Waarom misdaadschrijvers ambachtslui zijn
De maandag overleden misdaadauteur Luc Deflo schreef 35 boeken. Soms haalde hij een ratio van drie stuks per jaar, met ook nog een hoop toneelstukken en scenario’s erbij. Is die megaproductie iets typisch voor misdaadschrijvers?
Van Luc Deflo’s psychologische thrillers zijn meer dan 650.000 exemplaren verkocht. Uit onderstaande cijfers blijkt dat behalve de Gentse volksschrijver Herman Brusselmans vooral misdaadauteurs de markt en hun lezers met enkele nieuwe boeken per jaar bestoken. Zo schreef Pieter Aspe lange tijd jaarlijks twee boeken en ook Toni Coppers is goed op weg om dat gemiddelde te halen. Van de Engelse succesauteur M.J. Arlidge, die pas in 2014 debuteerde, verscheen zopas al kloeke misdaadklepper nummer acht, In de maneschijn. De Amerikaanse auteur James Patterson, een van de best verkopende schrijvers ter wereld, is ceo van een heuse schrijffabriek waar hij met een batterij meestal onbekende en jonge auteurs aan de lopende band fictie produceert.
Die hoge productie heeft vele oorzaken. Vaak werkt een misdaadauteur aan een serie met vaste hoofdpersonages. Als de serie succesvol is, wordt de druk van de uitgever groter om de leeshonger te blijven voeden. En ook de lezers willen de verdere avonturen van hun favoriete personages volgen, net zoals tvkijkers elke dag naar hun vertrouwde soap kijken. Misdaadauteurs zien zich dan ook zelden als literaire zwaargewichten, maar eerder als vakmensen wier job het is om mensen spannend leesvoer te bezorgen.
Verhalen vertellen is een vak
Ooit vertelde Ruth Rendell, die aan een hoog tempo uitmuntende misdaadliteratuur schreef, me dat wat zij deed ‘toegepaste kunst’ was. Ze schreef boeken die een duidelijke functie hadden. Natuurlijk zal ook een misdaadauteur zich buigen over de structuur, de plot en de stijl van zijn boek. Er mag diep gegraven worden in de psyche van de mens en ook actuele maatschappelijke ontwikkelingen zoals racisme, mensenhandel, verslaving, politiek en economisch gesjoemel mogen in het verhaal opduiken. Maar de eerste functie van een misdaadverhaal is ‘diverterend’, zoals dat in tekstboeken literatuur genoemd wordt. Vermaken en verstrooien, dus. Misdaadauteurs zijn zelden bezig met hun persoonlijk verhaaltje over de moeilijke relatie met hun vader, hun expartner of andere navelstaarderij. Misdaadauteurs hebben een vak, het vertellen van verhalen.
De hoge productie van vele misdaadauteurs werkt ook tegen hen. Vaak wordt gezegd dat de kwaliteit eronder te lijden heeft, dat het hapklaar bandwerk is, dat schrijvers amper evolueren en steeds opnieuw hetzelfde sjabloon invullen. Dat is ten dele waar, maar dat geldt vooral voor de gemakzuchtige auteur die bang is dat hij het moeizaam verworven publiek zal afstoten als hij met iets radicaal nieuws deed niet aan schoonschrijverij, maar was wel een effectieve verteller. komt. Vooral de uitgever zal achter de veren van de auteur zitten zodat die blijft produceren. Fictie uitgeven is de laatste jaren een riskante business geworden en veel geld is er niet mee te verdienen – die paar megasellers buiten beschouwing gelaten. Als een auteur dan kan zorgen voor een gegarandeerde oplage, wordt er best niet te veel veranderd aan het businessmodel.
Doe ons maar een zacht kussen
Er zijn bovendien genoeg misdaadauteurs die een hoge productie koppelen De Vlaamse misdaadauteur Luc Deflo is maandagavond op 60jarige leeftijd overleden in Mechelen. De schrijver was al een tijdje ernstig ziek. In 1999 beloonde de jury van de Hercule Poirotprijs Deflo’s debuut ‘Naakte zielen’ meteen met een nominatie, en in 2008 bekroonde ze hem met de prijs voor de beste Vlaamse misdaadroman voor ‘Pitbull’. Die titel vat mooi samen hoe Deflo schreef: als een pitbull die doorbijt. Zijn harde, potige misdaadromans gingen verder dan wat er tot dan in de Vlaamse misdaadliteratuur te lezen was geweest. Hij liet de gruwel toe, durfde abjecte psychopaten op te voeren en kon een shockeffect op tijd en stond wel waarderen. Aan ‘schoonschrijverij’ deed hij niet, effectief was zijn vertelkunst des te meer. aan uitmuntende kwaliteit. Elk boek van Michael Connelly – 32 stevige misdaadromans sinds 1992 – kan zich met elke literaire roman meten. Georges Simenon, auteur van honderden romans en kortverhalen, was vroeger een pulpschrijver en wordt nu beschouwd als een van de beste auteurs van de twintigste eeuw.
Uiteindelijk heb je maar twee zaken nodig om sterke literatuur te schrijven, van welke aard ook: een goede pen en een zacht kussen om op te zitten. En te blijven zitten.
Misdaadauteurs zijn zelden bezig met persoonlijke verhaaltjes over de moeilijke relatie met hun vader, hun expartner of andere navelstaarderij