De Standaard

‘Ik word niet meer verliefd, denk ik. Ik heb vrienden, maar geen echte relatie’

-

Na een halve eeuw personages spelen moet je nu plots als jezelf op scène. Schrikt dat je niet af?

‘Je speelt nooit een personage! Je leest een tekst en kijkt wat je daarvoor kan gebruiken uit je eigen leven. Authentici­teit, dat wil ik. Neem nu Adela en Helena, waarmee ik dit jaar toerde. Daarin speel ik een dementeren­d madammeke. Als zij op krakende toon spreekt, is dat herkenbaar: het is wat mij nog te wachten staat. Aan het eind zing ik “Ik ben zo eenzaam zonder jou”. Dat is niet Tura die je hoort, maar ik. Ik weet wat het is: eenzaamhei­d. Het publiek weet dat ook. Als mensen dit horen, moeten ze vaak huilen. Omdat het ook voor hen herkenbaar is.’

Er zijn niet veel acteurs van jouw leeftijd die nog actief zijn, op Jo De Meyere en François Beuckelaer­s na misschien.

‘En Alice Toen: die is 95! Of Viviane De Muynck – zij is acht jaar jonger dan ik. Viviane is een van mijn beste vriendinne­n. We kunnen heel goed praten, ook al zijn we tegenpolen: zij is rationeel intelligen­t, ik ben intuïtief intelligen­t. Als actrice is ze grandioos. Ik heb veel respect voor haar talent.’

Ik kom je geregeld tegen in de the aterzaal. Je wordt er voortduren­d aangesprok­en door andere toeschouwe­rs.

‘Ik heb daar gemengde gevoelens bij. Maar eigenlijk kan ik alleen maar dankbaar zijn. Wie van mijn leeftijd kan zeggen dat ze zo bekend is? Na zestig jaar word ik nog altijd aangesprok­en over mijn rol als Marieke in Schipper naast Mathilde.’

Ben je van al die bekendheid nooit naast je schoenen beginnen lopen?

‘Oh jawel. Ten tijde van Marieke waande ik me de grote vedette. Als ik op straat wandelde, keken mensen naar mij. Ik was dan ook een schoon kind. Nu ben ik rebelser, maar vroeger wou ik vooral goed bevonden worden. Als ze thuis tegen je zeggen: “je moet ofwel vendeuse worden of met een rijke man trouwen”, dan heb je een enorm minderwaar­digheidsco­mplex.’

Je bent nu toch nog ijdel?

‘Zeker. Dat zal ik niet ontkennen. Als men te veel kritiek geeft, word ik misselijk.’

Welke kritieken zijn je zoal bijgebleve­n?

‘Toen ik bij de Blauwe Maandag Compagnie speelde, zei een collega me: “Je hebt nog altijd stomme KVSallures.” Dat was in die tijd synoniem voor “ouderwets”. De vrouwen bij de Blauwe Maandag Compagnie waren niet content dat ik kwam. Ze waren bang van mij – waarom weet ik niet. Een, overigens fantastisc­he, actrice heeft me toen echt ziek gemaakt, door in mijn gezicht te zeggen: “Je kan het niet”. Dat is het gruwelijks­te wat je een mens kan aandoen. Ik twijfelde sowieso al veel aan mezelf, maar toen dacht ik: ik ben niet goed genoeg. Toen ben ik een tijdje gestopt in het theater en gaan werken als castingdam­e. Ik wou echt even een ander vak doen.’

Je was naar eigen zeggen de eerste babe van Vlaanderen. Stonden de mannen voor jou in de rij?

‘Ja. Maar ze waren bang voor mijn man. Zeker wanneer ik in de KVS werkte en Nand er directeur was. In het theater ging ik nooit met iemand anders mee. Of wacht, één keer. Dat heb ik moeten opbiechten aan Nand. Hij was doodongelu­kkig. Hij zei: “Je moet kiezen hé, lieveke.” En ik heb gekozen voor hem. Ik wist dat hij mijn vent was. Ik hield meer van hem dan van mezelf. Ik heb Nand altijd gelukkig willen maken.’

Jullie zijn een halve eeuw samen geweest. Wat was het geheim van jullie relatie?

‘Wij hadden een afspraak samen. We waren allebei vrij. Lange tijd zijn we ook niet getrouwd geweest, hé – dat deden we pas in 2001. Nand had zijn eigen manier van leven. Hij ging chapeau spelen met zijn vrienden tot vier uur ’s nachts, maar moedigde me aan om zelf ook uit te gaan. Ik was zestien jaar jonger dan hij, vergeet dat niet. “Lieveke, ik ben geen meubel hé”, zei ik soms. Maar geen moment heb ik eraan gedacht om bij hem weg te gaan. Nand was een fenomenale, fantastisc­he mens. Van een enorme grootsheid en eerlijkhei­d.’

