Ben je nooit klaar’
Zeker is: het boek Wereld geschiedenis van Vlaanderen heeft een thema op de agenda ge plaatst. Het relativeert de klassie ke opvatting over de nationale identiteit door te benadrukken hoezeer identiteiten en de kijk er op in de loop van de geschiedenis veranderen en hoezeer internationale invloeden erop inwerken. Zo knoopt de geschiedenis aan bij erg actuele thema’s. NVAvoorzitter (en historicus) Bart De Wever voelde zich door het boek intellec tueel in de marge gedrukt, omdat hij en zijn partij identiteit wel be langrijk vinden. Socioloog Mark Elchardus meent dat een gemeen schap wel degelijk nood heeft aan ‘een bepaalde interpretatie van het verleden’.
Voor historicus en mederedac teur van het boek Bruno De Wever (UGent), ook broer van, is de con sensus bij academische historici groot dat identiteiten vloeibaar en veranderlijk zijn, en dat naties of staten niet steunen op een voorge schiedenis waarin haar verdere historische lot onwrikbaar vast ligt. ‘Tegen dat inzicht willen in gaan, is een gevecht tegen wind molens. Voor een breed publiek is dat misschien wat vreemd. Maar je kan het uitleggen, en dat is ook geen emotionele discussie meer.’
‘In het concept van het boek zat wel degelijk een agenda om de na tionale canonieke momenten ten zeerste te relativeren, ook door ze niet te bespreken, en dat zet sommige mensen misschien op het verkeerde been. We hebben het bijvoorbeeld niet over 1302. De Guldensporenslag had een goede aanleiding kunnen zijn om de complexiteit van de feodaliteit te illustreren, maar heeft niets te maken met het Vlaanderen van vandaag. Behalve dat we er 11 juli als Vlaamse feestdag aan hebben ontleend. Maar dat verhaal is al geschreven. We hebben een ande re strategie gekozen, door het over 1306 te hebben (DS 27 oktober).’
Wat zegt dit boek over de stand van de historiografie?
‘Het toont in elk geval de rijk dom van ons vakgebied, en daar kan ik moeilijk tegen zijn. We zijn niet beter of slechter dan onze voorgangers, maar we zijn wel met veel meer, en we produceren veel meer en over veel meer on derwerpen. Daarom hebben we een breder en subtieler beeld van het verleden dan vorige genera ties. Dat blijft voor een breed pu bliek buiten beeld. Dat geldt voor de meeste wetenschappen; over kankeronderzoek verneem je ook pas wat als daar een bruikbare toepassing uit komt. In de histori ografie is dat veel moeilijker, ook omdat we accepteren dat vele in terpretaties mogelijk zijn.’
Dat verschilt toch van wat het bre de publiek ziet als de kern van de geschiedenis?
‘Het toeval wil dat ik als vak didacticus meewerk aan het op stellen van de nieuwe eindtermen voor het secundair onderwijs. Centraal daarin staat: historisch denken. Dat probeert leerlingen bij te brengen dat elke geschiede nis een constructie is, dat hetzelfde fenomeen verschillende inter pretaties kan krijgen, dat elke historicus vanuit zijn eigen tijd denkt, dat geschiedenis altijd discussie inhoudt, dat je er nooit klaar mee bent, ze nooit definitief geschreven is. Geschiedenis is zowel wat is gebeurd als de interpretatie daarvan. We stellen ons vandaag andere vragen dan vijftig of honderd jaar geleden, en dat komt omdat we andere mensen zijn, geconfronteerd worden met andere problemen. Daardoor verandert de geschiedenis ook voortdurend.’
‘Zulke inzichten zijn inderdaad niet eenvoudig. Buiten de academische wereld is dat moeilijk te aanvaarden, want mensen willen vastigheid. Natuurlijk bestaan er harde, niet te negeren feiten. Ook die kunnen complex zijn. Dat Hitler een centrale figuur was in het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog is al geen feit meer maar een interpretatie. Maar geen rationeel denkend mens zal het ontkennen.’
Het klassieke, grote nationale narratief was ideologisch gekleurd. Is dat nu weg?
‘Wij kennen nu wel de ideologische bril waarmee onze voorgangers naar het verleden keken. Veel moeilijker is het om te beseffen welke ideologische bril wij dragen. Sommige historici die daar mee bezig zijn, hebben een politie ke agenda die uitgaat van de ver onderstelling dat migratie posi tief is. Maar is dat ook niet zo’n ideologische bril? Dat mag, maar dan moet je daar ook voor uitko men. Zelf vind ik migratie niet noodzakelijk positief. Ik zie het wel als een fenomeen, dat zoals tal van andere fenomenen altijd in de geschiedenis is voorgekomen, maar het heeft zowel winnaars als verliezers. Daar moet je niet blind voor zijn, zeker als migratie zo’n centraal thema is, zoals nu.’
