Erop of eronder voor Michel I. Nog maar eens
Tenzij premier Charles Michel met een Houdinitruc nog een laatste kunstje uit zijn hoed tovert, wordt het lot van zijn regering dit weekend bezegeld.
BRUSSEL I We beleven mogelijk de laatste uren van de regeringMichel I. Het eindspel is ingezet en de kans is klein dat Charles Michel nog een nieuwe Houdinitruc in de mouw heeft om het leven van zijn regering te verlengen. Nochtans dacht iedereen donderdagavond dat de premier wat tijd had gekocht door ‘ten persoonlijke titel’ naar Marrakech te gaan, om daar het standpunt van het Belgische parlement te verkondigen.
Een stevige wisselmeerderheid droeg de regering op om uiterlijk in New York het VNMigratiepact goed te keuren. Zo belandde de crisis van de Kamer opnieuw in het hart van de regering, maar iedereen ging ervan uit dat het dossier op die manier wel over de top in Marrakech was getild en dat 19 december – de dag van de stemming in New York – als nieu we deadline gold.
Vrijdagochtend vroeg de NVA de premier evenwel meteen om een extra ministerraad over het Global Compact for Migration bijeen te roepen. Het was de Vlaamsnationalisten beginnen te dagen dat de trip van Michel naar Marrakech toch niet zo onschuldig zou zijn en mogelijk ons land toch op de een of ander manier zou ‘binden’. Iets wat de partij tot elke prijs wil vermijden. Maar zowat
alle grondwetsspecialisten zijn het erover eens dat de premier in Marrakech altijd optreedt als leider van het land en deze regering, en elke daad daar stelt in naam van zijn regering. ‘Hij kan niet zomaar een andere jas aantrekken’, zegt Hugues Dumont, grondwetsspecialist aan de Brusselse universiteit SaintLouis.
Vallende dominostenen
Wellicht vandaag vindt de ultieme ministerraad plaats. De premier hield vrijdag de hele dag bilaterale gesprekken met zijn vicepremiers. Zodra hij zicht heeft op alle posities, roept hij de ministerraad bij elkaar. Niemand wil de regering laten vallen, maar tegelijk heeft niemand ook maar enig zicht op hoe de regering hier nog uit raakt.
De NVA wijkt geen millimeter van haar standpunt en blijft erbij dat Michel het pact niet mag goedkeuren. ‘Aanwezig zijn in Marrakech mag’, zei NVAvicepremier Jan Jambon vrijdagmiddag nog. ‘Maar aanwezig zijn en stilzwijgend toestemmen, dat mag niet.’ De partij begon vrijdagavond trouwens nog een nieuwe campagne om uit te leggen waarom ze zich blijft verzetten tegen het pact. Dit keer zonder beeldtaal die aan de campagnes van Vlaams Belang doet denken, maar met een mannetje dat een rist vallende dominostenen tegenhoudt. Staatssecretaris voor Asiel en Migratie Theo Francken nodigt zondag in zijn Lubbeek de burgers dan weer uit om uit te leggen waarom zijn partij zo gekant is tegen het pact. ‘Nergens knelt het internationale keurslijf harder dan op het vlak van migratie’, geeft Francken op zijn Facebookpagina al een schot voor de boeg. ‘Wij moeten ijveren voor een migratieomwenteling op Europees vlak, waarbij de lidstaten opnieuw zelf over hun migratiebeleid kunnen beslissen.’
Niet meteen signalen dat de partij zinnens is om op haar stappen terug te keren. ‘We beseffen dat het moeilijk is om uit te leggen dat de regering over dit dossier zou vallen, maar het dossier is voor ons essentieel’, klinkt het binnen de partij. Aan de andere kant is er bij de andere meerderheidspartijen – CD&V, Open VLD en MR – geen enkele intentie om de NVA veel tegemoet te komen. ‘Het enige wat ze kunnen krijgen, is een interpretatieve nota bij het pact’, klinkt het daar. ‘Dat weten ze.’
Buigen of barsten
De NVA heeft al meermaals erg duidelijk gemaakt dat zo’n nota voor haar geen zoden aan de dijk brengt, maar ze staat volledig geïsoleerd. De andere regeringspartijen zijn het erover eens dat de consensus rond het bekrachtigen van het VNMigratiepact al op 12 september werd bekomen binnen het daartoe bestemde regeringsorgaan, de Coormulti. Dat is het overlegorgaan waarin de internationale standpunten van ons land worden bepaald en alle betrokken kabinetten en administraties hun stem kunnen laten horen. De beslissing werd nadien nog ‘geconsacreerd’ door de verklaring van premier Michel voor de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties op 27 september en vervolgens gecommuniceerd aan alle diplomatieke posten door vicepremier Didier Reynders (MR) op 3 oktober. Al die tijd kwam er geen protest van bij NVA. ‘Hoe je het ook draait of keert, het is de NVA die wil terugkomen op afspraken die we eerder collegiaal genomen hebben’, luidt het bij de andere regeringspartijen. ‘Daar bestaat geen draagvlak voor. Het is dan aan hen om hun conclusies te trekken.’
