De marathonman in Tom Barman
De komende maanden doen meerdere artiesten een miniresidentie van twee, drie of zelfs acht concerten in de Ancienne Belgique. Het lijkt Las Vegas wel – maar dan met dEUS, Tamino en Angèle in plaats van Britney en Céline.
Na de albumreleases van Tamino (drie avonden) en Angèle (twee avonden) wordt de Ancienne Belgique deze week twee keer ingepalmd door Magnus. De band van Tom Barman en CJ Bolland speelt er vanavond en morgen zijn afscheidsconcerten. En ze zijn niet de enigen die zich tijdelijk domiciliëren in het Brussels concerthuis. Rond Kerstmis meert Kapitein Winokio zes keer aan. In maart slaat Black Box Revelation er drie avonden zijn tenten op, gevolgd door een dubbel van Zwangere Guy. En dan moet de recordreeks van dEUS nog komen: eind mei speelt de band er zijn album The ideal crash (1999) liefst acht keer op rij.
Daarmee lijkt de AB wel Las Vegas, waar artiesten vaak voor lange periodes in residentie gaan. ‘Met dien verstande dat je daar vaak versleten artiesten aan het eind van hun carrière krijgt’, reageert programmator Kurt Overbergh. ‘Terwijl het hier om de crème van de Belgische scene gaat.’
Die miniresidenties zijn niet nieuw: vorig jaar al passeerden Melanie De Biasio (drie keer), Triggerfinger (drie keer) en Arsenal (vier keer). Maar dat was in de luwe decembermaand, als de meeste internationale artiesten thuis zijn voor de kerst. Nu overnachten de Belgen in het hoogseizoen. Bovendien lijkt de AB voorlopig de enige zaal die zo regelmatig artiesten laat overnachten – Het Depot, Trix en Vooruit doen uitzonderlijk al eens een dubbel, maar zijn vaker etappes op dezelfde tour.
‘Het ligt in ons DNA om lange concertreeksen van Belgische artiesten te hebben’, zegt Overbergh. ‘Lang geleden deden Edith Piaf en Jacques Brel dat hier ook. En misschien heeft de reeks van vorig jaar de bands ook wat vertrouwen gegeven: waarom zouden wij dat ook geen drie keer kunnen?’
Meermaals in dezelfde zaal spelen heeft een financieel voordeel, zegt Overbergh. ‘Vergeleken met een brede clubtour moet je niet elke dag een productie opbouwen, en heb je maar één promocampagne nodig.’ Ook tegenover een arenashow liggen er mogelijkheden, zegt Hendrik Willemyns van Arsenal. Die band vulde de AB in 2015 zes keer, en komende zaterdag is de band aan zijn derde Lotto Arena toe na eerdere passages in 2011 en 2014. ‘Niet dat we ons met zo’n arena financieel in de voet schieten, maar je moet er bijvoorbeeld wel lichten voor inhuren en er komt een decor bij kijken dat van een ander formaat is. Dan zijn enkele AB’s misschien ietsje winstgevender. Maar je kan het vooral wat veiliger spelen: je kan beginnen met één show aan te kondigen, en afwachten hoeveel interesse er is.’
Koudwatervrees
De vraag dringt zich op: met een capaciteit van 2.000 toeschouwers kom je met enkele AB’s al snel aan een Lotto Arena (5.0008.000), Vorst Nationaal (8.000) of in het geval van dEUS: een Sportpaleis (19.00023.000). Hebben Belgische artiesten dan koudwatervrees om zo’n grotere arena te wagen?
‘Bij zo’n groot podium hoort een veel grotere productie’, weet Overbergh. ‘Je moet van goeden huize zijn om dat waar te maken. Toen het management van Oscar and the Wolf voor het eerst van een Sportpaleis begon te spreken, heb ik ook mijn twijfels geuit. Maar ik bleek schromelijk ongelijk te hebben, zij hebben er een indrukwekkende show neergezet.’
Er is een tijd voor elke zaal, zegt Willemyns. ‘Vorig jaar moest onze plaat nog uitkomen: dan was de AB perfect. Nu we ingereden zijn, zijn we klaar voor de Arena. Die