Ontstaat rond identiteit geen be gripsverwarring als ze tot het nati onale wordt verengd? Terwijl ie dereen bestaat uit verscheidene identiteiten?
identitair wat canonieke opvattin gen over de natie en de staat be treft. Genderidentiteit krijgt wel veel aandacht en sluit ook aan bij hedendaagse problematieken. Historici die academisch actief zijn, en bijvoorbeeld geïnteres seerd zijn in de homobeweging, kunnen op zoek gaan in de ge schiedenis naar hoe homo’s vroe ger werden behandeld en van daaruit hun huidige engagement invullen.’
‘Ik zou bijvoorbeeld ook graag een boek zien verschijnen over het ultramontaanse katholicisme in de negentiende eeuw. Alles wat je nu terugvindt in het fundamenta lisme van de islam, zag je een eeuw geleden al in dat katholicis me. De debatten erover volgen de zelfde patronen. Dat zou een be vrijdend boek kunnen zijn, dat uitlegt hoe centraal dat denken stond in die Vlaamse katholieke identiteit. En kijk, na honderd jaar is dat er helemaal uit verdwe nen en volkomen in zijn tegendeel geëvolueerd. Dingen veranderen, en soms kan dat heel geruststel lend zijn. Daar wordt vast onder zoek naar gedaan, maar waar zijn vandaag de opiniestukken daar over? Doe daar iets mee.’
Is het nodig om aan de geschiede nis een leitkultur te ontlenen?
‘Mijn broer vindt allicht van wel. Mijn collega Olivier Boehme had het over een “modelcultuur” en een “leidraad” (DS 26 oktober). Mag geschiedenis daartoe bijdra gen? Voor mij wel, als je wat je te zeggen hebt over het verleden maar niet louter ten dienste stelt van een politiek programma.’
‘Het debat over leitkultur is een debat over politieke macht: wie bepaalt de norm? Maar je kan je, zoals Boehme, de vraag stellen of je niet een soort norm nodig hebt. Ik denk het wel. Het volstaat niet alleen naar de wet te verwijzen voor wat je toelaat en wat niet. Om te kunnen samenleven in een complexe gemeenschap is een verwachtingspatroon nodig over hoe de andere zich min of meer gedraagt. Er is een zekere consensus nodig over hoe de maatschappij kan functioneren, al moet je mensen ook toelaten om eventueel de marge daarvan op te zoeken – maar als ik dat laatste eraan toevoeg, ben ik zelf al normatief.’
‘Het is veel moeilijker om de vraag te beantwoorden wat die norm dan precies inhoudt. Daar is een debat voor nodig. Als maatschappij moet je keuzes durven te maken en die ook expliciteren, bijvoorbeeld voor wie hier wil inburgeren. Je wil toch niet leven in een geatomiseerde samenleving?’
Helpt geschiedenis daarbij?
‘Ik denk het wel. Geschiedenis kan louterend zijn, milder stemmen. Kennisnemen van de andere stemt je kritischer tegenover jezelf en milder tegenover het standpunt van anderen. Wat geschiedenis doet, is een spiegel voorhouden. Als de Wereldgeschiedenis vertelt hoe homoseksuelen werden vervolgd, hoe “sodomieten” werden gefolterd en levend verbrand (DS 5 november), dan kan je toch alleen besluiten: dat willen we niet meer?’
Deze ‘Wereldgeschiedenis’ begon als een Frans concept, en nu zijn er ook Vlaamse, Nederlandse en Italiaanse wereldgeschiedenissen, die alle erg van elkaar verschillen. Het is ironisch dat daarmee de idee van een nationale geschiedenis, die er via door de voordeur uitgetrapt is, in zekere zin weer aan de achterdeur komt aankloppen.
‘In zekere zin is dat zo. Tegelijk merk je ook het transnationale karakter van de geschiedenis: iets is in Frankrijk bedacht en elders nemen uitgevers de formule over. Hoe dan ook spreken we over Vlaanderen, hoe relativerend dat verder ook gebeurt. Dat is het zogeheten banale nationalisme: we reproduceren Vlaanderen in datgene waarmee we bezig zijn. Dat is niet arbitrair, want er bestaat nu eenmaal een leesgemeenschap die we de Vlaamse noemen, die mikt op een Vlaamse markt en die bestaat ook, anders zou dit boek niet bestaan. En er bestaat ook een Vlaanderen in zijn professionele geschiedenisbeoefening. Dat zijn allemaal vormen van bevestiging van de natie. Mijn broer hoeft zich dus niet zo veel zorgen te maken. Eigenlijk hebben we gedaan wat hij graag heeft: de Vlaamse identiteit bevestigen, in zekere zin toch.’
‘Geschiedenis kan louterend zijn. Kennisnemen van de andere stemt je kritischer tegenover jezelf en milder tegenover het stand punt van anderen’
‘Alles wat je nu terugvindt in het fundamentalisme van de islam, zag je een eeuw geleden al in het ultramontaanse katholicisme’