Oorlog door kinderogen
De herdenking van de Eerste Wereldoorlog heeft bijzondere jeugdboeken opgeleverd die de vieringen nog lange tijd zullen overleven. Alles komt goed,
altijd vertelt het verhaal van een gezin uit Ieper vlak voor en tijdens de oorlog. De eerste scène beschrijft hoe de kinderen een wereldbol cadeau krijgen en zich verwonderen over alle landen die ze nog nooit bezocht hebben. ‘Kijk naar al die kleuren. Kijk hoe mooi de wereld is’, zegt het hoofdpersonage Alice tegen haar kleine zusje. Dat die wereld kort daarop door een oorlog verstoord zal worden, kan niemand zich op dat moment inbeelden. De wereld lijkt plots alle kleur te verliezen – iets wat in dit boek mooi weergegeven wordt in de blauwe, waterachtige prenten van Charlotte Peys.
Ongeloof loopt als een rode draad door het verhaal. Van de onheilsberichten, de eerste vluchtelingen en soldaten die door de stad trekken, tot de bommen en de loopgravenoorlog die zich langzaam maar zeker ontwikkelt – Alice en haar familie kunnen het zich niet voorstellen, en weten dan ook niet hoe ze het best handelen. Spreekt de moeder eerst nog de optimistische woorden uit de titel, dan wordt stilaan duidelijk dat ook hun gezin zal moeten vluchten. Maar waarheen? Kathleen Vereecken maakt de verwarring van de ouders tastbaar en het is niet moeilijk om de parallel te trekken met wie vandaag vluchten moet. Nergens lijkt het nog veilig en telkens moeten ze hun plannen wijzigen – het is een kwestie van de minst gevaarlijke plek op te zoeken. Wanneer de ouders uiteindelijk terug naar Ieper trekken, blijken ze de verkeerde keuze gemaakt te hebben. Het is iets wat de vader zich nog lang zal verwijten.
Ook al wordt de oorlog hier door kinderogen beschreven, de gruwel wordt niet geschuwd. Korte hoofdstukken werken met een beknopte tekst telkens naar een gevatte pointe toe. Vereecken smeert de angsten en het verdriet van haar personages niet breed uit en daardoor is het verhaal van Alice des te ontroerender. In een van de meest beklijvende hoofdstukken laat Alice plots haar tranen de vrije loop. Bovendien stromen ook bij haar dappere broer Oscar de tranen over het gezicht. Ze hebben op dat moment al veel verloren en het leest bijna als een opluchting dat ze zo hard moeten huilen. Maar de lezer is op het verkeerde been gezet: niet hun emoties maar gifgas brengt de heftige reactie teweeg. Net op tijd kunnen de kinderen naar binnen vluchten, maar de scène eindigt met een angstaanjagend beeld: de volgende ochtend liggen alle merels dood onder de appelboom. Dat lot viel hen bijna te beurt.
Terwijl het kleine meisje opgroeit en haar familie uitgedund wordt, verruilt Alice haar kinderlijke naïviteit voor daadkracht en voorzichtig optimisme. Ondanks de misleidend hoopvolle titel is Alles komt goed,
altijd een eerlijk en aangrijpend boek waarin de liefde voor het leven uiteindelijk zegeviert op de oorlog en de wanhoop.