AFSPRAKEN IN EEN VERSNIPPERD LANDSCHAP
Doorgaans is het in de politiek niet verstandig te steile electorale ambities te etaleren. Het risico dat het net een ietsje minder wordt en dat die duivelse media dan van een overwinningsnederlaag spreken, is immers groot. Beter is om te zeggen dat ‘de kiezer zich eerst moet uitspreken’, dat je graag ‘plusjes’ wil zien of dat je al tevreden bent als je op tram een, twee of drie belandt, naargelang van het geval.
Die stelregel sloeg Open VLDvoorzitter Gwendolyn Rutten roekeloos in de wind toen ze, in de aanloop naar de lokale verkiezingen, stelde dat haar partij burgemeesters wilde in vier centrumsteden. Dat betekende dat ze boven op het behoud van de sjerp in Mechelen en Kortrijk, ook in Oostende en Gent de leiding van het bestuur wilde pakken.
Sinds vrijdag weten we dat die hoge gok is uitgekomen, nu na Bart Tommelein ook Mathias De Clercq burgemeester wordt. Het was in Oostende noch in Gent vanzelfsprekend op basis van de uitslag, maar ook efficiënt onderhandelen hoort erbij. Dit versterkt ongetwijfeld verder de positie van Rutten als partijleider en haar strategie om te durven rekenen op een onderstroom van positivisme dat in de stadslucht misschien beter gedijt dan elders.
Leren we daaruit iets voor de komende electorale vervaldag, normaal gezien 26 mei volgend jaar? Opmerkelijk is dat de liberalen in drie van de vier verworven centrumsteden – Kortrijk is de uitzondering – een alliantie met Groen smeden. Dat de koers daarvoor op heel wat domeinen naar links moet worden bijgesteld, is blijkbaar geen probleem.
Valt daarin een voorafschaduwing voor de Vlaamse en federale coalitievorming te zien? In een versnipperd politiek landschap, waarin er alleen middelgrote en kleine partijen overblijven, is het nuttig en nodig om, voor of na de stembusgang, tactische afspraken te maken. Mathias De Clercq deed het na de verkiezingen door zich vast te klinken aan CD&V en haalde zijn slag thuis. De voorzitter van CD&V, Wouter Beke, en MRleider Charles Michel deden het in 2014 al openlijk tijdens de campagne en vormden nadien de ruggengraat van de Zweedse federale coalitie.
Politiek gaat om stemmen halen, maar minstens evenzeer om het bouwen van allianties, structureel of informeel. Politici die in staat zijn om bruggen te slaan en ideologische verschillen te overstijgen, tillen hun partijen naar een hoger niveau. In een tijd dat polarisering het alfa en omega van de politiek lijkt, is dat een interessante vaststelling.
Politici die bruggen slaan, tillen hun partij naar een hoger niveau