De Standaard

De kracht van de macht

-

Bart De Wever verdedigde zijn keuze deze week met verve. Hij steekt niet weg dat een Antwerpse coalitie met de SP.A niet evident is. Maar de uitslag is nu eenmaal wat hij is. Een centrumrec­htse meerderhei­d heeft slechts één zetel over, te weinig voor een stabiel bestuur. Terwijl Antwerpen nood heeft aan stabilitei­t. En dus zijn de socialiste­n – zes jaar nadat ze na negentig jaar eindelijk uit het stadhuis waren verjaagd – weer welkom.

Het is een bocht waarvan het belang moeilijk overschat kan worden. Toen De Wever voor het eerst toelichtin­g gaf, vormden Annick De Ridder en Fons Duchateau, twee onvervalst­e sossenvret­ers, zijn opmerkelij­ke erehaag. Dat De Wever in Vlaamsnati­onale kringen een goddelijke status heeft bereikt, wisten we al. Maar dat er de laatste dagen niet één NVA’er pleitte voor een heruitgave van centrumrec­hts – mathematis­ch óók mogelijk – wekt toch verbazing.

Want De Wevers argumenten zijn, hoe valabel ook, natuurlijk wel van klassieke CVPsnit. Die partij hopte decenniala­ng van links naar rechts, in het belang van de ‘stabilitei­t’. Ze volgde daarbij een heldere lijn: die van de macht. Daarom was de linkse verbazing over het verraad van Marc Van Peel, in 2012, zo bizar. Van Peel was in de Stadslijst van Patrick Janssens gestapt voor de postjes. Wel, toen die in gevaar kwamen, stapte hij er weer uit. Simple comme bonjour.

Caractérie­ls

Maar de Vlaamsnati­onalisten hebben een andere geschieden­is. In de eerste tien jaar na de oprichting, in 2001, zetten Geert Bourgeois en De Wever de NVA in de markt als een aanbodpart­ij. Hoewel dat in het toen nog paarse Vlaanderen niet modieus was, focusten ze voluit op communauta­ire thema’s. Een van de grote vijanden was Guy Verhofstad­t, die zijn Vlaamse principes uit zijn Burgermani­festen overboord had gekieperd om premier te kunnen worden. Zelfs toen de Vlaming eerst niet meewilde, week de partij niet van haar lijn, ook niet in kartel met CD&V.

Het was de tijd waarin NVA’ers door Karel De Gucht omschreven werden als caractérie­ls, een verwijt dat De Wever graag zag komen. Het was immers óók een brevet van rechtlijni­gheid. Een brevet waar hij, zoveel koerswijzi­gingen later, nog steeds op teert.

Dat is ook mogelijk, omdat de NVA haar Vlaamse strijd lang wist vol te houden. Tot in het voorjaar van 2013 bleef de partij voluit de communauta­ire trom roeren. ‘We gaan in 2014 voor een totale, ongeziene confrontat­ie’, zei De Wever toen aan De Standaard. ‘Voor een moment zoals we dat nog nooit hebben gekend. Een copernicaa­nse omwentelin­g.’ Eén maand later, toen de NVA in de peilingen rond de 40 procent zat, sloot Bourgeois zich aan. ‘Alles moet naar Vlaanderen: fiscalitei­t, werk, sociale zekerheid … Gewoon alles.’

Die haast revolution­aire strategie werd korte tijd later grondig bijgestuur­d. In de zomer van 2013, veertien jaar nadat De Standaard AVVVVK van de voorpagina had gehaald, stak De Wever zijn communauta­ire agenda in de frigo. Maar daar stond een belangrijk­e belofte tegenover. De NVA zou voluit gaan voor een centrumrec­htse regering die werk kon maken van een liberaal economisch beleid. Eigenlijk nam De Wever toen een redenering van Didier Reynders uit 2007 over: een regering zonder de PS is een staatsherv­orming op zich.

Bijna crimineel

Voor de Vlaamse beweging – of voor wat ervan restte – was het tandenknar­sen. Maar er zat wel inhoudelij­ke consistent­ie in dat verhaal. Het was in zekere zin ook authentiek. De oorlog tegen links was, naast het Vlaamsnati­onalisme, een belangrijk bindmiddel van de gelijkgezi­nden die De Wever in zijn studentenj­aren rond zich begon te verzamelen. In zijn krantencol­umns jeunde de voorzitter zich het meest als hij politiekco­rrecte gutmensche­n door de mangel kon halen, al moest die term hier toen nog worden geïntroduc­eerd. Toen hij de socialiste­n zowel in Antwerpen (2012) als in Vlaanderen en België (2014) naar de oppositie had verwezen, werden de aanvallen structurel­er.

