Een lampenkap van paddo’s
Zondag betoogden 65.000 mensen voor het klimaat en adviseurs tippen ons wat we beter kunnen doen voor een groenere samenleving. Eén tip zou kunnen zijn: ga naar het Design Museum. Daar is te zien hoe nieuwe materialen helpen om vervoer, energie, kleding en huisraad ecologischer te maken.
Het Design Museum doet niet alleen in schoonheid, het wil ook een aanjager voor verandering zijn. In de expo Fibrefixed laat het zien wat er de jongste jaren allemaal gerealiseerd is met nieuwe materialen. Kunststoffen die wat steun krijgen van allerlei vezels hebben tal van voordelen. Ze zijn zo vriendelijk om weinig te wegen en zijn makkelijk te kleuren. Ze lenen zich voor langdurig gebruik, zoals voor stoelen, tafels of fietshelmen.
Het goede nieuws is dat het nog beter kan. Composietmaterialen bestaan uit een kunststof (carbon, plastic, glas) die gemengd wordt met vezels. Die vezels kunnen synthetisch zijn (van koolstof of glas) of natuurlijk (vlas, jute, zeegras, desnoods van een artisjokstengel). Worden die twee vermengd, dan behouden de kunststoffen niet alleen hun eigenschappen, maar zijn ze ook nog eens stijf, makkelijk te vervormen en soms honderd keer zo sterk.
De oudere generatie kunststoffen is moeilijk te verdelgen, maar intussen zijn er toepassingen die afbreekbaar zijn en die gerecycleerd kunnen worden. Zo gaat Ikea er prat op dat niet alleen het hout van zijn Odger Chair hergebruikt is, maar dat ook 55 procent van het polypropyleen gerecycleerd is. Het designbureau Front maakt kasten uit hergebruikt textiel.
Composietmateriaal is ook lichter. Het succes van het vliegtuig Solar Impulse is toe te schrijven aan de zonnepanelen, maar dat het daarmee als eerste de wereld rond raakte, komt toch op het conto van zijn koolstofvezels (carbon). Het tuig is even groot als een airbus, maar door zijn materiaal weegt het tweehonderd keer lichter. De Cargocopter is zo’n lichte drone dat bij lange afstanden tegen 120 kilometer per uur kan vliegen. Ideaal om bloed en weefselstalen tussen ziekenhuizen te transporteren.
Vergt het aanmaken van kunststof niet geweldig veel energie? En is het alternatief dan nog wel duurzamer? ‘Toch wel’, zegt professor emeritus Ignaas Verpoest van de KU Leuven. ‘Een composietmateriaal bestaat voor de helft of een derde uit kunststof. Om die aan te maken, is er uiteraard energie nodig. De rest wordt aangevuld met vezels. Die worden almaar beter, zodat er steeds minder kunststof nodig is. De plastic fietsen uit de jaren 60 wogen 25 tot 30 kilo. Nu weegt een carbon frame amper een kilo.’
Er is nog iets. Hoe natuurlijker de vezel, hoe minder energie er nodig is om hem te produceren. ‘Om een natuurlijk product als één kilo vlasvezel te maken, is er 10 megajoule energie nodig’, zegt Verpoest. ‘Voor één kilo glasvezel is dat 50, voor één kilo plastic 100 en voor één kilo koolstofvezel meer dan 200 megajoule. Hoewel koolstofvezels het meest energie vragen om te produceren, zijn ze toch beter dan staal om in auto’s te gebruiken. Tijdens zijn levensduur bestaat de ecologische voetafdruk van een wagen voor 85 procent uit brandstof. De productie van alle materialen en de assemblage neemt maar 10 procent van de energie in. Lichtere wagens verbruiken minder energie.’
Schimmeldraden
In de expo staan enkele toepassingen die puur natuur zijn. Tamara Orjola bedient zich voor haar zitbank van dennennaalden, die ze versterkt door er hars aan toe te voegen. Christien Meindertsma doet voor haar Flax Chair beroep op vlasvezel. Daarmee maakt ze een vlasmat, waarvan ze elke snipper gebruikt, van het zitvlak tot de poten en de rugsteun toe. Het Israëlische bureau Dis ontwerpt meubelen met zwerfhout, dat het een poos in de Dode Zee dompelt. De zoutkristallen versterken de houtstructuur.
Nog een natuurlijk materiaal is mycelium. Op een voedingsbodem groeit een netwerk van schimmeldraden van zwammen. Bij de onderzoeksinstelling ReaGent is dat een bedje van koffiegruis en stro. Met dat mycelium maakte het bureau Glimps de lampenkap Lumifungi. Uw bezoek denkt vast dat u handgeschept papier of textiel op de schouw staan hebt, maar eigenlijk is het je reinste paddo. Kristel Peters ontwerpt er zelfs schoenen mee. Maurizio Montalti maakt er 3Dprints mee.
Composietmateriaal is zo soepel als een gymnast. Het bracht Otto Van de Steene op het idee om een opplooibare kano te maken. In plaats van een vier meter lange boot op zijn imperiaal te sjorren, legt hij nu een pakje van 17 kilo op de bagagedrager van zijn fiets. Carina Deuschl bedacht een draagbaar zitbad van amper 7 kilo. De evangelische woorden ‘sta op, neem uw bad en ga naar huis’ komen binnen bereik.
Fibrefixed, tot 21/4 in het Design Museum, Gent. Lampenkap van paddenstoelschimmels. Kast uit gerecycleerd textiel. Opplooibaar zitbad van zeven kilo.