar – iets waarover ik me blijf verbazen.
Mijn grootvader is wel terug naar huis gekomen, maar niet zonder kleerscheuren. Een Duitse sluipschutter had hem in de schouder geraakt. Hij heeft een gasaanval overleefd, maar zijn longen liepen blijvende schade op. De levendigste herinnering die hij aan de oorlog had, was een aanval van de Duitsers. Terwijl de vijand oprukte, bereidden hij en zijn kameraden zich voor op het bevel om over de heuvel te trekken. Op het laatste moment werd beslist dat een ander regiment die klus moest klaren. Daarbij vielen zoveel doden dat mijn grootvader zeker was gestorven als zijn regiment de klus had moeten klaren.
Toen ik op school de gedichten van Wilfred Owen moest lezen, kon ik me de rauwe angst voorstellen als je op zo’n bevel wacht. Ik vraag me af of mijn zoon dat gevoel ook kent. Hieronder som ik acht dingen op die mijn kinderen duidelijk moeten maken wat er gebeurd is met de generatie van hun overgrootvader.
1. Het was geen oorlog ‘voor de beschaving’, zoals op de overwinningsmedaille van John Ferguson stond. Het was een oorlog voor de heerschappij tussen de zes grote Europese rijken – de Britten, Fransen en Russen tegen de Duitsers, Oostenrijkers en Turken – die losgebarsten is omdat alle heersers in de waan verkeerden dat de kosten van niet tot de actie overgaan de kosten van een oorlog zouden overstijgen.
2. De Duitsers waren niet gedoemd te verliezen. Als de Fransen in de eerste zes maanden van de oorlog bezweken waren – toen 528.000 Franse soldaten uitgeschakeld werden – had het net zoals in 1870 of 1940 kunnen lopen. De veerkracht van de Fransen was een van de verrassingen van de oorlog. Desondanks stelde hun aanvalsmacht halverwege 1917 niets meer voor. Duitse onderzeeërs brachten talloze Britse bevoorradingsschepen tot zinken. Rusland was in de ban van de revolutie en veel Amerikanen dachten zelfs nog in de lente van 1918 dat de Duitsers konden zegevieren.
3. Het klopt dat de Duitsers in veel opzichten benadeeld waren. Hun bondgenoten waren zwak. Hun generaals pasten methoden toe – in het bijzonder oorlogvoering met onderzeeërs – waardoor een tussenkomst van de Amerikanen onvermijdelijk werd. Ook economisch was het Duitse kamp achtergesteld.
4. Maar de Duitsers waren ontzagwekkend bedreven in het doden van hun tegenstanders. In totaal hebben de centrale mogendheden 35 procent meer manschappen gedood dan ze er zelf verloren hebben, en hun gemiddelde kost om een vijandelijke soldaat te doden bedroeg ongeveer een derde van die van de tegenpartij. De Duitsers waren doeltreffend genoeg als soldaten om in 1917 de oorlog tegen Rusland te winnen.
5. De Duitsers hebben uiteindelijk verloren omdat het Britse leger veerkrachtiger bleek dan dat van hen. Mannen zoals mijn grootvader wilden gewoon niet opgeven, ondanks alle ellende. Was dat vaderlandsliefde? Of kwam het doordat de Britse propaganda zo doeltreffend was – en de Britse militaire rechtspraak zo streng? Misschien hebben al die factoren een rol gespeeld. Maar het maakte ook veel uit dat de meeste Britse officieren erg bekwaam waren, en dat het leven van de gemiddelde tommy draaglijk werd gemaakt met sloten goedkope wijn en veel sigaretten, en dat ondanks de vele slachtoffers de camaraderie bleef bestaan.
6. Het Duitse leger is uiteindelijk ten onder gegaan in de herfst van 1918, nadat duidelijk werd dat door de Britse standvastigheid en de tussenkomst van de Amerikanen een Duitse zege onmogelijk werd en nadat het bolsjewistische gedachtegoed zich van het oostelijke front westwaarts begon te verspreiden. Vanaf de Slag bij Amiens (van 8 tot 11 augustus 1918) verloren de Duitsers de wil om te vechten en begonnen ze zich massaal over te geven.
7. Na de oorlog volgde geen vrede, maar volstrekte verwarring. De dynastieën werden onderuitgehaald: de Romanovs, de Habsburgers, de Hohenzollerns, de Ottomanen – allemaal verdwenen. Niet alleen in Rusland, maar over de hele wereld leek de rode revolutie niet in te tomen. Tot overmaat van ramp brak een wereldwijde griepepidemie uit, waaraan vier keer meer mensen bezweken dan in de oorlog.
8. Pas door de opkomst van een nieuwe generatie nationalistische leiders werd duidelijk dat strijdlustig nationalisme het beste tegengif was voor leninisme. Sommigen noemden dat fascisme. Maar weinig dictators uit het interbellum leefden de vredesverdragen na die opgesteld waren door de overwinnaars van de oorlog. De meeste verdragen bleven dode letter, al lang voor de oorlog in 1939 weer uitbrak.
Amerikanen vergeten vaak de Eerste Wereldoorlog. Denk heel even aan je grootvader of overgrootvader die als een doodsbange jongen in een loopgraaf zat. En bedenk ook eens hoe hij daar beland was.
Mannen zoals mijn grootvader wilden gewoon niet opgeven, ondanks alle ellende
Niall Ferguson