Europees Hof voor Mensenrechten minder activistisch
De kritiek op ‘activistische’ rechters heeft effect: het Hof stelt zich steeds terughoudender op, vooral tegenover landen met een lange democratische traditie.
BRUSSEL I ‘Het Migratiepact is fundamenteel onevenwichtig omdat rechterlijke toetsing fundamenteel onevenwichtig is’, tweette Theo Francken (NVA) onlangs over het VNMigratiepact. Het verzet van de NVA tegen dat internationale raamakkoord over migratie houdt de federale regering nog steeds in een wurggreep.
De staatssecretaris voor Asiel en Migratie verwoordde met de tweet een vrees die leeft bij critici van het pact: dat de rechters van het Europees Hof voor de Rechten van de Mens de tekst zullen gebruiken bij hun systematische pogingen om mensenrechten – in dit geval van migranten – steeds ruimer te interpreteren (zie inzet).
Europa’s hoogste mensenrech tenwaakhond legde sinds zijn ontstaan bijna zestig jaar geleden stelselmatig nieuwe verplichtingen op aan Europese landen. Maar de aanhoudende kritiek van de afgelopen jaren heeft het Hof ertoe aangezet zich terughoudender op te stellen. Dat voelden juristen al langer aan en de stelling wordt nu ook wetenschappelijk bevestigd in een nieuw, nog niet gepubliceerd onderzoek dat alle significante uitspraken van het Hof tot midden 2016 analyseerde.
‘Het Hof is onder invloed van de publieke kritiek veel voorzichtiger geworden’, zegt de NederlandsAmerikaanse academicus Erik Voeten (Georgetown University), die het onderzoek leidde. ‘Het uitdagende politieke klimaat begrenst de mogelijkheid van het Hof om zijn expansieve lezing van mensenrechten verder te zetten.’
Meer rechtse regeringen
In 2005 bevond het Hof een Europees land nog in bijna negen van de tien gevallen schuldig aan een mensenrechtenschending, in uitspraken die verdergingen dan het louter herhalen van eerdere oordelen. In 2016 was dat aandeel gezakt naar 75 procent. Het stelt zich vooral inschikkelijker op tegenover landen met een lange democratische traditie. Zo worden WestEuropese landen bijna een derde minder vaak veroordeeld dan tien jaar geleden. Opvallend is dat het Verenigd Koninkrijk wordt ontzien.
Dat is geen toeval, stellen experts. Van lidstaten als Rusland en Turkije krijgt het Hof al decennialang kritiek. Maar toen mid den jaren 2000 na enkele controversiële arresten protest ontstond in het Verenigd Koninkrijk, werd de legitimiteit van het Hof pas echt in vraag gesteld. Later volgde ook kritiek in landen als Nederland, Denemarken en Italië, wat de evolutie versnelde.
Mee ten grondslag aan het afgenomen activisme ligt de benoeming van rechters die landen meer vrijheid geven. De installatie van steeds meer rechtse regeringen in Europa leidde de laatste jaren tot de benoemingen van rechters die zich verzetten tegen het traditionele interventionisme van het Hof, blijkt uit de studie. Vijf van de zes minst activistische rechters van de afgelopen twintig jaar, werden na 2011 benoemd.
In juli 2014 sprak het Europees Hof voor de Rechten van de Mens zich uit over een zaak die een 24jarige Française van Pakistaanse origine had aangespannen tegen Frankrijk. Ze vond dat het algemene verbod op gezichtsbedekkende kledij haar recht op privacy en godsdienstvrijheid schond. Maar het boerkaverbod bleef overeind. De rechters oordeelden dat ze ‘een zekere terughoudendheid’ in acht moesten nemen, omdat de ban het gevolg was van een ‘evenwicht dat tot stand was gekomen via een democratisch proces’. Inzake beleid waarover in een democratie ‘de meningen grondig verschillen’, heeft een land een ruime ‘appreciatiemarge’, klonk het nog.
