sorrymuseum
Het geheugen van Congo.
‘Dat het geheugen van Congo zich in Tervuren bevindt, klinkt nu aanmatigend’, zegt Gryseels. ‘Maar de expo in 2004 was een eerste poging om de rol van Leopold II scherp te stellen. Elke nieuwe tentoonstelling wees ons op het belang van grondigheid. Het koloniale verleden was complexer dan we dachten. We zagen ook hoe de problemen van de multiculturele samenleving erop geprojecteerd werden. Actiegroepen toonden zich mondiger en actiever. Zeker, er is veel veranderd in Tervuren sinds 2001. Maar de gedachte dat het museum honderd jaar lang meegewerkt zou hebben aan het verspreiden van racistische boodschappen en het superioriteitsgevoel van westerlingen, kleurde mee het debat.’
De nieuwe collectiepresentatie ging niet over één nacht ijs. Finaal viel de keuze op hedendaagse thema’s zoals biodiversiteit, het dagelijkse leven, taal en muziek, en duurzaamheid. Lees: de vraag waarom Congo rijk is aan grondstoffen, maar toch een arm land blijft. Op de achtergrond speelt een clash tussen benaderingen mee: de aanpak van de eigen wetenschappers versus de eisen van een moderne publiekspresentatie.
Nauwlettend werd het museumteam op de vingers gekeken, vooral voor de finale zaalteksten. Door het adviesorgaan Comraf, met vertegenwoordigers van de Afrikaanse verenigingen die het museum pushten om ver te gaan. En door een peer group van wetenschappelijke instellingen, die hamerde op een aparte zaal over de koloniale periode.
Door het stof
‘Het was naïef te denken dat we het Europese Afrikamuseum konden zijn’, zegt Bruno Verbergt, directeur publieksgerichte diensten. ‘We zijn met de neus op de feiten gedrukt: we moeten het onvermijdelijk over het verleden hebben. Hoe we dat aanpakken? De militaire onderdrukking en het racisme van het kolonialisme zijn ethisch niet verdedigbaar. Maar het museum wil niet zelf de waarheid in pacht hebben. Het reikt info en educatie aan, en presenteert zichzelf als forum voor debat.’
Kan het AfricaMuseum ver genoeg gaan, nu duidelijk wordt dat het sorrymoment voorbij is en dat verklarende zaalbordjes niet volstaan? Gryseels: ‘Voor de dekolonisering van het museum zelf is een hele weg te gaan, te beginnen met het personeelsbestand. Zo hopen we een Afrikaanse etnograaf te engageren. Essentieel, want de collectie is altijd vanuit een wit perspectief beschreven.’
Bij de heropening zal de controverse weer oplaaien, denkt hij. ‘We krijgen vaak het verwijt dat we onvoldoende geluisterd hebben. Dat het niet genoeg is. Ontgoochelend, want er zijn grote stappen gezet en er is pionierswerk verricht. Maar nu door het stof gaan: het is misschien een periode van loutering die we door moeten.’