‘Toen ik Homerus leerde kennen vond ik dat largerthanlife aspect meteen fantastisch’
(de oorspronkelijke titel van het boek is ‘Bridge of Clay’ en ‘clay’ betekent klei, red.). Het is geschreven met alles wat er in mij zit. Meer kon ik, denk ik, niet geven. Bij het inlezen van de audioversie heb ik op geen enkel moment schaamte gevoeld en van de klank en de kleur van sommige zinnen werd ik zelfs ronduit blij. Zoals wanneer Matthew het heeft over de sunburn smiles en suburban scars van jongens in volle puberale glorie. Hij noemt hun geur
Ik zeg niet dat dit Grote Literatuur is maar het is wel literatuur waar ik van houd.’
In zulke zinnen ontbolstert Matthew zich natuurlijk ook tot de blanke pit die hij in wezen is. ‘Kijk, Matthew heeft de schijn tegen. Een schoolverlater als hij kan vast geen goed lopende zinnen vormen, laat staan dat hij iets van epiek of de Grieken weet. Aan de oppervlakte zijn de Dunbarjongens ook wel barbaren. Een zootje ongeregeld in een huis vol rondslingerende kleren en dierenhaar, maar onder hun huis stroomt een rivier vol liefde. Hun saamhorigheid is totaal. Bovendien kregen ze van kinds af aan Homerus voorgelezen en heeft hun moeder hen, zij het zonder veel succes, leren pianospelen. Logisch dus dat Matthew zich af en toe iets laat ontvallen dat zijn oog voor schoonheid of zijn gevoeligheid blootlegt. Hij probeert die sentimentaliteit wel te verbergen, maar aan het eind kijkt hij ze ook zelf in de ogen. Ik vind het jammer dat het woord sentimenteel een negatieve bijklank heeft gekregen, want in oorsprong is het eigenlijk iets heel moois.’
Klassieke held
Zusak, het vierde en jongste kind van een Oostenrijkse vader en een Duitse moeder, is drieënveertig, maar nog makkelijk voor te stellen als een van de Dunbarjongens die liefde uiten via ‘blauwe plekken’, ‘pakken slaag’ en ‘woorden als zweepslagen’. ‘Voor dit boek kon ik inderdaad rijkelijk putten uit de nauwe band met mijn broer en de mysterieuze manier waarop wij onze liefde tonen’, lacht Zusak. ‘Het is toch anders met mijn zussen. Zo’n scène op de veranda waar Matthew Clay eigenlijk wil smeken om te blijven maar in plaats daarvan zegt “je kunt gaan, maar als je terugkomt krijg je met mij te maken”, is enkel mogelijk tussen jongens. “Waarom slaat hij hem niet meteen verrot?”, vroegen mijn vrouwelijke redacteurs in koor. Omdat hij de misdaad nog niet heeft begaan! Pas als hij terugkomt, zal hij klappen krijgen. Bovendien is slaag niet het ergste dat je een Dunbarjongen aan kunt doen – dat is business as usual. Het ergste is hem niet meer tot het huis toelaten.’
Hoe is Clay Clay geworden? Op die vraag hoopt Matthew een antwoord te vinden terwijl hij het verleden van de personages en hun ouders herkauwt. Je kon Clay zo vaak vermoorden als je wilde, hij zou niet doodgaan. Clay is ongenaakbaar, een klassieke held die zo uit de
Odyssee of de Ilias is gestapt. Die twee boeken spelen – net als de Bijbel – een zeer grote rol in Zusaks epos: ze zijn er al van in den beginne, wanneer hun moeder Penelope communistisch Polen verlaat met in haar koffer deze boeken van haar vader. Ze zou er tot haar dood uit blijven (voor)lezen. ‘Bij Homerus – ik was al in de twintig toen ik hem leerde kennen – vond ik dat largerthanlife aspect meteen fantastisch. Mocht je nu zo schrijven, men zou je geschift noemen. Maar op mij maakte het blijkbaar zo’n verpletterende indruk dat ik nu voor ik het goed en wel besefte een scène had geschreven van jongens op een sportveld waarvan ik pas achteraf de gelijkenis vaststelde met de Olympische spelen in de oudheid.’
‘Ook de herhaling van de bijnamen à la de snelvoetige Achilles vind ik zalig en erg goed bij jongens passen. Mijn broer en ik werden vroeger Silky I en II genoemd omdat we van dat zijdeachtig blond haar hadden. Mijn surfvriend, een grote kerel, noemt mij Small waardoor mijn zoon weer Little Small is. Afijn, cruciaal in het boek is natuurlijk de vrouw met vele namen, zij die als Penelope Lesciuzsko werd geboren en als Peggy Dunbar stierf. De jongens nemen zeer veel plaats in, maar zij is het hart van de vertelling. Alles begint bij haar. Peggy’s verhaallijn – gebaseerd op het verhaal van mijn schoonouders die vanuit OostEuropa zijn gevlucht; mijn vrouw was zes toen ze in Australië aankwam – begon te kiemen zodra ik die many named woman had neergeschreven. En ze kwam uit een watery wilderness, weet je wel. Via zulke steeds terugkerende, dik aangezette homerische beschrijvingen weet de lezer