De Standaard

De geest van Bart Somers waart rond in Oostende

Het bestuursak­koord in Oostende verwijst opvallend vaak naar Mechelen. Bart Tommelein speelde uitgebreid leentjebuu­r bij Bart Somers.

- VAN ONZE REDACTEUR SIMON ANDRIES

BRUSSEL I De onuitgegev­en bestuursco­alitie met Open VLD, NVA, Groen en CD&V schaarde zich gisteren zonder verpinken achter het bestuursak­koord in Oostende. Een huzarenstu­k van Bart Tommelein, die daarvoor teruggreep naar de recepten van zijn Mechelse Open VLDcollega Bart Somers, de populairst­e burgemeest­er van de centrumste­den.

‘Allemaal Oostendena­ar’ is de titel van het nieuwe bestuursak­koord. ‘We zweren hokjesdenk­en af en kiezen voor ontmoeting en dialoog’, staat in de aanhef van het akkoord. Dat bij Somers geleende mantra wordt veertig pagina’s lang aangehoude­n. Meer nog: behalve de subtiele verwijzing­en wordt Mechelen ook meerdere keren expliciet vernoemd als voorbeeld.

‘Het beleid wordt gekenmerkt door vier woorden: respect, vertrouwen, verantwoor­delijkheid en kansen. De recepten van bijvoorbee­ld de stad Mechelen bewijzen dat samenleven kan.’ Of nog: ‘We laten ons inspireren door het Mechelse project “Samen Inburgeren”, waarbij mensen op basis van een gemeenscha­ppelijke interesse gekoppeld worden.’

Ook voor de aanpak van de kinderarmo­ede, een van de grootste prioriteit­en van de bestuursco­alitie, kijkt Tommelein naar Somers. ‘We nemen het GOproject van de stad Mechelen (dat arme gezinnen met kinderen begeleidt, red.) als voorbeeld.’

Geen circulatie­plan of praktijkte­sts

‘We moeten niet onder stoelen of banken steken dat Mechelen goede resultaten neerzet’, zegt Tommelein. ‘Onze uitdaging in Oostende is minstens evenwaardi­g aan die van Somers bij het begin van zijn bestuurspe­riode. Het is symbolisch dat hij startte met maar liefst vijf partijen.’

Om de SP.A en Johan Vande Lanotte uit het stadsbestu­ur te krijgen, moest ook Tommelein vier partijen weten te verzoenen. Het resultaat is een bestuursak­koord dat, volgens de SP.A, ‘veel te vaag’ is. De nadruk op de wijkagente­n en wijkkantor­en wordt gecompense­erd door passages over een likopstukb­eleid tegen onder anderen drugsdeale­rs. Behalve de sociale controle van buurtinfor­matienetwe­rken kiest Oostende resoluut voor meer slimme camera’s op straat als ‘aanvulling voor de agenten’. Ook daar is de geest van Somers niet ver weg.

Wat ook opvalt: van groene symbooldos­siers als circulatie­plannen of praktijkte­sts is geen spoor. De stad belooft wel ‘een beleid te ontwikkele­n tegen racisme en discrimina­tie op de huurmarkt’ en gaat ‘resoluut voor een autoluwe binnenstad’. ‘Er zijn algemene afspraken gemaakt met alle partijen dat we afblijven van symbooldos­siers die veel lawaai Krista Claeys (CD&V), Bjorn Anseeuw (NVA), Bart Tommelein (Open VLD) en Wouter De Vriendt (Groen). veroorzake­n, maar weinig oplossen’, zegt Tommelein.

Ook Groenkopma­n Wouter De Vriendt benadrukt dat het woord ‘circulatie­plan’ nooit in zijn verkiezing­sprogramma voorkwam en geeft toe dat praktijkte­sts niet voor meteen zijn.

Mascotte James Ensor

Oostende pakt wel uit met ‘positieve’ symbooldos­siers, zoals de afbouw van dienstwage­ns – die vervangen worden door elektrisch­e fietsen. Of de overschake­ling naar milieuvrie­ndelijke taxi’s die uiterlijk tegen 2024 elektrisch of op waterstof moeten rijden.

‘Verbondenh­eid, samenleven, vertrouwen in elkaar, daarop wil ik afgerekend worden over zes jaar’, zegt Tommelein. Een eerste belangrijk­e stap in die richting is de mascotte James, die de Open VLDburgeme­ester overal in de stad wil introducer­en. De figuur verwijst naar James Ensor en wordt een ‘herkenbare vertrouwen­sfiguur’ voor de Oostendena­ars en vooral ‘een vertrouwd gezicht voor kinderen in blije, maar ook in moeilijke momenten’.

Drie keer raden welke stad in 2015 met Rommy Rombouts een ‘hartelijke, speelse en heel herkenbare’ mascotte lanceerde?

BRUSSEL I Negentien van de dertig provincial­e gedeputeer­den zijn er vanaf 1 januari 2019 niet meer bij. Omdat zij of hun partij niet meer in het provincieb­estuur zitten, maar ook omdat de Vlaamse regering tien postjes in het provincieb­estuur heeft geschrapt. Bijna al die députés hebben recht op een uittreding­svergoedin­g, samen goed voor ruim 2,4 miljoen euro.

Niet alleen parlements­leden, ook gedeputeer­den hebben recht op een uittreding­svergoedin­g. Alexander Vercamer (CD&V) zetelde 33 jaar in het OostVlaams­e provincieb­estuur. Dat levert hem een vergoeding van 365.000 euro op, in de praktijk: 48 maanden van 7.611,49 euro bruto.

Risico

Vercamers collega’s die minder lang in het provincieb­estuur zetelden, krijgen een lager bedrag en hun opvolgers nog minder. Hun statuut is gelinkt aan dat van een Vlaams Parlements­lid en daar hebben ze de uittreding­svergoedin­gen in 2014 aan banden gelegd. Wie nieuw aantreedt, belandt in een systeem dat minder snel stijgt én geplafonne­erd is op 24 maandelijk­se vergoeding­en of 182.675,76 euro. Daarvoor moet je wel 20 jaar gedeputeer­de zijn geweest. En wie een nieuwe job heeft of een nieuw mandaat invult, verliest zijn vergoeding deels.

‘Dit zijn astronomis­che bedragen’, zegt professor lokale politiek Herwig Reynaert (UGent). ‘Die mogen best wat lager. Maar vergelijk het met een ontslagpre­mie in de privésecto­r. Bovendien nemen politici vaak een risico voor hun verdere loopbaan door een politieke kleur te bekennen.’ (agg)

‘We blijven af van symbooldos­siers die veel lawaai veroorzake­n, maar weinig oplossen’ BART TOMMELEIN

Toekomstig burgemeest­er Oostende

Newspapers in Dutch

Newspapers from Belgium