‘Dat soort redeneringen die de staten meer vrijheid laten, hanteert het Hof de laatste jaren veel vaker’, zegt politicoloog Erik Voeten (Georgetown University), die alle arresten van het Hof die het zelf als vernieuwend catalogeerde, onder de loep nam, tot halfweg 2016. ‘Dat geldt des te meer voor gevoelige onderwerpen als identiteit en migratie.’
Het was tien jaar eerder dat de zaadjes voor die bocht werden geplant. In het Verenigd Koninkrijk werd John Hirst, een gevangene die de eigenares van zijn woning met een bijl had vermoord, gefotografeerd toen hij een joint rookte en champagne dronk nadat hij via het Hof politiek stemrecht had afgedwongen. Ook enkele zaken die het onmogelijk maakten om bepaalde verdachten achter de Londense terreuraanslagen van 2005 het land uit te krijgen, deed de legitimiteit van het Hof bij de Britse maatschappij en politiek totaal wegzinken. In 1996 geloofde 71 procent van de Britten in het Hof, in 2011 nog 19 procent.
Een paar jaar later volgden andere WestEuropese landen, na onder meer een Ierse abortuszaak, de veroordeling van de Italiaanse verplichting om in alle scholen kruisbeelden te hangen, en bezwaren tegen het Zwitserse minarettenverbod. Het arrestHirsi Jamaa uit 2012 resulteerde in een verbod op pushbacks in de Middellandse Zee. En ook in Denemarken, Nederland en België gingen kritische stemmen op. Vanuit landen als Rusland, Turkije of Hongarije lag het Hof al langer onder vuur. Maar de steun verliezen van staten met een lange democratische traditie, zou het voortbestaan van het Hof zelf bedreigen.
Italiaanse kruisbeelden
De Britten profiteerden van het voorzitterschap van de Raad van Europa om in 2012 de macht van het Hof in te dijken door het principe van subsidiariteit en appreciatiemarge expliciet in het Europese mensenrechtenverdrag in te schrijven. Samen met het toegenomen bewustzijn dat het draagvlak van het Hof afnam en de komst van conservatievere rechters (zie inzet), leidde dat tot een nieuwe terughoudendheid, zoals bij het boerkaarrest. ‘Door de politieke tegenwind van het laatste decennium is het Hof voorzichti
ger geworden’, zegt ook professor mensenrechten Wouter Vandenhole (UAntwerpen).
In een later arrest vond het Hof dat het Italiaanse kruisbeeldengebod dan toch de mensenrechten niet schond. In een eveneens Italiaanse zaak besliste het Hof in 2012 dat de onmogelijkheid voor bepaalde gevangenen om te stemmen wél door de beugel kon, ondanks de eerdere uitspraak in de vergelijkbare Britse zaakHirst.
Ook enkele heel recente uitspraken vallen op. Op 23 oktober oordeelde het Hof unaniem dat de uitwijzing door Denemarken van een Jordaniër die was veroordeeld voor drugshandel maar wiens zes kinderen de Deense nationaliteit hebben, het recht op een gezinsleven niet schendt. Rond dezelfde tijd besliste het Hof ook dat Oostenrijk autonoom kon beslissen dat het ‘beledigen’ van de profeet Mohammed godslastering is.
De evolutie bij het Hof is nog niet ten einde, denken experts. In april benadrukten alle 47 lidstaten van de Raad van Europa in een gezamenlijke verklaring dat ‘de eerste verantwoordelijkheid om mensenrechten te bewaken bij de regering, het parlement en de rechtbanken van de landen’ ligt. Zo blijft de politieke en maatschappelijke druk hoog. Want voor vele Europese regeringen interpreteert het Hof de mensenrechten nog altijd te ruim. De goedkeuring van het VNMigratiepact zou in hun ogen dat activisme opnieuw wind in de zeilen kunnen geven.
Morgen: wat kan het Hof aanvangen met een tekst als het VNmigratiepact?
‘Redeneringen die de staten meer vrijheid laten, hanteert het Hof de laatste jaren veel vaker. Zeker voor gevoelige onderwerpen als identiteit en migratie’
ERIK VOETEN
Politicoloog Georgetown University