Sulaiman Addonia: vluchteling in Soedan, schrijver in Brussel
Als kind ontvluchtte Sulaiman Addonia de brutale oorlog in Eritrea en daarna de onderdrukking in SaudiArabië. Nu woont hij in Brussel en staat hij aan het begin van een internationale doorbraak. ‘Ik moet aanvaarden dat sommige wonden nooit zullen genezen.’
‘Papa, had jij een fiets toen je kind was?’ vroeg Sulaiman Addonia’s negenjarige zoon onlangs toen ze samen naar school fietsten in Brussel. Nee, had hij geantwoord, ‘Ik had een ezel’.
‘En hij werd boos op me’, lacht de schrijver. ‘Hij was zo verontwaardigd. Hij bleef maar zeggen: “Ik houd niet van je stomme grapjes.” Terwijl ik geen grapje maakte.’ Hij wordt plots ernstig: ‘Het zal nog lang duren voor mijn zoon begrijpt dat zijn kindertijd er heel anders uitziet dan de mijne.’
Addonia’s zoon weet misschien niet het fijne over zijn vaders verleden, maar die kindertijd sluipt wel zijn boeken binnen. Zijn debuutroman uit 2008, Als
gevolg van liefde, geïnspireerd door zijn observaties van het leven in SaudiArabië, werd genomineerd voor de Commonwealth Writers’ Prize en vertaald in meer dan twintig talen. Het boek verhaalt over een Eritrese gastarbeider en een vrouw die hij aanvankelijk alleen herkent aan de schoenen die onder haar boerka uit komen. Een decennium later is Addonia’s kindertijd in Soedanese vluchtelingenkampen de voedingsbodem voor zijn nieuwe roman, Silence is my mother
tongue, over een broer en een zus die een evenwicht proberen te vinden in de chaos van een kamp.
Addonia’s eigen verhaal begint in een Eritrees dorpje, Om Hajer, hoewel hij niet precies weet wanneer hij werd geboren. In 1975, in volle Eritrese onafhankelijkheidsoorlog, verzamelden Ethiopische soldaten het hele dorp op een nabijgelegen veld om een belangrijke functionaris te verwelkomen. Addonia, een baby nog, zat in een doek op zijn moeders rug gebonden. Toen begonnen de soldaten op de menigte te schieten. Tussen de 250 en 400 mensen stierven die dag in een van de vele bloedbaden die het dertigjarige conflict heeft gekend. Addonia’s broer, toen vier, werd levend teruggevonden onder een stapel lijken. ‘Hij herinnert het zich nog’, zegt Addonia. ‘Het moet vreselijk zijn geweest. Maar ik was zo jong, ik weet er niets meer van.’
Maanden later werd zijn vader doodgeslagen door een groep vreemdelingen – de familie is er nooit achter gekomen waarom. Maar zijn moeder griste haar drie kinderen en haar ouders bij elkaar en trok naar een vluchtelingenkamp in Soedan. Addonia heeft nog steeds een litteken op zijn neus, opgelopen toen hij tijdens de vlucht van een kameel viel. ‘Ik vind het ironisch dat hetgene dat me in veiligheid moest brengen toch een manier vond om me te verwonden’, zegt hij, terwijl hij met een vinger over zijn neus wrijft.
Seksueel geweld
Acht jaar lang trok Addonia van kamp naar stad naar kamp. Vluchtelingenkampen worden in Silence is my mother
tongue geschetst als verstikkende, beangstigende, stinkende plekken zonder privacy; bewoners kissebissen en veroordelen elkaar in onwettige rechtbanken. Maar het zijn vrouwen die de dupe zijn van mannelijke razernij; ze worden genitaal verminkt, verkracht en afgeranseld. Er zit zo veel seksueel geweld in het boek dat je zou kunnen denken dat de auteur er bewust bij blijft hangen of er zich zelfs in verlustigt. Maar de onderstroom is Addonia’s evidente empathie voor vrouwen. Bij het overdenken van haar nieuwe leven in een Soedanees kamp herinnert het hoofdpersonage Saba zich een uitspraak van haar moeder: ‘Vrouwen zijn het vergiet waardoor het lijden van hun land wordt gezuiverd.’
