De geest van Bart Somers waart rond in Oostende
Het bestuursakkoord in Oostende verwijst opvallend vaak naar Mechelen. Bart Tommelein speelde uitgebreid leentjebuur bij Bart Somers.
BRUSSEL I De onuitgegeven bestuurscoalitie met Open VLD, NVA, Groen en CD&V schaarde zich gisteren zonder verpinken achter het bestuursakkoord in Oostende. Een huzarenstuk van Bart Tommelein, die daarvoor teruggreep naar de recepten van zijn Mechelse Open VLDcollega Bart Somers, de populairste burgemeester van de centrumsteden.
‘Allemaal Oostendenaar’ is de titel van het nieuwe bestuursakkoord. ‘We zweren hokjesdenken af en kiezen voor ontmoeting en dialoog’, staat in de aanhef van het akkoord. Dat bij Somers geleende mantra wordt veertig pagina’s lang aangehouden. Meer nog: behalve de subtiele verwijzingen wordt Mechelen ook meerdere keren expliciet vernoemd als voorbeeld.
‘Het beleid wordt gekenmerkt door vier woorden: respect, vertrouwen, verantwoordelijkheid en kansen. De recepten van bijvoorbeeld de stad Mechelen bewijzen dat samenleven kan.’ Of nog: ‘We laten ons inspireren door het Mechelse project “Samen Inburgeren”, waarbij mensen op basis van een gemeenschappelijke interesse gekoppeld worden.’
Ook voor de aanpak van de kinderarmoede, een van de grootste prioriteiten van de bestuurscoalitie, kijkt Tommelein naar Somers. ‘We nemen het GOproject van de stad Mechelen (dat arme gezinnen met kinderen begeleidt, red.) als voorbeeld.’
Geen circulatieplan of praktijktests
‘We moeten niet onder stoelen of banken steken dat Mechelen goede resultaten neerzet’, zegt Tommelein. ‘Onze uitdaging in Oostende is minstens evenwaardig aan die van Somers bij het begin van zijn bestuursperiode. Het is symbolisch dat hij startte met maar liefst vijf partijen.’
Om de SP.A en Johan Vande Lanotte uit het stadsbestuur te krijgen, moest ook Tommelein vier partijen weten te verzoenen. Het resultaat is een bestuursakkoord dat, volgens de SP.A, ‘veel te vaag’ is. De nadruk op de wijkagenten en wijkkantoren wordt gecompenseerd door passages over een likopstukbeleid tegen onder anderen drugsdealers. Behalve de sociale controle van buurtinformatienetwerken kiest Oostende resoluut voor meer slimme camera’s op straat als ‘aanvulling voor de agenten’. Ook daar is de geest van Somers niet ver weg.
Wat ook opvalt: van groene symbooldossiers als circulatieplannen of praktijktests is geen spoor. De stad belooft wel ‘een beleid te ontwikkelen tegen racisme en discriminatie op de huurmarkt’ en gaat ‘resoluut voor een autoluwe binnenstad’. ‘Er zijn algemene afspraken gemaakt met alle partijen dat we afblijven van symbooldossiers die veel lawaai Krista Claeys (CD&V), Bjorn Anseeuw (NVA), Bart Tommelein (Open VLD) en Wouter De Vriendt (Groen). veroorzaken, maar weinig oplossen’, zegt Tommelein.
Ook Groenkopman Wouter De Vriendt benadrukt dat het woord ‘circulatieplan’ nooit in zijn verkiezingsprogramma voorkwam en geeft toe dat praktijktests niet voor meteen zijn.
Mascotte James Ensor
Oostende pakt wel uit met ‘positieve’ symbooldossiers, zoals de afbouw van dienstwagens – die vervangen worden door elektrische fietsen. Of de overschakeling naar milieuvriendelijke taxi’s die uiterlijk tegen 2024 elektrisch of op waterstof moeten rijden.
‘Verbondenheid, samenleven, vertrouwen in elkaar, daarop wil ik afgerekend worden over zes jaar’, zegt Tommelein. Een eerste belangrijke stap in die richting is de mascotte James, die de Open VLDburgemeester overal in de stad wil introduceren. De figuur verwijst naar James Ensor en wordt een ‘herkenbare vertrouwensfiguur’ voor de Oostendenaars en vooral ‘een vertrouwd gezicht voor kinderen in blije, maar ook in moeilijke momenten’.
Drie keer raden welke stad in 2015 met Rommy Rombouts een ‘hartelijke, speelse en heel herkenbare’ mascotte lanceerde?
BRUSSEL I Negentien van de dertig provinciale gedeputeerden zijn er vanaf 1 januari 2019 niet meer bij. Omdat zij of hun partij niet meer in het provinciebestuur zitten, maar ook omdat de Vlaamse regering tien postjes in het provinciebestuur heeft geschrapt. Bijna al die députés hebben recht op een uittredingsvergoeding, samen goed voor ruim 2,4 miljoen euro.
Niet alleen parlementsleden, ook gedeputeerden hebben recht op een uittredingsvergoeding. Alexander Vercamer (CD&V) zetelde 33 jaar in het OostVlaamse provinciebestuur. Dat levert hem een vergoeding van 365.000 euro op, in de praktijk: 48 maanden van 7.611,49 euro bruto.
Risico
Vercamers collega’s die minder lang in het provinciebestuur zetelden, krijgen een lager bedrag en hun opvolgers nog minder. Hun statuut is gelinkt aan dat van een Vlaams Parlementslid en daar hebben ze de uittredingsvergoedingen in 2014 aan banden gelegd. Wie nieuw aantreedt, belandt in een systeem dat minder snel stijgt én geplafonneerd is op 24 maandelijkse vergoedingen of 182.675,76 euro. Daarvoor moet je wel 20 jaar gedeputeerde zijn geweest. En wie een nieuwe job heeft of een nieuw mandaat invult, verliest zijn vergoeding deels.
‘Dit zijn astronomische bedragen’, zegt professor lokale politiek Herwig Reynaert (UGent). ‘Die mogen best wat lager. Maar vergelijk het met een ontslagpremie in de privésector. Bovendien nemen politici vaak een risico voor hun verdere loopbaan door een politieke kleur te bekennen.’ (agg)
‘We blijven af van symbooldossiers die veel lawaai veroorzaken, maar weinig oplossen’ BART TOMMELEIN
Toekomstig burgemeester Oostende