Uit je falen zul je leren’
enige wat ik weet, is hoe goed ik me voel achteraf. Ik heb mijn eigen manier gevonden om te schrijven en te praten over mijn problemen en wat me bezighoudt. Ik word betaald om therapie te krijgen, en aan de reacties merk ik dat het ook voor veel mensen in het publiek zo’n effect heeft.’
‘Er was een voorstelling waarbij een vrouw tijdens het applaus het podium opliep om me vast te nemen. Even later stonden we met een paar mensen op het podium – dit gaat raar klinken – te knuffelen. Heel raar, maar heel schoon. Ik heb al veel gedaan in theater en dans, maar altijd is er toch een muur tussen jou en het publiek. Plots viel de muur weg. Heel bijzonder.’
Het klinkt haast religieus.
‘Ik weet niet wat het was, maar het deed deugd. Vaak denk je dat niemand kan begrijpen waar jij mee zit. Tot iemand het tegendeel bewijst en dan voel je je thuis. Vaak krijg ik weken na afloop nog teksten van mensen die iets heel anders hebben meegemaakt, maar zich wel herkennen in mijn verhaal. Het gaat niet om Ish de Marokkaan, of Ish de moslim of zelfs Ish de man: het gaat om de kern, die we allemaal delen.’
Oorlog op tv
Terwijl zijn eerste film wordt vertoond, heeft Ait Hamou alweer een nieuw ijzer in het vuur liggen: een volgende roman komt eraan. En de ambitie ligt hoog. ‘Als mensen over vijftig jaar willen weten hoe de sfeer was rond het jaar 2018 in België, hoop ik dat ze onder meer mijn boek vastpakken. Het zijn intense jaren geweest, onder andere met de aanslagen in Brussel. De wereld is totaal anders dan toen ik 24 was en mijn leven bestond uit muziek en dans.’
Leefde u vroeger vrij en onbezonnen?
‘Ignorance is bliss. Ik wist niet wat er aan de hand was in de wereld, in de politiek. Vandaag lees ik veel. Hoe meer je probeert te begrijpen, hoe angstiger je kan worden. De manier waarop onze leiders zich gedragen, vertaalt zich ook in de manier waarop wij met elkaar omgaan. Dat roept vragen bij me op: hoe gaat de wereld voor mijn kind later zijn? Toen ik 25 was, vroeg ik me vooral af: eet ik Pizza Hut of McDonald’s vanavond?’
Twee jaar geleden werd u vader. Heeft dat u veranderd?
me opriepen. Welke wereld laat ik mijn kind na? En: welk kind zal ik achterlaten aan de wereld? Die laatste heeft meer betrekking op mezelf: hoe kan ik mijn eigen woede en geluk en hoop verwerken zodat ik mijn zoon kan opvoeden tot iemand die iets kan betekenen in de wereld? Daarmee bedoel ik niet dat hij president van Europa moet worden, maar wel dat hij iets kan betekenen in zijn buurt, in zijn straat, voor de mensen om hem heen.’
Waarover voelt u woede?
‘Verontwaardiging, bedoel ik. Het choqueert me hoe oorlog en onderdrukking de normaalste zaak van de wereld zijn. Ik heb nooit een tijd meegemaakt zonder dat ik oorlog zag op het nieuws. Al sinds mijn elf jaar zie ik op tv kinderen in een puinhoop. Nu eens in het ene land, dan weer in het andere. En dan zijn er nog heel wat werelddelen waaruit nieuws niet eens tot ons komt, omdat we daarover hebben beslist dat het ons niet kan schelen. Niet alleen is het nieuws uit Jemen verschrikkelijk, je krijgt er vaak nog een laagje cynisme bovenop. Dan heb je twee opties: afsluiten en de onwetendheid koesteren; of proberen ermee om te gaan en er iets mee te doen, bijvoorbeeld in theater of film. Als ik die uitlaatkleppen niet zou hebben, weet ik niet wat voor mens ik zou zijn geworden. Ik moet aan de slag met die prikkels.’
Toch heeft uw werk vaak een opvallend positieve toon.
‘De input is donker, de output is lichter. Ik ga aan de slag met de emoties die ik niet begrijp, tot ik klaar ben om er een positieve twist of schoonheid aan te geven. Theater en film hebben iets wat een krant of journaal niet heeft: tijd. Als maker heb je tijd om na te denken, te lezen, te herschrijven, samen te werken met anderen. Fictie is realiteit plus tijd. Met tijd begrijp je meer.’
