BELG REED VORIG JAAR VOOR HET EERST MINDER MET DE AUTO
Is de langverwachte ‘modal shift’ ingezet? In 2017 reden de Belgen voor het eerst minder kilometers met de auto. Eén uitzondering: de bedrijfswagens.
BRUSSEL I Voor het eerst in tien jaar tijd reed de gemiddelde Belgische personenwagen vorig jaar ruim minder dan 15.000 kilometer. Nooit eerder was de afname zo uitgesproken ten opzichte van het jaar voordien. Acht jaar geleden reed een gemiddelde autoeigenaar op jaarbasis 1.000 kilometer meer dan nu.
Het aantal personenwagens dat ingeschreven werd, stijgt wel nog steeds. Maar na twee absolute recordjaren was de afname van het aantal keren dat we die auto gebruiken voor het eerst groot genoeg om het totale aantal gereden kilometers te doen dalen – weliswaar met amper 0,2 procent, tot 84 miljard kilometer. ‘Het lijkt erop dat de car peak bereikt is en de kentering ingezet’, zegt Dirk Lauwers, mobiliteitswetenschapper aan de Universiteit Antwerpen en UGent.
De cijfers staan in een nieuw rapport van de Federale Overheidsdienst Mobiliteit. Ze stroken met eerdere resultaten van het Onderzoek Verplaatsingsgedrag. In 2017 is het aandeel van de auto als verplaatsingsmiddel voor het eerst in vele jaren gedaald. De winnaars zijn vooral de fiets (+3 procentpunt) en in mindere mate het openbaar vervoer.
Te versnipperd landschap
Op zoek naar verklaringen voor de – weliswaar beperkte – trendbreuk, kijken mobiliteitswetenschappers in eerste instantie naar de impact van de files. ‘Die bepalen meer dan het mobiliteitsbeleid hoe de Belgen zich verplaatsen’, zegt Lauwers.
Of zoals Willy Van Overschee, van de Koninklijke Academie van België voor Wetenschappen en Kunsten (KVAB), het zegt: ‘Dit is meer een reactie van het gezonde verstand op de toenemende verkeersdrukte, dan het gevolg van gecoördineerd beleid. De mensen zijn de files gewoon zo beu dat ze alternatieven zoeken.’
Professor Cathy Macharis (VUB) wijst op de wereldwijde trend onder jongeren om minder de auto te gebruiken. ‘Bovendien zijn er heel wat nieuwe mobiliteitsvormen bijgekomen: deelauto’s, deelfietsen, deelsteps … Steeds meer mensen combineren die verschillende vervoersmiddelen, en dat zal in de toekomst alleen maar eenvoudiger worden via smartphoneapplicaties.’
Volgens Macharis is ook de opkomst van telewerk mee verantwoordelijk voor de afname van het autoverkeer.
Om de ingezette modal shift te bestendigen en te versnellen, zal het beleid wel moeten volgen, klinkt het. Want met zijn aandeel van 72 procent blijft de auto met voorsprong het favoriete vervoersmiddel in België. Het openbaar vervoer (15 procent) en de fiets (5 procent) hinken achterop. Een Belg rijdt gemiddeld nog altijd meer met de auto dan de Nederlanders en de Fransen, maar minder dan de Duitsers.
Het tij op de lange termijn en definitief keren zal ‘een totaal andere aanpak’ vergen, schrijven enkele van de meest prominente mobiliteitswetenschappers van ons land in een nieuw, gezamenlijk ‘standpunt’ van de KVAB. Het huidige mobiliteitsbeleid voldoet niet, stellen ze. Het is ‘te versnipperd en te veel gericht op gedeeltelijke oplossingen en grote prestigeprojecten’.
Om het openbaar vervoer en de fiets tot ‘volwaardige alternatieven’ te maken, is de ruimtelijke ordening cruciaal. ‘De versnippering in Vlaanderen ligt mee aan de basis van de verkeerscongestie en de slechte luchtkwaliteit en zorgt ervoor dat we het openbaar vervoer niet efficiënt kunnen organiseren.’ En ook: ‘We moeten een grotere nabijheid organiseren tussen waar we wonen, werken en ontspannen door de demografische groei in de steden en de stadsranden te concentreren.’ Ook een (slimme) ki lometerheffing kan het autogebruik helpen ontraden.
Daarnaast zullen de alternatieven aantrekkelijker moeten worden. De reizigerstevredenheid over de treinen van de NMBS en de bussen en trams van De Lijn zit op een dieptepunt. Vooral de stiptheid is een pijnpunt.
Perverse salariswagens
Tot slot, schrijven de wetenschappers, ‘staat het blijven subsidiëren van de individuele wagen de overgang naar een duurzame mobiliteit in de weg’. Het aantal salariswagens in ons land is vorig jaar met vijf procent toegenomen, het aantal kilometers dat ermee afgelegd werd met twee procent. Zij gaan met andere woorden in tegen de trend. Een salariswagen legt gemiddeld ook bijna dubbel zoveel kilometers af als een andere wagen. Ze maken acht procent van het wagenpark uit, maar zijn goed voor zestien procent van de afgelegde kilometers. ‘De dalende trend – de modal shift– zou veel uitgesprokener zijn, als de regering van dat perverse mobiliteitssysteem zou afstappen’, zegt Dirk Lauwers.
‘Dit is meer een reactie van het gezonde verstand dan het gevolg van gecoördineerd beleid’
WILLY VAN OVERSCHEE
KVAB