Addonia groeide op omringd door vrouwen, zelfs in die mate dat hij zegt: ‘Als je jong bent, zie je geen gender en denk je dat je ook een vrouw bent. Dan groei je op en zie je hoe unfair de maatschappij hen behandelt.’ Zijn leven veranderde voorgoed toen een buurvrouw, die getrouwd was met een man van wie wijd en zijd bekend was dat hij overspelig was, de naam van een andere man noemde in haar slaap. Haar echtgenoot concludeerde dat ze bezeten was. Addonia verstopte zich en keek toe hoe een groep mannen haar afranselde om de duivel uit te drijven. ‘Ik zal nooit vergeten wat ze haar aandeden. Ze was niet bezeten, tenzij misschien door liefde. Maar omdat ze getrouwd was, kon ze daar niet naar handelen. De oneerlijkheid is hemeltergend.’
Addonia adoreerde zijn moeder, omdat hij zich al heel jong realiseerde wat ze had opgeofferd voor hun veiligheid. In een extreme daad van solidariteit besloot hij zich zelfs te onthouden van seks, omdat zijn moeder weigerde te hertrouwen. ‘Als ze sommige mannen zag, las ik begeerte in haar ogen, de subtiele beweging van haar hand, een nieuwe schuwheid, de manier waarop ze haar lichaam bewoog’, zegt hij, glimlachend om de herinnering. ‘Maar hoe ouder ik werd, hoe meer dat een last werd. Waarom zou ik moeten kunnen genieten van seks als zij dat niet kon? Ik hield van haar en ik wist dat ze alles opgaf voor mij.’ Hij hield het niet lang vol, geeft hij toe, maar de vrouwenhaat in het kamp bracht hem ertoe zijn ideeën over seks te herdefiniëren.
Slapeloos
Na twee jaar in Soedan verhuisde zijn moeder naar SaudiArabië om er te werken als inwonende meid in een paleis. De vierjarige Addonia en zijn broers en zussen bleven achter bij hun grootouders. Ze was analfabete, in plaats van brieven stuurde ze boodschappen die ze insprak op cassettebandjes. Ze beschreef hoe haar dagen eruitzagen, vertelde verhalen en zong liedjes voor de kinderen. Het waren urenlange tapes. ‘Als ik ernaar luisterde, moest ik huilen. Ik miste haar zo erg. Maar als ik dan door het kamp liep en nadacht over de wereld die ze had beschreven, kon ik die helemaal reconstrueren in mijn hoofd’, zegt Addonia. ‘Je kon
‘Ik leer nu de kwellingen die mijn lichaam en geest hebben ondergaan, te erkennen. Het zal jaren kosten’
haar verdriet tussen de lijnen horen. Ik ben heel dankbaar voor die tapes, want als ze er niet waren geweest zou ik haar vergeten zijn. Maar ze vertelde nooit de slechte dingen.’
Die kon Addonia zelf zien toen hij op zijn tiende met zijn broer naar Jeddah migreerde. Terwijl zijn moeder dag en nacht werkte voor een van de vele royals van het koninkrijk kwam hij erachter dat seksueel geweld tegen vrouwen en jongens wijdverspreid was, en dat migranten onverbiddelijk werden teruggestuurd naar oorlogszones zoals Eritrea als hun werkgevers dat met een vingerknip zo beschikten. Dat hij er getuige van was hoe zijn moeder werd mishandeld door haar werkgever, bezorgde hem een slapeloosheid waar hij nog steeds onder lijdt. ‘Het is een verschrikkelijke plek’, zegt hij zacht. ‘Het enige positieve eraan is de solidariteit tussen de migranten, en tussen vrouwen. Ik ben verbaasd over hoe vrouwen de kracht vinden om elkaar te steunen. Het is het mooiste wat er is in de wereld.’
Toch was het in SaudiArabië dat hij zijn liefde voor literatuur ontdekte. Dankzij de vriendschap van zijn broer met een intellectueel met goede connecties lazen ze elk verboden boek waarop ze de hand konden leggen, van Tayyib Salihs Seizoen van de trek naar het noor
den – over seks, moord en kolonialisme – tot Victor Hugo en Virginia Woolf. ‘Boeken zijn bevrijdend. Als je in SaudiArabië leeft, wordt je ingepeperd dat alles zwartwit is. Ze proberen je haat bij te brengen voor vrouwen, soefi’s, sjiieten, Joden, christenen – tot je boeken begint te lezen’, zegt hij. ‘Literatuur heeft me bevrijd.’
Omdat hij aan slapeloosheid leed, en omdat hij niet bij zijn moeder woonde, studeerde Addonia ’s nachts. Zijn schoolresultaten waren zo goed dat een Saudische prins hem opbelde om hem te complimenteren. ‘Mensen zeggen dat ik veel heb bereikt, ik sprak zelfs geen Engels toen ik in GrootBrittannië terechtkwam. Maar mijn grootste prestatie is dat ik mijn moeder trots maakte’, zegt hij. ‘Ik zal nooit het moment vergeten dat ik mijn schooldiploma aan mijn moeder gaf. Ze zat samen met haar vriendinnen op haar bed. Niemand van hen kon het lezen, maar ze wisten wat het betekende. Dat was belangrijk, ik heb haar iets teruggegeven.’