‘Er gebeurt zoveel in de maatschappij dat vragen bij me oproept. Een voorstelling, een boek of nu ook een film is een zoektocht naar antwoorden. Ik wil het niet hebben over de grote vragen, maar over de kleine.’
Wat is zo’n kleine vraag in ‘Klem’?
‘Hoe kijk je naar je buur? Voor de generatie van mijn ouders stond een buur veel dichterbij dan tegenwoordig. Er was meer sociaal contact, niet alleen met je directe buren, maar tout court. Op de bus of de trein ontstonden spontaan gesprekken. Nu kijkt iedereen naar zijn telefoon. Als je in een wachtzaal van een dokter belandt, is er soms wel eens iemand van een oudere generatie die spontaan met je begint te praten. “Een rare man”, zeggen we dan achteraf tegen onze vrienden. Sinds wanneer is praten met een vreemde iets raars geworden? Hoe zijn we hier beland? Zien we elkaar als bedreigingen? Wat zegt dat over onze tijd?’
Terwijl we meer communiceren dan ooit. U heeft bijna 150.000 volgers op Facebook.
‘Dat is waar de huidige generatie zich het comfortabelst voelt om met vreemden te communiceren. Terwijl je oudere mensen praatjes ziet maken op de markt, dat is hun comfortzone. Elke evolutie heeft voor en nadelen, het is zaak om de balans te vinden.’
‘Mensen mogen kritiek hebben op wat ik doe of zeg, absoluut, maar als ik soms dingen lees op Facebook, denk ik: zou die dat ook in mijn gezicht durven te zeggen als ik naast hem of haar op een terrasje zit? Ik geloof dat praten met elkaar zou kunnen opluchten. Het gevoel krijgen dat er naar je wordt geluisterd als je met iets zit: dat doet wat met een mens. Dan kun je weer even voort.’
‘Praten lost niet alles op. Maar soms kan een mens zich rot zoeken naar antwoorden om er uiteindelijk achter te komen dat het antwoord al die tijd lag in de persoon die tegenover je zit. Op Google vind je zelden de oplossing. Ontmoetingen met wildvreemden, daar komen soms de mooiste gesprekken uit.’
Heeft u ooit zelf zo’n toevallige ontmoeting gehad die uw leven heeft gekanteld?
‘Mijn eerste boek heb ik geschreven dankzij een leerkracht. Die heb ik ook maar toevallig ontmoet na een hele omweg. Op mijn zeventiende was ik naar de VS vertrokken voor een uitwisseling. Toen ik terugkeerde in België, was ik meerderjarig en ging ik recht naar een hogeschool. Halverwege het jaar werd ik van school gestuurd omdat mijn diploma niet geldig was. Ik was toen bijna negentien en wist niet wat ik moest doen. Ik heb drie keer geprobeerd om een examen voor de middenjury af te leggen, maar dat lukte niet.’
‘Op mijn 22ste besliste ik om terug naar het zesde middelbaar te gaan. Dat was best frusterend. Ik had als danser al een flink deel van de wereld gezien, van Japan tot de VS, maar nu zat ik weer op de schoolbanken. Achteraf bleek het misschien wel het beste jaar van mijn leven. Het was mijn leerkracht Engels die me aanmoedigde om te schrijven. Zij was de eerste die mijn manuscript las.’
‘Intussen ben ik ontzettend dankbaar dat die ene vrouw tijdens mijn examen psychologie aan de hogeschool kwam zeggen dat ik ermee moest stoppen. Toen was het voor mij het einde van de wereld, maar dat is wel wat me tot hier heeft geleid.’
‘Als je in een wachtzaal van een dokter belandt, is er soms wel eens iemand van een oudere generatie die spontaan met je begint te praten. “Een rare man”, zeggen we dan achteraf tegen onze vrienden. Sinds wanneer is praten met een vreemde iets raars geworden?’
‘Ik word betaald om therapie te krijgen, en aan de reacties merk ik dat het ook voor veel mensen in het publiek zo’n effect heeft’
‘Kortfilmfestival Leuven’, 1 tot 8 december.