Zoals bekend aanvaardt de NVA de autoriteit van de Coormulti niet als eindoordeel in dit dossier. Maar eigenlijk maakt die discussie niet veel meer uit, nu het dossier op de regeringstafel is beland. ‘Het is een ongeschreven grondwettelijke regel dat geen enkele regeringspartij een vetorecht heeft’, zegt Christian Behrendt, grondwetsspecialist aan de KU Leuven en de Université de Liège. ‘Anders kan een regering volledig geblokkeerd worden. De NVA had gelijk dat de regering tot een consensus moest proberen te komen over het pact. Er is een uitgebreid debat geweest, in het parlement en tussen de ministers. Maar dat heeft kennelijk geen consensus opgeleverd. De zoektocht daarnaar kan niet eeuwig duren. Op een bepaald moment moet de partij die niet akkoord gaat beslissen of ze zich schikt, dan wel terugtrekt uit de regering.’ Dit weekend wordt het dus wellicht buigen of barsten.
‘Aanwezig zijn in Marrakech mag. Maar aanwezig zijn en stilzwijgend toestemmen, dat mag niet’
JAN JAMBON
Vicepremier NVA
‘Het is een ongeschreven grondwettelijke regel dat geen enkele regeringspartij een vetorecht heeft’
CHRISTIAN BEHRENDT Grondwetsspecialist
De plek was Agadez, de prachtige karavaanstad in Niger, het knooppunt van de Sahara. In het opvanghuis van de Internationale Organisatie voor Migratie (IOM) was het een kabaal vanjewelste. Om mij heen verdrongen jonge jongens zich om te verhalen over hun gebroken dromen om Europa te bereiken.
Een jongen van tien wachtte keurig op zijn beurt. Hij kwam uit Guinee, een falende staat aan de westkust van Afrika. In Algerije was hij opgepakt door de politie en met tientallen anderen de grens naar Niger overgezet. Dertig kilometer hadden ze door de woestijn gelopen, terug naar het zuiden, in de brandende zon, tot ze werden gered aan de andere kant van de grens. Nu werd hij door het IOM weer naar huis gestuurd, naar Guinee, maar hij wist niet waarheen te gaan. Zijn vader en moeder waren al lang geleden overleden.
De eenzaamheid van de jongen in al het kabaal raakte me. Maar meer nog het gebrek aan verwondering waarmee ik zijn verhaal aanhoorde. In de afgelopen jaren ben ik murw gebeukt door de verhalen over het geweld dat migranten op hun weg vinden. Mishandeld in Algerije. Verhandeld in Libië. Maar er is een levensgroot verschil tussen de verhalen nu en twee jaar geleden. Het verkeer is 180 graden omgedraaid. Door grootschalig ingrijpen onder druk van Europa is het nu filerijden op de terugweg naar het zuiden.
Mijn Afrikacorrespondentschap is de afgelopen jaren een migratiecorrespondentschap geworden. Dat was mijn beslissing. Ik wilde bewerkstelligen dat in het debat over migratie niet alleen óver migranten wordt gesproken maar ook mét migranten. Een ander perspectief laten horen, een andere blik, het geluid van de mensen om wie het echt gaat. Die ambitie was mijn voornaamste reden om de afgelopen elf maanden door de Sahara te reizen voor een documentaireserie over de nieuwe zuidgrens van Europa.
Geen aid maar trade
Maar nu het werk is gedaan, is er twijfel over de vraag of ik niet onbedoeld onderdeel geworden ben van een groot journalistiek probleem. ‘We maken plaatjes bij VVDpraatjes’, verzuchtte een collega laatst na alweer een Nieuwsuuruitzending waarin we alle kanten van migratie van Afrika naar Europa bespraken. We lieten in die uitzending de verhalen horen over het geweld tegen migranten. We lieten de cijfers zien die bewijzen dat het aantal migranten dat nu nog Europa haalt, geen fractie meer is van de piek uit 2015, het jaar waarin migratie definitief tot het probleem van het decennium werd verheven.
Maar zelfs al laat je zien dat de routes naar het noorden geblokkeerd zijn, bij de kijker blijft het beeld achter van grote groepen jongens die naar Europa willen. Alsof migratie
het enige is wat Afrikanen bezighoudt. Een continent van 54 landen en 1,2 miljard inwoners, van wie slechts 3 procent buiten zijn geboorteland woont. Meer dan de helft van die groep migreerde bovendien binnen het eigen continent. 99 procent van de Afrikanen is dus met heel andere dingen bezig dan met migreren naar Europa.