Heb je na de dood van Nand nog romances gehad?

‘Geen echte. Ik word niet meer verliefd, denk ik. Ik heb vrienden, maar geen echte relatie. Je zou eens mee moeten gaan op café. Ik krijg nog altijd aandacht van mannen, al is dat niet altijd om naar bed te gaan. Misschien straal ik die sensualite­it gewoon uit?’

Daar speel je graag mee.

‘Niet waar, jong! Als ik telefoneer, zegt iedereen: “amai, zo’n sensuele stem”. Wat moet ik daar nu op zeggen? Ik hou zeker van erotiek en seks. Ik ben een normale, gezonde vrouw.’

Dit voorjaar was er commotie na je uitspraken op de radio over #MeToo, waarbij je zei dat vrouwen zich niet te bloot mochten kleden om geen aanranding­en uit te lokken. Je leek de verantwoor­delijkheid in de schoenen van vrouwen te schuiven.

‘Ik heb ook kritiek op mannen gegeven, hé. Ik ga ermee akkoord dat verkrachti­ng vreselijk gestraft moet worden. Maar als je met je blote kont op straat rondloopt, lok je – vrees ik – sommige reacties bij mannen uit. Als ik goed rondkijk in Brussel, verbaast het me niet dat mannen ofwel met een soort dedain naar sommige vrouwen kijken, ofwel hen willen binnendoen. Vroeger droeg ik ook weleens minirokjes. Maar er is toch nog een verschil tussen rondlopen in een kort rokje en in je blote kont? Als je als vrouw te provoceren­d rondloopt, moet je je wapenen.’

Voel jij je vaak onveilig op straat?

‘Ik ga ’s avonds laat in Brussel nooit met de metro; altijd met de taxi. Als vrouw alleen moet je het niet zoeken. Ik draag nooit juwelen, maar heb wel altijd een handtas bij. Een overval is dan snel gebeurd.’

‘Jaren geleden, toen ik na een opnamedag voor Christmas in Paris terug naar huis reed, sloeg een bende aan de Henegouwen­kaai in Brussel mijn autoramen kapot. Ik greep mijn handtas vast en verdedigde me. Een van de gasten had een breekijzer in de hand en sloeg ermee op mijn kop. Ik moest geopereerd worden aan mijn oog. Daarna dacht ik: ik ga zo’n plastic pop kopen in de sekswinkel om naast mij te zetten in de auto, om dieven af te schrikken. Maar die poppen hebben hun mond open, dus dat is niet geloofwaar­dig. (lacht) Ik kreeg van iemand een mannequinp­op en deed een sjaal rond de kop. Zo heb ik dus een tijdje met een pop naast mij gereden. Zelf droeg ik een pet op mijn hoofd, gelijk een vent.’

Veel mensen die ouder worden verzuren, zeker als ze zoiets meegemaakt hebben.

‘Ik niet. Ik ben altijd een linkse geëngageer­de rakker geweest. Katholiek ben ik al sinds mijn elfde niet meer, toen ik tijdens mijn plechtige communie plots mijn eerste maandstond­en kreeg. Ik dacht: als God dat met mij doet, dan ben ik mijn geloof kwijt.’

Het zalven van andermans leed ben je niet verloren: je bent vrijwillig­er bij Topaz, een dagcentrum voor zwaar zieken.

‘Mensen die ziek zijn: dat raakt mij enorm. Ik probeer hen een positief gevoel te geven en aan het lachen te brengen. Mensen hebben een tekort aan warmte, tederheid en begrip. Niet alleen zij, maar élke mens. Door die zaken aan anderen te geven, word ik zelf ook gelukkig. Als ik een dag naar Topaz ben gegaan, zijn de mensen daar content dat ze mij hebben gezien en ben ik content dat ik hun dit heb kunnen schenken. Warmte en tederheid geven, dat vraagt geen energie. En het maakt je gelukkig.’

Waar droom je nog van?

‘Vakantie! (lacht) Binnenkort ga ik twee weken naar Oostende. Maar als het zou kunnen, wil ik liever veel verder reizen. Mijn droom is om opnieuw lange reizen te doen: Corsica, Mexico, Marokko. Maar alleen op reis gaan naar die landen, vind ik niet tof. Vroeger waren Nand en ik altijd samen weg. Twee vrienden van ons hadden een zeilboot, dus trokken we er altijd samen op uit met hen. Elke vakantie waren we weg. We hebben de hele Middelland­se Zee afgereisd. En ik maar onder water zwemmen en waterskiën. Maar nu is mijn wereld veel te klein geworden. Gek word ik daar soms van.’

De documentai­re over Chris Lomme is op 6/12 te zien op Canvas. ‘Reverence’ speelt van 2328/2 in KVS en op 25/4 in Turnhout.

Newspapers in Dutch

Newspapers from Belgium