De Standaard

‘Doe het best mogelijke en

Ooit was Ish Ait Hamou een danser, een choreograa­f, een jurylid van ‘So you think you can dance’. Toen werd hij een schrijver. Nu wordt hij een regisseur.

- JEROEN STRUYS

Wat hebben Michael R. Roskam, Gilles Coulier, Robin Pront, Sahim Omar Kalifa en Adil El Arbi en Bilall Fallah met elkaar gemeen? Het zijn allemaal regisseurs die ooit kortfilms in première zagen gaan op het Kortfilmfe­stival in Leuven. Vanavond aan de beurt: Ish Ait Hamou. De danser en choreograa­f uit Vilvoorde werd bekend als Ish toen hij jurylid werd van So you think you can dance. Met zijn romandebuu­t Hard hart werd hij schrijver en ondertusse­n reist hij rond met zijn theatertou­rnee Aangenaam, ik ben Ish. Zijn kortfilm Klem is een bewerking van een novelle die hij enkele jaren geleden schreef: Als je iemand verliest die je niet kan verliezen, over twee wildvreemd­en die elkaar op de trein ontmoeten en een onuitwisba­re indruk op elkaar laten.

Is dit een opstapje naar een langspeler?

‘Zeker, ik weet zelfs al waarover die zal gaan. Ik heb altijd al een film willen maken. Zoals de meesten van mijn generatie ben ik opgegroeid met televisie en films. Als kind wist ik al dat ik later verhalen zou willen vertellen, in welke vorm dan ook. Ook als ik boeken schreef, dacht ik al in beelden. Ik kom niet van de literaire wereld. Boeken maakten nooit deel uit van mijn jeugd. Ik was en ik ben nog altijd geen grote lezer. Ik lees veel liever nonfictie dan fictie, ook al is dat wat ik zelf schrijf. Ik kom uit de podiumkuns­ten, waar je sowieso al beeldend denkt. Als ik schrijf, verwoord ik wat ik in mijn hoofd zie.’

Is een scenario schrijven niet iets heel anders dan een boek?

‘Dat idee remde me aanvankeli­jk af. Boeken schrijven: daar kon ik onderhand wel wat van. Maar scenario’s? Dat is toch een heel apart metier? Tot ik Quentin Tarantino in een podcast hoorde vertellen dat hij zijn scenario’s in novellevor­m schrijft. Plots viel er een drempel voor me weg.’

‘Ik luister veel naar interviews met regisseurs. Dat boeit me: de weg die mensen hebben afgelegd om regisseur te worden. Als je een film ziet van Christophe­r Nolan, denk je: no fucking way dat ik ooit zoiets kan, daar kun je niet eens aan beginnen. Maar als je hem in interviews hoort uitleggen hoe hij stap voor stap tot Dunkirk kwam, wordt het al veel minder onmogelijk. Niet dat ik een film zoals Nolan kan maken, maar die afzonderli­jke stappen, die zijn misschien wel haalbaar. Dan lijkt het plots minder onbereikba­ar.’

De voorbije jaren heeft u veel gedebuteer­d: als tvmaker, schrijver, theatermak­er, filmmaker. Schrikt het niet af om telkens met iets nieuws te beginnen?

‘Als danser leer je vallen. Je kan niet dansen met angst om op je bek te gaan, meer nog: je kan niet gelukkig zijn als je niet bereid bent om te mislukken. Natuurlijk wil ik ook niet dat iedereen mijn film keislecht vindt – dat wil niemand. Maar het zou niet het einde van de wereld zijn. Soms moet je ook toegeven: dit boek is het best mogelijke boek dat ik op dat moment kon schrijven. Drie jaar later kun je al heel wat meer. Vroeger schaamde ik me dood als ik oude dansvideo’s van me zag. Ik zag alleen maar een slechtere versie van mezelf. Dat tast je zelfverzek­erdheid aan: ik dacht toen dat ik goed was, maar eigenlijk leek het nergens naar; ik denk nu ook dat ik goed bezig ben, dus waarschijn­lijk ben ik nu ook slecht. Dan begin je te twijfelen aan alles. Nee, je doet het best mogelijke. En uit het falen zul je leren.’

‘Vroeger kon ik niet goed loslaten. Nu weet ik dat het leven meer is dan een boek of een film. Natuurlijk wil ik dat mensen iets hebben aan mijn film, erdoor geraakt worden. Maar ik kan relativere­n. Ik ben ook maar 31. Ik weet heel wat, maar ik weet ook veel niet.’

Heeft u een dikke huid gekregen door de bekendheid van tv? Plots heeft iedereen een mening over je.

‘Een dikke huid? Die heb ik gekregen van mijn jeugd. Niet dat ik een heel moeilijke jeugd heb gehad, maar er was wel veel dat ik niet kon begrijpen, niet kon plaatsen.’

Als jonge gast van Marokkaans­e afkomst in Vilvoorde?

‘Dat ook. Elke mens heeft zijn bagage. Die van mij is dat ik een jonge moslim was met Marokkaans­e roots. Dat kwam met zijn uitdaginge­n. Dat heeft me meer voorbereid op negatieve reacties in mijn latere leven dan beroemdhei­d. Tel daar nog bij dat ik kom uit de danswereld, bij uitstek de plek van beoordelin­g. Elke keer je danst, stel je jezelf bloot aan kritiek. Dans is een van de weinige kunstvorme­n die heel snel beoordeeld wordt. Aan een boek werk je twee jaar. Als danser sta je haast elke dag voor iemand die je beoordeelt: collega’s, jury’s, publiek. Dan leer je incasseren. Wat niet betekent dat ik gevoelloos ben geworden voor andermans mening.’

Met ‘Aangenaam, ik ben Ish’ geeft u uzelf nog meer bloot?

‘Die voorstelli­ng is een van de meest therapeuti­sche dingen die ik al heb gedaan. Het is geen dansvoorst­elling – al wordt er in gedanst. Het is geen concert – al komt er wel een kwartet aan te pas. Het is geen comedy – al mag er gelachen worden. Het Ish Ait Hamou: ‘Hoe meer je probeert te begrijpen, hoe angstiger je kan worden.’

 ?? © Kaat Pype ??
© Kaat Pype

Newspapers in Dutch

Newspapers from Belgium