De Standaard

Een uniek historisch project

- Wereldgesc­hiedenis van Vlaanderen. is verschenen bij Polis. FRANK CAESTECKER

Naar aanleiding van de honderdste verjaardag van De Standaard trakteren we u zes weken lang op een unieke historisch­e reeks, waarin historici op zoek gaan naar de identiteit van Vlaanderen.

In 35 aflevering­en brengen we een enigszins ingekorte selectie uit het boek

Daarin leggen historici, auteurs en essayisten de rijkdom van de Vlaamse geschieden­is bloot, met bijzondere aandacht voor internatio­nale contacten en verrassend­e verhalen.

In de eerste twee weken van oktober 1938 pakte de Brusselse politie tijdens razzia’s in hotels vluchtelin­gen uit naziDuitsl­and zonder verblijfst­itel op. Ook vluchtelin­gen die zich aanmeldden bij de Brusselse gemeenten voor een regularisa­tie van hun verblijf, werden gearrestee­rd. Samen werden zo 250 Joodse vluchtelin­gen in de gevangenis van Vorst opgesloten. Tegen 15 oktober waren er al 150 naar de Duitse grens geëscortee­rd.

Dit was beslist op het hoogste niveau. De minister van Justitie, Joseph Pholien, had in juni 1938 van de volledige regeringsp­loeg het mandaat gekregen om de stroom Joodse vluchtelin­gen uit Duitsland in te dijken. Pholien besloot onmiddelli­jk dat de Belgische consulaten hun aanvragen voor een Belgisch visum in de regel moesten weigeren, en hij dreef ook de grensbewak­ing op. Rijkswacht­ers kregen de opdracht om in de grenszone alle illegale immigrante­n, veelal Joden uit Duitsland, terug te sturen.

Joseph Pholien was nieuw in de politiek. Zijn doorbraak ging samen met de electorale opstoot van de partij Rex (en het VNV) tijdens de verkiezing­en van 1936. Rex, van de charismati­sche Léon Degrelle, sprong uit het niets naar 21 Kamerzetel­s. Pholien, een Brusselse advocaat, werd het nieuwe gezicht van de rechterzij­de van de katholieke partij. Hij geloofde dat het antisemiti­sme een belangrijk­e voedingsbo­dem was voor het electorale succes van Rex en was zelf ook niet ongevoelig voor het xenofobe gedachtego­ed. In de loop van de jaren twintig was de Joodse gemeenscha­p in België sterk aangegroei­d door immigratie uit OostEuropa. Pholien stelde dat de commerciël­e activiteit­en van deze Joodse immigrante­n, die volgens hem zelfs hun fiscale verplichti­ngen niet nakwamen, de Belgen tegen de borst stuitten. Bovendien waren ze volgens Pholien ook nog eens aanhangers van extremisti­sche politieke denkbeelde­n.

Vlucht uit Wenen

Pholiens collegamin­isters vroegen hem om zich niet te laten meeslepen door het antisemiti­sme, maar steunden wel zijn pleidooi voor een restrictie­f immigratie­beleid. België was niet in staat de berooide Joden economisch te absorberen. De nieuwkomer­s dreven de concurrent­ie met de kleine winkeliers en ambachtsli­eden verder op, groepen die het in die crisisjare­n al moeilijk hadden. Pholien trok zich weinig aan van de omzichtigh­eid van zijn collega’s, maar zag zich wel gedwongen te schipperen in de communicat­ie over zijn beleid. Hij hoopte de verdediger­s van de vluchtelin­gen te neutralise­ren door zijn beleid zonder veel ruchtbaarh­eid uit te voeren.

Ondanks de opgedreven grensbewak­ing nam de druk op de Belgische grens in de zomer van 1938 sterk toe. In maart 1938, met de Anschluss, was Oostenrijk deel geworden van het Duitse Rijk. Nazikopstu­k Adolf Eichmann beval in Wenen de willekeuri­ge arrestatie van Joden en alleen als ze emigreerde­n, konden ze de gevangenis verlaten. Die radicalise­ring leidde tot een wilde vlucht uit Wenen, die tot in de Belgische grenszone voelbaar was. De rijkswacht­ers hadden hun handen vol met het terugdrijv­en van deze immigrante­n. Hartversch­eurende taferelen speelden zich af bij de pushbacks: mensen smeekten de rijkswacht­ers hen dood te schieten in plaats van hen terug te sturen. Humanitair­e overweging­en speelden geen rol. Iedereen die geen visum had, werd teruggestu­urd, zelfs hoogzwange­re vrouwen, moeders met kinderen en blinden.

Zeven taximaatsc­happijen

Het Belgische dorp La Calamine (Kelmis), met slechts 4.500 inwoners, was een draaischij­f van dit grensverke­er. Er kwamen zeven taximaatsc­happijen in het dorp, die Joden uit de grensregio vervoerden.

Newspapers in Dutch

Newspapers from Belgium