ALLEEN PRINS CHARLES KAN DE BRITTEN NOG REDDEN
Niemand wacht al langer op een baan dan prins Charles. Luttele dagen na zijn zeventigste verjaardag komt het moment om zijn verantwoordelijkheid tegenover de natie op te nemen. Dat wil zeggen: de macht grijpen, de absolute monarchie instellen, parlement en regering ontbinden en de Brexit afzeggen. Het zou het beste zijn wat de Britten kan overkomen. Het wordt het einde van langdurige werkloosheid voor de prins en van miserie voor zijn land. Daarna kan de democratie desgewenst hersteld worden.
Dwazer dan vandaag wordt het toch niet meer. De Brexit is een uit de hand gelopen farce en de politiek is de controle kwijt. De democratie botst op een systeemfout: voor geen enkele uitkomst is er een overtuigende meerderheid in het parlement, laat staan onder de bevolking.
Met een prutsdansje kon Theresa May haar partij begin oktober nog aarzelend achter zich krijgen, maar zelfs met een feilloos uitgevoerde macarena zal het haar allicht niet lukken om een meerderheid in het parlement van haar Brexitakkoord te overtuigen. Oppositieleider Jermey Corbyn struikelt intussen dagelijks over zijn eigen mening. Geobsedeerd door het verlangen om van het Verenigd Koninkrijk een Zelzateinhetgroot te maken, is hij met Europa niet meer bezig. Harde brexiteers excelleren in lafheid en in schurkerij. Ze distantiëren zich van hun partijleider in heimelijke brieven, nemen ontslag of briesen aan de zijkant. Maar geen een durft het aan zelf verantwoordelijkheid te nemen. Zo ging het vanaf de eerste dag na het referendum al. De zeeën zouden wachten om vanuit Londen gecontroleerd te worden en handelsakkoorden gingen als gebraden duiven uit de lucht vallen. De praktische regelingen werden overgelaten aan May.
Zij kreeg gaandeweg in de gaten tot wat voor verwoesting een harde breuk met de Unie zou leiden. Duiven vielen bovendien niet gebraden uit de lucht en als straks iemand de golven beheerst, zijn het de Chinezen.
De deal die nu voorligt, gaat niet over hoe de relatie tussen het Verenigd Koninkrijk en de Europese Unie er in de toekomst zal uitzien. Het zijn 585 bladzijden met afspraken over een overgangsperiode waarin er verder onderhandeld wordt, en met een backstop: wat als het niet lukt om de scheiding deftig te regelen? Dat er veel aandacht naar die noodrem gaat, is logisch. Haast niemand gelooft nog in goede afspraken. In essentie blijft alles dan bij het oude, behalve dat de Britten niet meer aan de tafel zitten als er beslissingen worden genomen. ‘Zo worden we een vazalstaat!’, roept Boris Johnson. Hij heeft gelijk. Maar het is wel zijn schuld. Nooit kwam hij met een haalbaar alternatief.
Op veertien blaadjes staan nu een paar vage ideeën over de toekomst. Die zeggen vooral dat de Britten nauw bij het continent betrokken willen blijven, bijvoorbeeld als het gaat over binnenlandse veiligheid of over medicijnen testen. Ieder zinnig mens vraagt zich af waar de Brexit dan voor nodig was. Zo ook Timothy Garton Ash, die in deze krant voorstelde om snel een tweede referendum te organiseren (DS 17 november).
Deze uitnodiging aan de Britten om van gedacht te veranderen, is riskant. Peilingen zeggen dat een kleine meerderheid voor Europa zou stemmen. Maar dat was precies ook de voorspelling in de aanloop naar het eerste referendum. Wat ook de uitkomst wordt, in dit uiteengerammelde land zou de onrust alleen meer gaan gisten. Het gaat bovendien niet alleen om het Verenigd Koninkrijk. Met een nieuw referendum krijgen eurosceptici in alle windstreken muni
tie toegeschoven: hoe gedrochtelijk dictatoriaal is die Unie niet, als elke raadpleging moet worden overgedaan tot het juiste antwoord uit de bus komt?
Tenzij prins Charles alsnog wat verzint, zullen de Britten de beker verder moeten ledigen. Misschien is er nog uitstel mogelijk, maar geen ontsnappen meer. Het wordt het treurige piemelbrexitje dat nu voorligt, met eeuwige overgangsperiode, of een einde zonder afspraken, waarbij haastig nog wat minideals worden gesloten om de allergrootste chaos te vermijden. Beide opties zijn stompzinnig, na al de beloftes van destijds.
De natie is aan introspectie toe, maar de sfeer is nu te opgefokt. Het is te vroeg om al langdurig in de spiegel te kijken. Als het zover is, wordt het een pijnlijke oefening. De Britten lieten zich fluitend en met open ogen in de luren leggen. We zijn intussen klaar met Nigeriaanse prinsen die ons via mail ineens een erfenis beloven. Maar politici die sprookjes vertellen, krijgen bespottelijk veel krediet. Als de democratie vastloopt, is het ook de schuld van al die kiezers.
Zelfs met een feilloos uitgevoerde macarena zal het de Britse premier niet lukken om een meerderheid in het parlement te overtuigen