Toen Addonia zowat vijftien was, ruilden de broers Jeddah in voor Londen. Ze arriveerden in Kilburn in 1990, en logeerden bij een ver familielid. Het was een eenzame tijd, geen van beiden sprak Engels, maar Addonia hield ervan door de Londense straten te dwalen en de geschiedenis van zijn nieuwe thuis te leren kennen. De twee broers spanden zich in om Engels te leren op de school die ze bezochten, en verhuisden zelfs naar de zuidelijker wijk Croydon om te ontsnappen aan het veiligheidsnet van de Eritrese gemeenschap in Londen. ‘We hadden het idee dat we ons onder Engelse mensen moesten begeven en de taal moesten
‘Ik kon mezelf enkel een schrijver noemen als ik bereid was om mezelf, mijn familie en mijn vrienden te verliezen’
leren – en toen realiseerden we ons dat ze niets met ons te maken wilden hebben’, lacht hij. Het is verbazend dat hij niet bitter klinkt: ‘De Engelsen waren vrij koel en afstandelijk, maar ik vond warmte in de schoonheid van de straten.’
Na jaren door de Britse immigratiediensten te zijn gereisd, kreeg Addonia in 2000 eindelijk de Britse nationaliteit. Hij studeerde ontwikkeling en economie en ontmoette zijn Belgische vriendin in de stad, waarna ze naar Brussel verhuisden. Met Als gevolg van liefde kwam het succes – en voelde hij plots het volle gewicht van zijn verleden. ‘Voor het eerst in mijn leven had ik wat tijd en geld’, zegt hij. ‘Het was alsof de spoken die ik jaren had meegedragen en waarvoor ik nooit aandacht had gehad omdat ik het te druk had, me nu plotseling in de nek sprongen.’
De grens tussen ezels en fietsen
Zal hij ooit helemaal herstellen van zijn verleden? ‘Ik leer nu de kwellingen die mijn lichaam en geest hebben ondergaan, te erkennen. Het zal jaren kosten. Maar het belangrijkste is dat ik de stilte heb doorbroken om erover te praten. Enkele jaren geleden zou ik daartoe niet in staat zijn geweest. Maar ik moet aanvaarden dat sommige wonden nooit zullen genezen. Zo is het leven.’
Het leven, dat betekent dezer dagen zijn familie, schrijven en werken bij de cursus creatief schrijven voor vluchtelingen die hij heeft opgericht. Als hij niet kan slapen, leert hij zichzelf dansen met YouTube – hij heeft zich zelfs op ballet gegooid, wat hij prompt demonstreert met een en pointe.
Zelf is hij opgegroeid met weinig ouderlijk toezicht, met zijn zoon laveert hij tussen striktheid en de angst te sturend te zijn. ‘Hij mag me niet “bro” noemen’, zegt hij. ‘Ik ben zijn “bro” niet, ik ben zijn vader.’ Het is de grens tussen ezels en fietsen: ‘Het is tragisch om te moeten opgroeien zonder ouders, maar tegelijk schuilt er ook vrijheid in. Ouder zijn is een evenwichtsoefening tussen aanwezig en onzichtbaar zijn. Ik heb de succesformule nog niet gevonden.’
Sinds 2005 is Addonia niet meer in Eritrea geweest, waar zijn moeder nu weer woont. Het land legt een dienstplicht op van onbepaalde duur, ook voor Eritreeërs met de Britse nationaliteit. Maar die afstand heeft hen misschien allebei goed gedaan. Toen Als gevolg van liefde verscheen, belden vrienden van de familie naar zijn moeder en beschuldigden hem ervan dat hij de islam aanviel. Ze belde hem, huilend en smekend: ‘Waarom schrijf je dit? Wil je me niet meer zien?’
Daarom, zegt hij, zit er een pauze van een decennium tussen zijn boeken. ‘Nu ik erop terugblik, zie ik dat ik mezelf enkel een schrijver kon noemen als ik bereid was om mezelf, mijn familie en mijn vrienden te verliezen’, zegt hij. ‘Mijn moeder werd een bron van censuur, ik moest mezelf van haar bevrijden. Ik schreef dit boek, maar ik werd er ook door herschreven.’ Hij glimlacht. ‘En ik ben volledig vrij.’