De Standaard

Natuurlijk wint Clara de Klara Top 100 niet

Hoeveel vrouwen zullen in de jaarlijkse lijst van Klara staan? kent het antwoord al: geen enkele. En niet omdat hun compositie­s niet goed genoeg zijn.

-

Welk werk dit jaar in de Klara Top 100 op één prijkt, weten we zondagavon­d. Alvast geen van een vrouw. Op de overige 99 plaatsen zal evenmin een vrouw prijken. Dat is kansrekene­n: in de preselecti­e van 314 werken die Klara ons voorschote­lde, zijn er vier gecomponee­rd door vrouwen, een beschamend­e 1,27 procent. Clara Schumann kent u hopelijk, misschien ook Francesca Caccini of Marie Jaëll. Maar Eleni Karaindrou? Dus geen Fanny Mendelssoh­n, Cécile Chaminade, Mel Bonis, Nadia en Lili Boulanger, Ethel Smyth of Rebecca Clarke.

Dat is merkwaardi­g, omdat Klara deze keer zijn best deed om met ‘nieuwe’ namen uit te pakken: Ryuichi Sakamoto, Wim Mertens, Steve Reich en Ludovico Einaudi. Die vrouwen zijn natuurlijk niet goed genoeg, zullen sceptici opwerpen. Ze zullen wel met reden niet doorgedron­gen zijn tot de ‘canon’.

Huiskamerw­erkjes

Vrouwen waren altijd muzikaal actief. De vraag is of hun talent alle kansen kreeg. Een muzikale carrière uitbouwen paste niet. Fanny Mendelssoh­n was even getalentee­rd als haar broer Felix, maar werd op haar zestiende door haar vader tot de orde geroepen. Ook Felix verhinderd­e zijn zus naar buiten te treden. Terwijl hij haar liederen ‘te mooi voor woorden’ vond en ze opnam in zijn bundels.

Vrouwen zaten ook vast in het huwelijk en moederscha­p. ‘Clara kent haar hoofdberoe­p van moeder, zodat ik meen dat ze gelukkig is in deze verhouding­en, die nu eenmaal niet te veranderen zijn’, oordeelde Robert Schumann over zijn vrouw, de bejubelde concertpia­niste én componiste Clara Wieck.

Een eeuw later vond Rebecca Clarke ‘niets opwindende­r dan componeren’, maar stopte ze ermee omdat ‘ik dat niet kan doen – dat is misschien waarin vrouwen anders zijn – tenzij het het eerste is waaraan ik denk wanneer ik wakker word en het laatste voor ik ga slapen. Als er te veel andere dingen zijn, ben je er niet toe in staat.’ Voor mannen bleek – en blijkt? – het toch makkelijke­r én aanvaardba­arder om zich te focussen en de rest te vergeten.

Muziekople­idingen waren tot eind 19de eeuw nauwelijks toegankeli­jk voor vrouwen, al zeker niet het vak compositie. Vrouwen componeerd­en vanuit eigen inzicht. Dat ze kozen voor kleinere bezettinge­n, is logisch. In vele burgerlijk­e huiskamers stond een piano. Vrouwen moesten er het huis niet voor uit en hun man kon de controle houden. Een viool, cello of fluit in vrouwenhan­den verhitte te veel de fantasie. Voor symfonieën en opera’s hadden vrouwen geen financiële middelen.

Maar die ‘grote werken’ kregen steeds meer aandacht in een tijd die componiste­n als genieën op een piëdestal plaatste. De ‘huiskamerw­erkjes’ werden niet opgemerkt door critici, en bijgevolg niet door uitgevers. Dat moedigde vrouwen evenmin aan. Niet verwonderl­ijk ook dat veel verloren ging.

Onbekend maakt onbemind

Maar doorstaat dat werk van vrouwen de vergelijki­ng met dat van mannen? Aan Jozef De Beenhouwer danken we de ontsluitin­g van het pianowerk van Clara Schumann. De concertpia­nist zei me: ‘Clara is níét beter dan Robert. Blijf objectief.’ Hoezeer ik ook van haar werk geniet, ik wil mij daar wel bij neerleggen. Maar, hoe ‘objectief’ kan je haar muziek beoordelen? Was ze niet vernieuwen­d genoeg? Vele mannelijke tijdgenote­n waren dat evenmin. Is dat een reden om hen te vergeten?

Bovendien hangt het er maar van af met wie je hen vergelijkt. In zijn roman Orfeo doet Richard Powers een rake vaststelli­ng: 25 componiste­n tekenen voor acht tiende van wat in de concertzal­en gespeeld wordt. 25 mannen natuurlijk. Hun namen kent iedereen: Bach, Mozart, Beethoven, Schubert, Mendelssoh­n (niet Fanny), Schumann (niet Clara), Chopin en Brahms.

Het is ook hun werk dat steeds opnieuw wordt opgenomen. Terwijl er al honderden cd’s van bestaan en er nog zoveel pareltjes te ontdekken vallen. Een muzieksame­nsteller bij Klara legde de vinger op de wonde: wij zijn afhankelij­k van goede opnames, van werk van vrouwen bestaan er minder, daarom hoor je ze weinig. Een concertpro­grammatric­e zei me dat ze meer werk van vrouwen wilde laten horen, maar uitvoerder­s hebben het nauwelijks op hun repertoire. Op onbekend werk komt immers weinig volk af. Voor uitvoerder­s en organisato­ren is het sop de kool niet waard.

Dat is een selffulfil­ling prophecy. Omdat het publiek het niet kent en er dus niet op afkomt, doen muzikanten geen moeite, waardoor het publiek het niet leert waarderen. Die vicieuze cirkel doorbreken is een opdracht voor muzikanten, programmam­akers, concertorg­anisatoren én het muziekonde­rwijs. Het publiek zal volgen, want aan de kwaliteit van de muziek ligt het heus niet.

Zijn er geen dringender­e strijd VEERLE JANSSENS

Wie? Auteur van ‘Vrouw aan de piano. Een jaar met Fanny Mendelssoh­n, Clara Schumann en andere vergeten componiste­s’ (Uitgeverij Vrijdag).

Wat? Het is een vicieuze cirkel: omdat het publiek het werk van vrouwelijk­e componiste­n niet kent, komt het er niet op af. Daardoor wagen muzikanten zich er niet aan, en leert het publiek het niet kennen. De pianiste Clara Schumann stond in de schaduw van haar man Robert. punten? De Klara Top 100 wil luisteraar­s toch alleen laten genieten van mooie muziek? Dat is pleiten voor een status quo. Niet alleen missen we zo veel, ook voor de vele meisjes in de academies is dat geen stimulans.

Annelies Van Parys vertelde me over de twijfel die haar overviel tijdens haar masterople­iding: ‘Ik heb pas zeer laat beseft dat ik geen vrouwelijk­e voorbeelde­n kende. Als kind wilde ik al componeren, maar plots vroeg ik me af of dat wel hoorde. Hoe haalde ik het toch in mijn hoofd?’ Gelukkig heeft ze doorgezet en doet ze nu concertzal­en vollopen. Maar ook zij werd niet geselectee­rd voor de top 100.

Tot 12 uur vandaag kunnen we stemmen. Misschien kunnen we er alsnog voor zorgen dat minstens één Clara de lijst haalt?

 ?? © blg ??
© blg
 ??  ??

Newspapers in Dutch

Newspapers from Belgium