‘Een kortere werkweek is maatschappelijke vooruitgang’
Vier vijfde werken tegen 2040
en niets te maken heeft met hoe onze samenleving georganiseerd is. Terwijl er 400.000 mensen
Als we niet collectief in de lappenmand willen eindigen, moet het nieuwe voltijds worden, betoogt politicoloog Olivier Pintelon in zijn boek ‘De strijd om tijd’. Met behoud van loon. ‘Dat is geen utopische fictie, dat is een maatschappelijke keuze die in de lijn van de geschiedenis ligt.’
‘Deze hervorming zal de Engelse textielindustrie tot geschiedenis herleiden’, betoogde de econoom Nassau William Senior in 1837 in zijn ‘Letters on the factory act’. De door hem geviseerde wet voerde onder meer de tienurige werkdag in. Voor kinderen.
Pintelon kan er nog wel een paar opnoemen: ideeën die als te ‘zot voor woorden’ werden afgedaan, terwijl we ze nu als perfect legitiem beschouwen. De afschaffing van de slavernij, bijvoorbeeld. Of dichter bij huis: het algemeen enkelvoudig stemrecht, ooit afgedaan als ‘de dwaasheid aan de macht’. Of, om het op de werkvloer te houden: de invoering van het betaald verlof, of de invoering van de achturige werkdag in 1921. ‘De inkorting van de werkweek tot 30 uur ligt perfect in de lijn van de geschiedenis: in vergelijking met 1870 werken we nu de helft van het aantal uren, terwijl we twaalf keer zoveel verdienen. Zonder dat onze winstmarges of concurrentiepositie erop achteruitgegaan zijn. Ik pleit niet voor een revolutie, maar voor een geleidelijke invoering in alle sectoren, gespreid over twintig jaar. In de eerste tien jaar bouwen we af tot 35 uur, om te beginnen op vrijwillige basis. De bedrijven die willen experimenteren, kunnen hun ervaringen delen. In het buitenland zijn er geslaagde voorbeelden te vinden van waar zonder