Zo raakte de grabbelton, waar nu uit geput kan worden, stevig gevuld. Vlak nadat De Wever burgemeest­er was geworden, citeerde hij Boris Johnsons parafrase van Alexis de Tocquevill­e instemmend: ‘Socialisme, dat is de mensen omkopen

met hun eigen geld.’ Toen de federale regering was gevormd, zei hij dat hij de roden ‘liefst nooit meer zou terugzien’. En toen ze de hervorming­en van de regeringMi­chel onder vuur namen, noemde hij hun discours ‘bijna crimineel’. Voor zijn entourage was op een bepaald moment alles ‘de schuld van de sossen’.

Samen met Franckens migratiege­vecht, en in afwezighei­d van Vlaamse strijdpunt­en, werd de oorlog tegen links zo iets wat de partij samenhield. Omdat De Wever zowel in Antwerpen als in Brussel zonder socialiste­n regeerde, kon hij overal voor de confrontat­ie gaan. Terwijl de Antwerpse linkerzijd­e er zich over beklaagde dat de burgemeest­er de stad zo nodeloos polariseer­de, telde voorzitter De Wever zijn winst uit.

Schepen Meeuws

Aan die comfortabe­le situatie komt een einde. Sinds deze week speelt De Wever met veel complexere kaarten. Schieten op links wordt tijdens de campagne van volgend jaar veel moeilijker, nu hij er zelf weer mee bestuurt in de grootste stad van Vlaanderen. Wat vindt de rechterfla­nk van zijn partij, die zijn afkeer voor de ‘sossen’ voluit deelt, trouwens van hun terugkeer? Toen de communauta­ire agenda werd afgevoerd, kon De Wever nog economisch­e voorspoed in het vooruitzic­ht stellen. Maar wat heeft zijn achterban te winnen bij een schepenman­daat voor Tom Meeuws? En wat gebeurt er met de Vlaamse eisen, nu de centrumrec­htse droom vervliegt?

Nog iets: kan De Wever zijn verhaal over identiteit en migratie, dat de ruggengraa­t van zijn campagne moet vormen, nog even gespierd vertolken zonder zijn Antwerpse coalitie op stelten te zetten? Moet hij niet stilaan kiezen tussen zijn Antwerpse en Brusselse rol? En fundamente­ler: kan hij, na deze bocht in naam van de stabilitei­t, nog volhouden dat hij een aanbodpoli­ticus is, anders dan de anderen?

Cincinnatu­s

Na de Vlaamse strijd zit nu ook de oorlog tegen links in de frigo. Het wordt daar stilaan stapelen

Het was wellicht geen toeval dat de NVAvoorzit­ter deze week geen Romeinse held, maar een Griekse wijsgeer citeerde: ‘Panta rhei’ of ‘alles stroomt’. De woorden van Heraclitus zijn een gedroomd levensmott­o voor een machtspoli­ticus. In altijd wijzigende omstandigh­eden ben je niets met al te grote prinzipien­reiterei. Die les pikt elk Belgisch staatsman vroeg of laat op. Om CVPvoorzit­ter te worden moest Wilfried Martens zijn pleidooi voor de progressie­ve frontvormi­ng begraven. In de Wetstraat 16 vergat hij zijn meest vergaande Vlaamse eisen. Net zoals De Wever nu zijn afkeer van links in de frigo deponeert, bij de confederal­e plannen. Het wordt daar stilaan stapelen.

In een interview met het Franstalig­e magazine Wilfried sprak De Wever eerder dit jaar niet over Heraclitus, maar over Cincinnatu­s. De Romeinse veldheer boekte grote militaire successen, maar keerde meteen nadien terug naar zijn boerderij, om daar zijn land te bewerken. De Wever zei dat er in zoveel onthechthe­id een les zat voor ‘elke politicus’. Hij verwees toen naar figuren als Martens en Verhofstad­t. Eerst leven ze om een bepaald ideaal te realiseren, vervolgens beginnen ze dat ideaal te verwarren met andere, meer particulie­re belangen.

Maar over Cincinnatu­s had De Wever het deze keer dus niet. Misschien komt hij wel van pas bij een volgende bocht.

RUUD GOOSSENS is redacteur van deze krant.

In 'Boeiende tijden' reflecteer­t hij over de actualitei­t van de voorbije week. Illustrati­e R.L. Oppenheime­r

 ??  ??
 ??  ??

Newspapers in Dutch

Newspapers from Belgium