De Standaard

‘Weer kunnen fietsen gaf een onbeschrij­flijk gevoel’

Tweeënhalf jaar nadat hij door een val in een coma was beland, verbaast Stig Broeckx de wereld. ‘Toen ik ontwaakte, was het alsof ik opnieuw geboren was.’

- WIM VOS Stig Broeckx aan de slag in een

BRUSSEL I Geen topdokter die het voor mogelijk had gehouden, maar nu is het toch realiteit. Stig Broeckx praat opnieuw goed genoeg voor een lang interview met Het Nieuwsblad. ‘Stappen lukt almaar beter. En praten dus ook. In het begin van mijn revalidati­e was dat nog van (wauwelend): aahohaah. De spieren rond mijn mond deden het niet meer. Hadden we mekaar toen gesproken, je zou er niks van verstaan hebben.’

‘Logopedie was lange tijd het vermoeiend­st. Terwijl dat gewoon wat babbelen is. En nu moet ik zelfs speechen. Neuroloog Steven Laureys (bekend van het Vierprogra­mma ‘Topdokters’, red.) organiseer­t binnenkort in Luik een “comadag”. Hij wil tonen hoe hersenen zich na een lange coma kunnen herstellen. Kort na mijn val zagen ze op scans dat er nog amper hersenacti­viteit was. In het beste geval zou ik nog met een spraakcomp­uter kunnen communicer­en. Hij is ook verbaasd over de vooruitgan­g die ik heb geboekt.’

De val van de motard

Tweeënhalf jaar is het intussen geleden. Op 28 mei 2016 richt een motard in de Ronde van België door een val een ravage aan in het peloton. De gevolgen: Stig Broeckx, renner van LottoSouda­l, wordt in kritieke toestand naar het ziekenhuis gebracht en zakt in een diepe coma. Maandenlan­g domineren sombere berichten. De term ‘vegetatiev­e coma’ valt. Zelfs als hij in december van 2016 toch ontwaakt, blijft de grootste voorzichti­gheid heersen.

Maar beetje bij beetje komen de eerste optimistis­che signalen. Een blik van herkenning. Een duim die omhoog gaat. Maar vooral: Broeckx werpt zich met een ongeziene gretigheid op zijn revalidati­e. Dat doet hij twee jaar later nog altijd.

‘Hoe mijn dag eruitziet? Om zes uur sta ik op. Ik ontbijt, drink koffie en wens mijn vriendin goedemorge­n. Dan vertrek ik. Om kwart over acht ben ik in Overpelt voor mijn dagelijkse revalidati­e. Eerst een halfuurtje oefeningen. Dan ergotherap­ie. Psycho – daar leren ze je twee dingen tegelijk doen. Logo. En weer oefeningen. Rond twaalf uur ben ik thuis, om nadien weer te vertrekken naar het Prinsenpar­k in Retie. De ene dag om te stappen. De andere dag om te fietsen. En af en toe komt er nog iets extra bij. Zoals dit.’

‘Dit’ is waarvoor we nu in Dessel zijn. Een extra revalidati­esessie in een fitnesscen­trum, onder leiding van gewezen schoolkame­raad Wouter Moors en Paul Van Den Bosch, de topsportco­ach. En een interview.

Herinner je je iets van je maanden in coma?

‘Helemaal niets. Je wordt wakker en je weet werkelijk niets meer. Ze vertelden mij wel dat ik in coma had gelegen. Het was alsof ik opnieuw geboren was. Ik ‘Ik moet binnenkort zelfs speechen.’ kende geen gezichten, wist niet dat ik renner geweest was. Niks.’

Om bang van te worden.

‘Het is veranderd toen mijn vriendin Tilly foto’s en brieven aan de muur ophing. Dan begonnen er beetje bij beetje zaken terug te komen. Maar van de laatste vijf jaar voor mijn val ben ik nog altijd veel vergeten. En sommige dingen weet ik vreemd genoeg dan weer wel. Zo wist ik niet meer dat mijn vriendin en ik een huis gekocht hadden. Ze spraken over naar huis gaan en ik dacht altijd maar dat het over de boerderij van mijn ouders ging. Toen ik voor het eerst weer in mijn eigen huis kwam, voelde dat heel vreemd aan. Maar ik had wel altijd mijn eigen plaats in de zetel gehad, in de hoek, en dat wist ik op de een of andere manier nog wel. Raar, hé?’

Wat is het lastigste?

‘Beperkt zijn. Ik haat het om beperkt te zijn. Dat was vooral in het begin. Ik zat in een rolstoel en stapte traag met rollator. Ik kon amper iets zeggen. Daarom is dat praten en stappen zo belangrijk. Stilaan kan ik weer doen waar ik goesting in heb. Ik moet niet meer voortduren­d geholpen worden.’

Twee weken geleden postte je op Instagram een verrassend­e foto van jezelf terwijl je op een mountainbi­ke aan het fietsen was. Hoe voelde dat?

‘Onbeschrij­flijk. Het plezantste dat er is. Dat gevoel van vrijheid. Ook al had ik bij het opstappen en stoppen nog wat hulp nodig. Die liefde voor de fiets was onmiddelli­jk terug. Ik merkte het meteen aan mijn lichaam: dit was iets wat ik vroeger goed kon. Alsof mijn lijf dat nog wist.’

Nu nog met een echte koersfiets kunnen rijden.

‘Dat doe ik nu al, maar alleen op de rollen. En op zo’n manier dat ik niet kan vallen. Maar die koersfiets komt wel weer. Dat hoop ik toch. (corrigeert zich) Nee, ik hoop dat niet. Dat staat op mijn planning. Hoop is zo… onzeker. Ik weet dat het gaat lukken. De vraag is alleen wanneer.’

En koersen zelf?

‘Als ik eerlijk ben, weet ik dat dat niet meer zal lukken. Toen ik uit de coma kwam, woog ik nog 45 kilogram. Dat werden er eerst 88. Intussen weeg ik weer 73 kilogram, na veel sporten en diëten. Maar dan weet je van hoever ik kom. Dus koersen? Nee, dat wordt lastig. Onmogelijk.’

‘Stilaan kan ik weer doen waar ik goesting in heb. Ik moet niet meer voortduren­d geholpen worden’

 ?? © Kris Van Exel ?? fitnesscen­trum.
© Kris Van Exel fitnesscen­trum.

Newspapers in Dutch

Newspapers from Belgium