Gezien worden of gezien zijn, dat is de kwestie
Er zijn veel verschillen tussen mei ’68 en het gelehesjesprotest
De beweging van ’68 werd gedreven door grootse, vaak utopische idealen. Ondanks het alomtegenwoordige geweld in de samenleving, de verwoestende oorlog in Vietnam en de dreiging van de Koude Oorlog hadden jongeren massaal het geloof en vertrouwen dat ze aan een betere toekomst aan het bouwen waren. Vandaag overheersen angst, wanhoop en het schamele verlangen de schade te beperken. Gele hesjes die zich in hun confrontatie met de ordetroepen verschansen achter een nep rotan loungeset, symbolischer kan de ineenstorting van de lagere middenklasse haast niet worden getypeerd. Het klimaat van ’68, aldus boegbeeld CohnBendit, was revolutionair, het huidige protest toont een hang naar het autoritaire.
Fransen zijn altijd gek geweest op gepalaver en op grote woorden (‘Vrijheid! Gelijkheid! Broederlijkheid!’), maar hun revolutionaire geschiedenis is er zeker ook een van onuitwisbare beelden. Lodewijk XVI in 1793 op het schavot; Marianne met ontblote borsten en de tricolore vlag als zinnebeeld van de vrijheid waarmee schilder Eugène Delacroix de revolutie van 1830 herdacht; de barricade van uitgebrande auto’s in rue Guy Lussac die in mei 1968 de frontpagina’s haalde; en dezer dagen de niet minder fotogenieke combinatie van rookbommen, Franse vlaggen en gele hesjes.
Al snel groeiden die hesjes uit tot een internationaal symbool. Maar waarvan eigenlijk? In Libération wees de gerenommeerde mediëvist Michel Pastoureau erop dat de kleur geel al sinds de middeleeuwen geassocieerd wordt met leugens, hypocrisie en verraad. Klagen de dragers daarmee het gedrag van de heersende klasse aan of zijn zij zelf de verraders, van de democratie en het overlegmodel met name? Intrigerend daarbij is dat eind vorige winter al berichten in de Franse pers opdoken over een actie waarbij vrijwilligers in gele hesjes daklozen gingen helpen; het uitdrukkelijk ‘apolitieke’ initiatief trok ook militanten van de Parti Socialiste en het Front National.
Sterke Man
Als symbool is het perfect gekozen: alle Franse automobilisten hebben, verplicht, een hesje in de wagen liggen – wat het kledingstuk uiteraard extra geschikt maakt bij acties tegen de verhoging van de benzineen dieselprijzen. Bovenal is het gele veiligheidsattribuut natuurlijk bedoeld om op te vallen in het verkeer, maar voor deze manifestanten geldt het verlangen gezien te worden veel fundamenteler. In een bestel dat, naar hun aanvoelen, enkel aandacht heeft voor de noden, verlangens en cultuur van de stedelijke welgestelden, is het gele hesje het ultieme kenteken van de miskenden uit de periferie. En het fluo functioneert uitstekend: als je er de schijnwerpers op richt, geeft het extra licht.
Dat hebben de media ruimschoots gedaan de afgelopen weken, maar ondanks de duizenden woorden die eraan zijn besteed, blijft deze protestbeweging enigmatisch. Niet alleen columnisten en spindoctors breken er zich het hoofd over, ook sociologen en politicologen zijn massaal uitgerukt om het fenomeen te duiden. ‘Een gigantische uitdaging’, aldus een Franse wetenschapper.