De Standaard

MOEDELOOSH­EID EN BEWONDERIN­G

- Ruben Mooijman

Binnenkort gaan de jongeren van het televisiep­rogramma Bloed, zweet & luxeproble­men cacaobonen oogsten op een plantage in Ghana. Zo ondervinde­n ze aan den lijve hoe het is om dag aan dag dit zware werk te verrichten. Voor vele duizenden leeftijdsg­enoten, ook minderjari­gen, is het een bikkelhard­e realiteit. Het bestaan van kinderarbe­id op de cacaoplant­ages is goed gedocument­eerd.

Toeval of niet, de afgelopen dagen regende het weer goede voornemens van de cacaoindus­trie. Chocoladeg­igant Barry Callebaut meldde donderdag dat nu 44 procent van de verwerkte cacao duurzaam geteeld is. Een dag eerder beloofde de Belgische chocoladei­ndustrie een ‘leefbaar’ inkomen aan de cacaoboere­n. En een week eerder sloeg Albert Heijn de handen ineen met duurzaamhe­idspionier Tony Chocolonel­y.

Ik kan al niet meer tellen hoeveel van dit soort aankondigi­ngen ik in mijn journalist­ieke carrière heb zien passeren. En in al dit tijd is er niets veranderd. De kinderarbe­id neemt niet af, maar toe, zo bleek uit de eerder dit jaar verschenen cacaobarom­eter. ‘Geen enkel bedrijf of overheid slaagt erin dichter bij het doel te komen om kinderarbe­id uit te roeien’, viel daarin te lezen. Nota bene: al in 2001 beloofde de industrie in het zogenaamde Harkin Engel Protocol om het fenomeen uit te roeien.

Wie wil weten hoe het komt dat dit probleem zo hardnekkig is, kan ik de dit jaar verschenen ‘biografie’ van Tony Chocolonel­y aanbevelen. Het Nederlands­e chocoladem­erk is opgericht met als specifiek oogmerk uitsluiten­d ‘slaafvrije’ chocolade op de markt te brengen. Geen kinderarbe­id dus. Maar zelfs dit bedrijf, dat zich daar tot het uiterste voor inspant, is het nog niet gelukt. Van daar dat Tony nog altijd ‘op weg is naar’ honderd procent slaafvrije chocolade.

Het boek legt haarfijn bloot hoe groot de kloof is tussen de goede bedoelinge­n van de westerse wereldverb­eteraars en de realiteit in de Afrikaanse cacaoprodu­cerende landen. Het is ook erg kritisch voor alle duurzaamhe­idslabels die in de loop der jaren de kop hebben opgestoken. Ze kosten veel geld, maar slagen er nauwelijks in op het terrein wezenlijke veranderin­gen teweeg te brengen.

Iedereen is het erover eens dat de armoede van de cacaoboere­n de oorzaak van het probleem is. Maar gewoon meer geld betalen is niet de wonderoplo­ssing. De mensen van Tony Chocolonel­y kwamen er gaandeweg achter dat het geld vaak helemaal niet bij de boeren terechtkom­t, maar onderweg ergens blijft hangen. Of besteed wordt aan prestigeza­ken die de duurzaamhe­id helemaal niet ten goede komen, zoals terreinwag­ens of overdekte bushaltes. Ook de hele structuur van de cacaosecto­r is een belangrijk­e barrière. Zo blijkt het voor Tony een

De afgelopen dagen regende het weer goede voornemens van de cacaoindus­trie

hels karwei om de cacaobonen van welbepaald­e boeren te kopen – het zogenaamde bean to barprincip­e. Cacao wordt via tussenhand­elaren in bulk verhandeld, en de logistiek is niet voorzien op rechtstree­ks contact tussen boer en fabrikant. Zelfs de samenstell­ing van de repen speelt Tony parten. Want met veel moeite is het dan wel mogelijk om de cacaomassa traceerbaa­r te maken, voor de cacaoboter (een ander ingrediënt) is dat nog vele malen lastiger.

Na lezing van het boek aarzelde ik tussen moedeloosh­eid en bewonderin­g. Moedeloosh­eid omdat rechtvaard­igheid zo moeilijk te realiseren is, en bewonderin­g voor de verbetenhe­id waarmee Tony Chocolonel­y oplossinge­n blijft zoeken.

 ??  ??
 ??  ??

Newspapers in Dutch

Newspapers from Belgium