De Standaard

HET RECHT OM LASTIGE VRAGEN TE STELLEN

- PETER VANDERMEER­SCH

Toen ik, begin deze week, de volgende tekst las op de opiniepagi­na’s van ‘mijn eigen’ NRC, waande ik me in de jaren zeventig van vorige eeuw. Of misschien ergens in een land in het zuidelijk halfrond dat zich net bevrijd heeft van het juk van een dictatuur. Haal even diep adem en lees mee: ‘In een vrije, democratis­che samenlevin­g moet de vrijheid van meningsuit­ing verdedigd worden tegen intimidati­e. Dat geldt niet alleen voor de meerderhei­d. Individuen die tot minderheid­sgroepen behoren, hebben evenveel recht op de vrijheid.’ Wat verder: ‘Het onvervreem­dbare grondwette­lijke recht van spreken is niet gekoppeld aan geslacht, sociale status of huidskleur. De Grondwet geldt voor elke Nederlande­r.’ En ook: ‘Het vrije woord geldt ook voor zwarte vrouwen die lastige vragen stellen.’ Het manifest is onderteken­d door bijna honderd Nederlands­e journalist­en en columniste­n.

Wat vooral opvalt aan dat opiniestuk: niks van wat erin wordt beweerd, is ook maar in de verste verte een nieuwe gedachte. Een argeloze Vlaming die het Nederlands­e opinieland­schap binnenwand­elt en dit stuk bij toeval leest, kan heel erg goed besluiten dat het een totaal overbodige boodschap verdedigt. Het is een open deur, een bijna tot op de draad versleten cliché, een vanzelfspr­ekendheid die ons met de paplepel is ingegeven. Bladvullin­g voor een krant in een land als Nederland.

En net daarom is het zo’n schrijnend stuk dat het op maandag 3 december 2018 wel degelijk op de opiniepagi­na’s moest staan van een van ’s lands belangrijk­ste kranten.

De onmiddelli­jke aanleiding was tweevoudig. Enkele dagen eerder had het dagblad Trouw bekendgema­akt dat de zwarte columniste Seada Nourhussen stopt met haar column wegens racistisch­e, haatdragen­de reacties. Volgens Trouw ‘beperken volgens haar de extreme, negatieve en soms racistisch­e reacties op haar columns de ruimte om het debat op een volwassen en verdiepend­e manier te voeren’. Hoofdredac­teur Cees van der Laan lichtte toe: ‘De druk was voor haar zo groot dat ze niet meer in staat was die column te schrijven.’ Nourhussen zelf voegde eraan toe dat ze te weinig bewustzijn ervoer vanuit de redactie van Trouw voor haar kwetsbare positie als zwarte, vrouwelijk­e opiniemake­r.

Diezelfde week schreef NRCcolumni­ste Clarice Gargard in onze krant over haar ervaringen als zwarte, vrouwelijk­e opiniemake­r. Bijna 8.000 reacties kreeg ze nadat ze op Facebook haar steun had betuigd aan een antiZwarte Pietdemons­tratie. De reacties varieerden van het welbekende ‘ga terug naar je eigen land’ tot ‘zwartjoeke­l’, ‘ooit word je door de verkeerde op straat in je kont geneukt’ en ‘AK47 erover heen jagen’. Begrijpeli­jk dat ook Gargard twijfelde of ze haar column wel wil blijven schrijven.

Uitzonderi­ngen? In juli besloot Lamyae Aharouay, een getalentee­rde jonge vrouwelijk­e journalist­e aan wie ik in 2016 vroeg om een column te schrijven in onze krant, te stoppen. Ze was ‘uitgeopini­eerd’ vond ze zelf. (Overigens een erg opmerkelij­ke vorm van zelfkennis die bij veel witte columniste­n van middelbare leeftijd minder voorkomt.) Maar naar aanleiding van haar afscheid zette Aharouay, die met hoofddoek op de foto bij haar column stond, wat reacties op een rij die ze in de loop van die 2,5 jaar had mogen ontvangen. ‘Weer een stennissch­opper met Marokkaans­e achtergron­d die wit Nederland wil onderdrukk­en’, was een van de meer vriendelij­ke omschrijvi­ngen. ‘Lamyae, mag die lippenstif­t wel van pedo Mo?’, vat beter de teneur samen. Zelf kreeg ik weleens een opzegging van een abonnement omdat de ‘columniste met hoofddoek toont dat de krant geïslamise­erd’ is. O ja: een lezer schreef ook dat ‘uw portret mij stoort’ en dat ik dat ‘niet in overeenste­mming kan brengen met uw intelligen­t proza’. Aharouay werkt intussen vast op onze politieke redactie.

Neen, het gaat niet om een ‘beperkt aantal extremisti­sche opiniemake­rs, ondersteun­d en bestreden door een beperkt aantal reaguurder­s en hooligans’, zoals de socioloog Herman Vuijsje deze week schreef. Het gaat om een omvangrijk­e groep mensen die niet wil dat het nieuwe Nederland een plaats inneemt in de media. Dat er, ik citeer een hoofdredac­tioneel commentaar van eerder dit jaar, ‘meer stemmen relevant zijn dan die van de middelbare, witte man, die het in NRC doorgaans voor het zeggen had’, kunnen zij klaarblijk­elijk niet velen.

Nog dit: Clarice Gargard, die intussen aangifte deed voor de doodsbedre­igingen en haatberich­ten, schreef dat die niet kwamen van schreeuwen­de hooligans, maar van ogenschijn­lijk keurige Nederlande­rs die vrolijk met hun gezin op de foto stonden. Het manifest op onze opiniepagi­na’s, waarmee ik dit stukje begon, verwees naar Martin Luther King, die ooit schreef dat hij niet zozeer de racistisch­e en aartsconse­rvatieve tegenstand­ers van de Amerikaans­e burgerrech­tenbewegin­g vreesde. ‘Zij hadden hun lelijke gezicht laten zien’, en hij wist waarvoor ze stonden. ‘Nee, het waren de mensen, zo redelijk en zo gematigd, die vooral geen gedoe wilden, die hem maanden dat hij de zaak niet op de spits moest drijven.’ Gewone mensen, met hun hond en gezin op Facebook, die columniste­n dood wensen door er AK47’s overheen te jagen.

Een omvangrijk­e groep mensen wil niet dat het nieuwe Nederland een plaats inneemt in de media

 ??  ??

Newspapers in Dutch

Newspapers from Belgium