Als de feiten al gemeld werden, werden ze vaak toegedekt of ‘opgelost’ met de overplaatsing van de dader
BRUSSEL I Seksueel geweld bij vrouwen met een beperking wordt schromelijk onderschat. Een eerste onderzoek in Vlaanderen hierover komt tot onthutsende resultaten. Van de 120 vrouwen met een beperking die bereid waren te getuigen, bleek iederéén al meermaals met seksueel geweld geconfronteerd.
De getuigenissen betreffen geweld door bekenden, zoals familieleden, vrienden, schoolmakkers, (ex)liefjes en begeleiders. Een vrouw vertelde dat ze een technicus binnenliet omdat haar radio het niet deed. Maar hij richtte zijn aandacht – en zijn handen – op haar in plaats van op het toestel.
Een andere getuigenis: ‘Die heeft mij dan ontvoerd met een paar maten. Ik was een sigaret aan het roken. Ik vertrouwde die, want dat was eigenlijk een maat van mij. Dan is dat gebeurd. Hij heeft mij in zijn appartement thuis verkracht. Hij had mijn gsm afgenomen. Ik moest altijd maar luisteren. De politie heeft ons uiteindelijk toch gevonden. Ik zag blauwe lichten en ze hebben de deur ingestampt.’
Strafbare feiten
Het ging in alle interviews om ernstige, strafbare feiten, zegt Tina Goethals, doctor in de orthopedagogie (UGent). Zij voerde de studie uit op vraag van de minister van Gelijke Kansen, Liesbet Homans (NVA). ‘Bovendien ging het meestal niet om die ene keer, maar bleek seksueel geweld als het ware “ingeslepen” in het leven van deze vrouwen. Het herhaalde zich telkens opnieuw, in andere omstandigheden.’
Toch doen de slachtoffers maar zelden melding van de feiten. Dat heeft meerdere redenen, zegt Goethals: ‘Vrouwen met een verstandelijke beperking wonen vaak in een voorziening, waar ze geen toegang hebben tot het internet, en ook maar een beperkt sociaal netwerk hebben. Ze beschikken amper over taal om over seksualiteit te spreken. Het heeft ons veel tijd, geduld en moeite gekost om deze verhalen op papier te krijgen. Een vrouw vertelde: “Hij komt aan dat hier. Ze noemen dat een vagi – of zoiets, ja, hoe noem je dat eigenlijk?” Veel vrouwen zeiden dat ze niet wisten aan wie ze zoiets konden vertellen. Of ze durfden niet. Veelal denken ze ook dat het “erbij hoort”. Ze zijn het gewend dat anderen over hun lichaam beslissen.’
Wantrouwen in politie
Frappant is dat Goethals veel moeite moest doen om deelneemsters met een verstandelijke beperking te vinden. Ze vond er uiteindelijk toch 60: ‘We hebben heel veel directies aangeschreven, en velen hebben geweigerd. Sommigen zeiden dat zo’n interview de vrouwen meer zou traumatiseren. Anderen zeiden dat hun bewoners niet met seksualiteit te maken kregen, laat staan met seksueel geweld. Die ontkenning is problematisch.’
Als de feiten wel gemeld werden, werden ze vaak toegedekt of ‘opgelost’ met de overplaatsing van de dader.
Ook vrouwen met een fysieke beperking, die online bevraagd werden, zeggen dat ze maar zelden melding maken van seksueel geweld of aangifte doen. De reden: schaamte, of wantrouwen in de politie. Het ging hier onder meer over hulpverleners en huisbazen die inbreken in de privacy en over de schreef gaan.
Goethals pleit voor veel meer seksuele en relationele vorming, op scholen voor buitengewoon onderwijs en in de voorzieningen. Ook het personeel moet beter gevormd worden om signalen van misbruik te herkennen en er gepaster op te reageren. Er moet hulp komen voor wie slachtoffer is geworden en voorzieningen, politie en justitie moeten dit ernstiger nemen. Bij een volgend onderzoek mogen mannen met een beperking niet vergeten worden.
Het onderzoek staat op de website van het ministerie van Gelijke Kansen. Minister Homans nodigt alle stakeholders uit om het te lezen en maatregelen te nemen.