Ondanks die cijfers blijven politici spreken over ‘open grenzen’, ‘massamigratie’ en volgt de journalistiek braaf met reportages die de discussies moeten illustreren. Die reportages voeden nieuw restrictief beleid. Ik las hoe het Nederlandse ministerie van Buitenlandse Zaken nieuwe ambassadekantoren wil openen in Burkina Faso en Niger. Nog maar kort geleden sloot datzelfde ministerie over het hele continent tal van ambassades wegens bezuinigingen en een nieuwe filosofie: geen aid maar trade. Maar vanwege het debat in Nederland geniet migratie nu de hoogste prioriteit.
Omdat ik wilde weten welke cijfers die investeringen rechtvaardigen, surfte ik naar de website van het Centraal Bureau voor Statistiek. In 2017 kwamen er vier migranten uit
Burkina Faso naar Nederland. Zes gingen in hetzelfde jaar weer naar huis. Voor een saldo van min twee wordt dus een nieuwe ambassade opgetuigd. Uit Niger kwamen vorig jaar tien migranten naar Nederland. En gingen er tien weer weg. Volgens dezelfde cijfers van het CBS vormt migratie uit Afrika onder de Sahara 8 procent van het geheel. Meer dan 40 procent van de migranten naar Nederland komt uit Europa.
Het ministerie van Buitenlandse Zaken zegt: Burkina Faso en Niger zijn transitlanden. We zijn daar om die transit in het oog te houden. Maar alle migranten die door Burkina Faso reizen, vertellen over het buitensporige geweld en over afpersingen door de politie, op hun weg naar Niger. Wat gaan de Nederlandse ambassadewerkers nog toevoegen aan die aaneenschakeling van geweld en ontmoediging die migranten al jaren op hun routes tegenkomen?
Zwart gat
‘Migratie is het nieuwe aids geworden’, zei mijn Duitse collega van Der Spiegel onlangs. Hij schrijft al dertig jaar over het continent. ‘Vijftien jaar geleden schreven wij als
Met de hete adem van de populisten in hun nek herkoloniseren Europese regeringen de Sahara
correspondenten onze vingers stuk aan reportages over aids en hoe de dood over het continent waarde. Nu gaat het alleen nog over migratie en overbevolking.’ Was in 2000 het probleem nog dat heel het continent op sterven lag, nu is het probleem kennelijk dat er te veel Afrikanen zijn, met ambities bovendien.
Net als met aids zuigt ook migratie als een zwart gat alle aandacht weg van andere onderwerpen die minstens zoveel belangstelling verdienen. Geld uit bestaande potjes voor ontwikkelingshulp wordt nu aan de bestrijding van migratie besteed. Zelfs als er weinig meer te bestrijden is. Aan de kust van Mauritanië vaarde ik mee met de Spaanse kustwacht, die daar in 2005 neer
Zelfs al laat je zien dat de routes naar het noorden geblokkeerd zijn, bij de kijker blijft het beeld achter van grote groepen jongens die naar Europa willen
streek om de route naar de (Spaanse) Canarische Eilanden te blokkeren. De Spaanse commandant van de guardia civil vertelde dat hij sinds eind 2008 geen migrant meer voor de Mauritaanse kust heeft gezien. Toch varen al tien jaar lang Spaanse patrouilleboten uit en vliegen hun helikopters over de Atlantische Oceaan. Iedere dag.
Met de hete adem van de populisten in hun nek herkoloniseren Europese regeringen de Sahara. Frankrijk legert soldaten van Mali tot Tsjaad. Italië en Duitsland sturen soldaten – en geen ontwikkelingswerkers – naar het armste land ter wereld, Niger, om ‘terrorisme, georganiseerde misdaad en illegale migratie’ te bestrijden. De Europese Unie geeft 200 miljoen dollar aan Soedan, dat de voormalige Janjaweedmilities, berucht wegens schending van de mensenrechten in Darfoer, inzet om migranten tegen te houden aan de grens met Libië.
Europa’s boemerang
In ZuidAfrika verscheen onlangs het boek Western empires, christianity and the inequalities between the
west and the rest. Daarin laat de schrijver zien hoe de ongelijkheid tussen het inkomen van het Westen en de rest van de wereld vanaf 1500 zo dramatisch steeg dat de 85 rijkste mensen ter wereld nu net zoveel geld bezitten als de helft van de wereldbevolking. Dat zijn 3,5 miljard mensen. De wortels voor die astronomische ongelijkheid liggen volgens de auteur in de koloniale verovering die westerlingen vanaf 1500 ondernamen. Per boot.
Intercontinentale verovering vormt eveneens de motor van de opkomst van nieuwe grootmachten. China, India, SaudiArabië en Rusland zijn verwikkeld in een nieuwe
scramble for Africa. Afrikaanse visa voor zakenmensen uit die landen zijn geen enkel probleem. Zij vinden geen Europese legers op hun weg, om ze te stoppen.
Als intercontinentale reizen de afgelopen 500 jaar de sleutel waren voor het succes van landen, dan is de afsluiting van Afrika een bewuste keuze voor mislukking van een continent. Zie daar Europa’s dreigende boemerang. Er is een ZuidAfrikaanse waarheid: If the poor don’t eat, the rich don’t sleep.