Zelftest kan gynaecoloog verlossen van bandwerk
Waarom zouden we gynaecologen met een routineklus als het uitstrijkje belasten? Zeker als er een efficiënte, betrouwbare en laagdrempelige doehetzelftest bestaat.
In ons land zitten enkele seksueel overdraagbare aandoeningen in de lift. Behalve syfilis en gonorroe is vooral chlamydia de voorbije tien jaar aan een opmars bezig. Naar schatting een op de twintig jongeren is ondertussen drager van de soa.
Veel soa’s, zoals chlamydia, geven niet meteen fysieke klachten en dus zien zowel jongeren als volwassenen soms weinig reden om zich te laten screenen. Maar hoe later de soa wordt ontdekt, hoe groter de mogelijke complicaties en hoe meer kans dat je de aandoening hebt doorgegeven.
Dat risico op besmetting is reëel: tot veertig procent van de vrouwen in ons land laat zich niet tot te weinig screenen door hun huisarts of gynaecoloog. Veelal gaat het om moeilijker te bereiken groepen zoals lageropgeleide vrouwen en vrouwen met een migratieachtergrond.
Wisser
Klinisch bioloog Liselotte Coorevits (UZ Gent) ging op zoek naar een test die de drempel voor vrouwen om zich te laten screenen, kan verlagen. Ze schakelde daarvoor de hulp in van ruim driehonderd sekswerkers in Vlaanderen, die door hun hoge blootstelling aan soa’s de ideale doelgroep vormen.
‘Twee derde van die sekswerkers test positief op een soa’, zegt Coorevits. Ruim de helft heeft humaan papillomavirus (HPV), dat tot baarmoederhalskanker kan leiden en zeer besmettelijk is, bijna een op de tien chlamydia en een minderheid gonorroe (3,3 procent). ‘Dat is een realistisch en zelfs positiever beeld dan de cijfers van de Wereldgezondheids
organisatie. De geteste sekswerkers werken namelijk niet in de illegaliteit en worden opgevolgd door de vzw Pasop, die mannen en vrouwen in de prostitutie opzoekt en medisch begeleidt.’
Aan de hand van hun stalen kon Coorevits op zoek naar een test die in totaal vijf soa’s betrouwbaar opspoort. ‘Voor elke soa bestaat vandaag zowat een andere screeningmethode’, zegt ze. ‘De internationale richtlijnen vinden geen consensus over wat nu de beste is. Maar toen we de driehonderd stalen op verschillende manieren onderzochten, ontdekten we dat de vaginale wisser het best scoorde in het gevoelig opsporen van soa’s. Het voordeel van die wisser is bovendien dat vrouwen bij zichzelf een staal kunnen afnemen. Dat kan de drempel verlagen om zich te laten testen.’
Niet vrij te koop
Zo’n zelftest is goed nieuws, alleen: hij is bij ons nog niet vrij te koop. In een aantal landen is men nochtans wel al overgeschakeld. ‘In Australië en GrootBrittannië bestel je de kit online, krijg je de test thuis en stuur je hem gewoon met de post terug’, zegt Liselotte Coorevits. ‘Het resultaat ontvang je enkele dagen later op je smartphone.’
Waar wachten we dan op? Johan Van Wiemeersch, vicevoorzitter van de Vlaamse Vereniging voor Obstetrie en Gynaecologie (VVOG), zegt weinig ervaring te hebben met deze zelftests. ‘We moeten voldoende wetenschappelijk bewijs hebben dat het betrouwbaar is. We zijn dus niet weigerachtig, maar wel voorzichtig.’
Nochtans hebben tientallen wetenschappelijke publicaties voor HPV, chlamydia en gonorroe inmiddels aangetoond dat stalen afgenomen door de patiënt een vergelijkbaar resultaat geven als stalen afgenomen door de arts.
De doehetzelftest of selfie is nog op een ander, financieel vlak veelbelovend, zegt Jan De Maeseneer, emeritus hoogleraar eerstelijnsgezondheidszorg (UGent). ‘Voor de vroegtijdige opsporing van baarmoederhalskanker gebruiken we vandaag nog het klassieke uitstrijkje en momenteel gebeuren meer dan negen op de tien uitstrijkjes door de gynaecoloog.’ Het gaat in België over zo’n 600.000 uitstrijkjes per jaar. ‘Je zet daarbij hoogopgeleide specialisten in voor een routineuze handeling die perfect door een vroedvrouw of verpleegkundige uitgevoerd kan worden. Op die manier onderbenutten we de expertise van de gynaecoloog, terwijl we die beter zouden inzetten voor complexe problemen.’
Op het kabinetDe Block klinkt het dat de minister het idee genegen is om, waar mogelijk, zelftests in te zetten. Tegelijk wijst het erop dat zij er niet noodzakelijk alleen over beslist, omdat preventieprogramma’s tot de bevoegdheid van de deelstaten behoren. En, klinkt het nog: als een producent een goede zelftest voor een soa heeft, kan hij die altijd op de markt brengen na toelating van het Federaal Agentschap voor Geneesmiddelen en Gezondheidsproducten (FAGG).
‘In Australië en GrootBrittannië bestel je de kit online en stuur je de test met de post terug. Het resultaat ontvang je enkele dagen later op je smartphone’
LISELOTTE COOREVITS
Klinisch bioloog (UZ Gent)