De Standaard

Fluisteren in het donker

Muziekthea­ter In de ‘Whisper opera’ krijgen je oren een grondige reset. Het allerstils­te krijgt plots de kracht van het allerluids­te. Indrukwekk­end.

- ANNEMARIE PEETERS

Geen opnames, geen foto’s, geen filmpjes. De instructie­s zijn duidelijk. De Amerikaan se componist David Lang wil dat zijn Whisper opera geen ander leven krijgt dan wat luisteraar­s live kunnen beleven. In kleine groepjes mag je naar binnen, langs witte gordijnen. Het podium reikt tot aan je kin, instrument­en staan opgesteld binnen handbereik. Wat een privilege, denk je meteen. En ook: dit wordt iets.

Vier muzikanten doen cimbalen draaien, met een staafje strijken ze af en toe de zijkant ervan aan: shhh, klinkt het. Als een aansporing om het in de kleine ruimte nog stiller te maken dan het al is. Ze fluisteren teksten die Lang uit de autosearch van Google plukte. ‘Als ik alleen ben dan ...’ en de rest vult Google aan. Maar echt verstaan doe je het niet. In de plaats daarvan luister je gespannen naar het ritme

van hun medeklinke­rs, de sissende klanken van tong tegen gehemelte, komende van links en rechts tegelijk. De oren zijn meteen scherp gesteld.

Whisper opera draait om het allerklein­ste, dat wat zich afspeelt tegen een achtergron­d van volledige stilte – een gegeerd goed vandaag. Maar de stilte van Lang is niet de stilte van de yogamat of het medita tiekussen, merk je al snel. De fluisterop­era is opgeladen met de spanning van datgene wat in de lucht blijft hangen: zinnen die je nooit helemaal begrijpt, betekenis die nooit helemaal volledig is. De intimiteit die hij creëert is dan ook allesbehal­ve vrij van dreiging. Zoals wanneer de fluit en de klarinet elkaar achtervolg­en – trap op, trap af – in korte, hijgerige zinnetjes. Boven aangekomen schuren ze tegen elkaar aan, in wispelturi­ge dissonante­n. Op de achtergron­d wrijven vingers over het vel van de grote trom, met de intensitei­t van plastic handschoen­en op een pas gewassen raam. Het doet pijn, terwijl je het nauwelijks kan horen. Zover drijft Lang je oren.

In dit fluisteren zit ook de spanning van het ingehouden­e. De fluit en de klarinet, meer nog dan de cello en de viool, zwoegen zich door hun stiltepart­ituur heen. Het fluisteren is hen niet eigen, het kost moeite. Tony Arnold, de zangeres, blinkt uit in een reeks gefluister­de aria’s. Met haar handen voert ze haar orkest van stemloze instrument­en aan. Plots kunnen we ver staan waarover ze het heeft: wij samen, zonnige dagen. Maar niet lang daarna verdonkert de toon weer, het tempo versnelt. De subtiele stemmingsw­issels klinken als rimpelinge­n op het water, maar spoelen in deze opera over je heen als manshoge golven. Zeker als je de ogen sluit – en dat doen steeds meer luisteraar­s.

Het eindigt met een xylofoon die de zachtste muziekdoos­jesmelodie uit het universum op gang tikt. Je oren vragen zich af wat ze met het geweld van de wereld aan moeten – en dat is goed.

 ?? © Armen Elliott ?? Het doet pijn, terwijl je het nauwelijks kan horen.
© Armen Elliott Het doet pijn, terwijl je het nauwelijks kan horen.

Newspapers in Dutch

Newspapers from Belgium