‘Geweld mag niet normaal zijn, ook al is het oorlog’
‘Extreemrechtse groepen viseerden eerst holebi’s, dan Roma’s en nu de anticorruptiebeweging’, zegt activiste Vitalina Koval. Toch heeft het Oekraïense middenveld nog energie over. ‘Het kan anders.’
BRUSSEL I De Oekraïense president Petro Porosjenko liet deze week in zijn kaarten kijken door de krijgswet te introduceren. Volgens Bloomberg was dat een doorzichtige poging om concurrenten bij de presidentsverkiezingen van maart 2019 buitenspel te zetten. Maar het parlement gaf weerwerk. De noodtoestand blijft beperkt tot der tig dagen en geldt alleen in bepaalde regio’s.
Toch is die noodtoestand voor lgbtactiviste Vitalina Koval (28) een breek punt. ‘We hebben eindelijk collectief aanvaard dat we in oorlog zijn’, zegt ze. ‘Vijf jaar lang al klinkt het dat het niet zo ernstig is: de veteranen met hun oorlogstrauma, de mensen die we zijn verloren, de Russische cybergroep jes die de opinie proberen te beïnvloeden met commentaar op sociale media… Die illusie is nu doorbroken.’
Koval is een bescheiden, energieke vrouw. Vier jaar geleden kwam ze uit de kast. ‘Je voelt je slecht als je uitkomt voor je geaardheid én als je het niet doet. Ik loog elke dag en elke minuut over wie ik was. Toen een lesbische vriendin zelfmoord pleegde omdat haar ouders haar niet aanvaardden, moest ik iets doen.’
Ze bouwde aan een centrum voor ondersteuning van lgbtjongeren. Dat bleek een vrijgeleide voor geweld. Op de Internationale Vrouwendag gooiden extremisten een rode chemische stof in haar gezicht. Ze hield er brandwondjes in haar ogen aan over. ‘Daarna moest ik verhuizen naar een andere stad’, vertelt Koval. ‘Extreemrechtse groepen zochten mijn adres op en bedreigden me.’ Dertig tot veertig ‘bodybuildertypes’ riepen haar uit tot persoonlijke vijand. ‘Het was niet veilig meer.’
Wie zijn de geldschieters?
Mensen met een andere seksuele geaardheid zijn in Oekraïne nu de kanaries in de kolenmijn. De opgang van extreemrechtse, militante verenigingen zet de samenleving onder druk. Dat geldt des te meer voor diegenen die niet aan het ultranationalistische ideaal voldoen. ‘Twee of drie jaar geleden begonnen extreemrechtse groepen holebi’s te viseren’, zegt Koval. ‘Daarna begonnen ze tegen Roma, want ze baseren zich op een neonazistische ideologie. Nu komen anticorruptiebewegingen onder vuur.’ Sinds 2017 waren er 55 publieke, vaak erg wreedaardige aanvallen op mensenrechtenactivisten.
‘Extreemrechts zijn tieners en piepjonge twintigers, onder leiding van een dertigjarige. Die groepjes hebben geld: iemand voorziet hen van transport, accomodatie, uniformpjes en geweren met rubberkogels.’ Wie die geldschieters zijn, is voer voor geruchten. ‘Sommigen zeggen iemand uit het Oekraiense establishment, anderen zeggen de Russen. Maar het heeft ook te maken met oorlogstrauma. Veteranen komen terug uit Donbass met andere ideeën.’
Politie doet niets
Hoelang kun je vandaag op de straten van Kiev staan met een bord waarop staat ‘Ik ben een lgtbactivist, geef me een knuffel?’ Koval testte het uit. ‘We planden een uur, het is uiteindelijk een halfuur geworden. Er waren zoveel aardige mensen die me bedankten en steunden. Toen kwamen twee mannen me uitschelden voor pervert. Ze riepen dat ik het land beledigde. Ze probeerden mij en voorbijgangers af te schrikken door ons te filmen. Uiteindelijk belden ze vrienden op om af te komen. Toen hebben we meteen een taxi genomen.’
Kwetsbaar in het politiekantoor
Volgens Amnesty International is het grote probleem in Oekraïne dat politie en justitie te veel vrije baan geven aan die gewelddadige minderheid. Zelfs in het politiekantoor voelde Koval zich kwetsbaar. ‘Ze zeiden dat ze geen bewijs vonden voor een haatmisdrijf. Maar de folders die ze naar me gooiden, stonden vol haat. Zo gaat het trouwens ook voor vrouwen die huiselijk geweld gaan aangeven. Het is de eerste keer, dus tot ziens, klinkt het dan bij de politie.’
Is het te hoog gegrepen om in oorlogstijd voor lgbtrechten te pleiten? ‘Uitzonderingen maken op mensenrechten voor bepaalde mensen is een van de redenen van de oorlog’, vindt Koval. ‘Politici die alles voor zichzelf willen en zich niets aantrekken van het aantal mensenlevens dat ze daarvoor moeten opofferen: dat is een systeem waarin geen vrede kan bestaan. Het is een hellend vlak. Als ze één groep treffen, dan zullen ze na een tijdje ook anderen willen treffen.’
Dat lgbtactivisme onder die omstandigheden juist opleeft, is een teken van de veerkracht van de Oekraïense samenleving. Brandwonden en scheldwoorden doen pijn, maar de keuze om toch de handen uit de mouwen te steken, geeft Koval pure energie. ‘Ik ben niet klaar om mijn land op te geven. ‘Ik ben niet klaar om mijn land op te geven.’. Als je niet zelf handelt, krijg je geen tweede kans. Ik heb in België lesbische asielzoekers uit mijn land ontmoet die in elkaar geslagen werden in hun eigen appartement. Zelfs hun kinderen werden bedreigd. Het kan anders, we hebben het gezien.’
‘Toen we in Kiev op straat stonden met een bord waarop stond: ‘‘Knuffel me, ik ben holebiactivist’’, moesten we na een halfuur vluchten in een taxi’
VITALINA KOVAL
Wie deelneemt aan de Amnesty Schrijfmarathon kan een brief schrijven naar Oekraïne om een betere wettelijke bescherming voor Vitalina Koval te vragen. De Schrijfmarathon begint dit weekend en zet vrouwelijke activisten in de kijker.